Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
- naheffingsaanslag omzetbelasting (hierna: OB) over het tijdvak 1 januari 2017 tot en met 31 december 2017 (hierna: naheffingsaanslag OB 2017) van € 20.255, alsmede de bij gelijktijdige beschikkingen opgelegde boete van € 2.025 en in rekening gebrachte belastingrente van € 767 met aanslagnummer [aanslagnummer] F.01.7501 (BRE 19/2661);
- naheffingsaanslag OB over het tijdvak 1 januari 2018 tot en met 30 juni 2018 (hierna: naheffingsaanslag OB 2018 )van € 15.281, alsmede de bij gelijktijdige beschikking opgelegde boete van € 1.528 met aanslagnummer [aanslagnummer] F.01.8501 (BRE 19/2663).
www.rechtspraak.nl (ECLI:NL:RBZWB:2021:693).
1.Beslissing
- verklaart de beroepen inzake de naheffingsaanslagen OB 2017 en 2018 gegrond;
- vernietigt de uitspraken op bezwaar inzake de naheffingsaanslagen OB 2017 en 2018;
- draagt de inspecteur op opnieuw uitspraken op bezwaar inzake de naheffingsaanslagen OB 2017 en 2018 te doen met inachtneming van deze uitspraak;
- verklaart het beroep inzake de aankondiging van het boekenonderzoek bij brief van 4 september 2019 ongegrond;
- verklaart zich voor het overige onbevoegd en stelt vast dat de vorderingen uitsluitend bij de civiele rechter kunnen worden ingesteld;
- gelast dat de inspecteur het door belanghebbende betaalde griffierecht van € 174 aan hem vergoedt.
2.Gronden
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;