ECLI:NL:RBROT:2023:9459
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de boete opgelegd aan een varkensvervoerder wegens overtreding van de Wet dieren
In deze uitspraak van de Rechtbank Rotterdam op 12 oktober 2023, wordt het beroep van eiseres tegen een boete van € 1.500,- voor een overtreding van de Wet dieren beoordeeld. De boete werd opgelegd door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, naar aanleiding van een rapport van een toezichthouder van de NVWA, waarin werd vastgesteld dat de hekjes tussen de afdelingen in de vrachtwagen open waren, waardoor varkens bij elkaar konden komen. Dit leidde tot ernstig lijden van de dieren, wat in strijd is met de wetgeving omtrent dierenwelzijn.
De rechtbank concludeert dat het rapport van de toezichthouder voldoende duidelijk is en dat er geen reden is om aan de juistheid van de bevindingen te twijfelen. Eiseres ontkent de feiten en stelt dat de toezichthouder niet de juiste procedures heeft gevolgd, maar de rechtbank oordeelt dat de toezichthouder over de benodigde expertise beschikt en dat de bevindingen voldoende zijn onderbouwd.
De rechtbank oordeelt dat de minister terecht de boete heeft opgelegd en dat de beroepsgronden van eiseres niet slagen. De rechtbank wijst erop dat de overschrijding van termijnen door de verweerder niet leidt tot een vermindering van de boete, aangezien eiseres niet heeft aangetoond dat zij hierdoor in haar verdediging is benadeeld. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.