ECLI:NL:HR:2008:BD6825
Hoge Raad
- Cassatie
- L. Monné
- C.J.J. van Maanen
- J.W.M. Tijnagel
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de niet-ontvankelijkheid van bezwaar tegen aanslag inkomstenbelasting
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende X tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 15 augustus 2005, betreffende een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 2002. De Inspecteur had het bezwaar van belanghebbende tegen de aanslag niet-ontvankelijk verklaard, omdat het niet tijdig was ingediend. Het Hof heeft deze beslissing van de Inspecteur vernietigd, maar de aanslag gehandhaafd. Belanghebbende heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Hof.
De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie gegrond verklaard. De Raad oordeelt dat, wanneer de belastingrechter de uitspraak van de Inspecteur vernietigt, deze in de regel de Inspecteur moet opdragen opnieuw uitspraak te doen op het bezwaar. In dit geval heeft het Hof geen goede grond gegeven voor de afwijking van deze regel, en de Hoge Raad concludeert dat de uitspraak van het Hof niet in stand kan blijven. De Inspecteur moet opnieuw op het bezwaar van belanghebbende beslissen.
Daarnaast heeft de Hoge Raad bepaald dat de Staat aan belanghebbende het griffierecht van € 103 moet vergoeden. De proceskosten worden niet toegewezen, omdat de Hoge Raad geen termen aanwezig acht voor een veroordeling in de proceskosten. Dit arrest is openbaar uitgesproken op 11 juli 2008.