Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
[X] december 1992 tot [X] april 2014 in Hongarije. Vanaf [X] april 2014 tot en met [X] december 2014 stond hij ingeschreven op het adres [adres 1] te [plaats 2] . Met ingang van [X] december 2014 staat belanghebbende in de basisregistratie personen geregistreerd als ‘VOW’ (Vertrokken Onbekend Waarheen).
een doorzoeking plaatsgevonden op (onder meer) het adres [adres 1] (hierna: de doorzoeking). Hierbij zijn verschillende goederen, waaronder handelsgoederen (messen- en pannensets), inkoopfacturen en auto’s, in beslag genomen. De inspecteur heeft op grond van een informatie-uitwisseling gegevens en informatie ontvangen die zijn verzameld bij de doorzoeking.
3.Geschil
4.Beoordeling van het geschil
' [plaats 2] . In 2010 is met deze creditcard zesmaal een transactie gedaan, uitsluitend in Nederland, waarvan vijf in [plaats 2] .
8 tassen met messensets en 4 koffers met messensets zijn aangetroffen. Verder is een inkoopfactuur van 22 september 2006 aangetroffen, waarop 120 pannensets en
120 messensets staan vermeld. Ook is er een inkoopfactuur van 25 januari 2008 aangetroffen waarop 10 pannensets, 10 messensets en 8 besteksets staan vermeld. Beide inkoopfacturen zijn gericht aan [belanghebbende] , [adres 3] te [plaats 3] . Daarnaast zijn er diverse visitekaartjes, garantiebewijzen, pasjes en folders met betrekking tot de pannen-, messen- en besteksets aangetroffen. De grote aantallen handelsgoederen die in beslag zijn genomen en die op de inkoopfacturen staan vermeld, wijzen er naar het oordeel van de rechtbank op dat de verkoopactiviteiten meer dan incidenteel hebben plaatsgevonden. Gelet op de uitkomst van de vermogensvergelijkingen in de onderhavige jaren moeten toen inkomsten zijn genoten. De rechtbank acht aannemelijk dat belanghebbende degene is die deze inkomsten heeft verdiend door middel van de ambulante handel in pannen-, messen- en besteksets.
5.Proceskosten
6.Beslissing
- verklaart de beroepen gegrond;
- vernietigt de uitspraken op bezwaar;
- vermindert de navorderingsaanslag IB/PVV 2009 tot een berekend naar een inkomen uit werk en woning van € 26.600, vermindert de beschikking heffingsrente dienovereenkomstig en vermindert de vergrijpboete tot 71,25% van het bedrag van de navorderingsaanslag;
- vermindert de navorderingsaanslag Zvw 2009 tot een berekend naar een bijdrage-inkomen van € 26.600, vermindert de beschikking heffingsrente dienovereenkomstig en vermindert de vergrijpboete tot 71,25% van het bedrag van de navorderingsaanslag;
- vermindert de navorderingsaanslag IB/PVV 2010 tot een berekend naar een inkomen uit werk en woning van € 35.399, vermindert de beschikking heffingsrente dienovereenkomstig en vermindert de vergrijpboete tot 71,25% van het bedrag van de navorderingsaanslag;
- vermindert de navorderingsaanslag Zvw 2010 tot een berekend naar een bijdrage-inkomen van € 35.399, vermindert de beschikking heffingsrente dienovereenkomstig en vermindert de vergrijpboete tot 71,25% van het bedrag van de navorderingsaanslag;
- vermindert de naheffingsaanslag OB 2009 tot € 5.662, vermindert de beschikking heffingsrente dienovereenkomstig en vermindert de vergrijpboete tot € 4.034;
- vermindert de naheffingsaanslag OB 2010-2011 tot € 12.427, vermindert de beschikking heffingsrente dienovereenkomstig en vermindert de vergrijpboete tot € 8.854;
- verklaart de beroepen gegrond voor zover deze de boetebeschikking betreffen;
- vernietigt de uitspraken op bezwaar voor zover deze de boetebeschikking betreffen;
- vermindert de vergrijpboete bij de aanslagen IB/PVV 2011, IB/PVV 2012, Zvw 2012 en IB/PVV 2013 tot 64,125% van het bedrag van de aanslag;
- verklaart de beroepen voor het overige ongegrond.
- veroordeelt de inspecteur tot vergoeding van immateriële schade tot een bedrag van € 1.000;
- veroordeelt de inspecteur in de proceskosten van belanghebbende ten bedrage van € 3.334,50;
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden: