Uitspraak
1.[partij A1] ,
[partij A2],
1.Kern van de zaak
2.De procedure
- de dagvaarding van 6 november 2024 met incidentele vordering ex artikel 843a Rv;
- de conclusie van antwoord in conventie tevens houdende conclusie van eis in reconventie tevens houdende conclusie van antwoord in het exhibitie-incident tevens houdende conclusie van eis in het exhibitie-incident;
- de incidentele conclusie inzake vordering tot inzage ex artikel 194 Rv tevens houdende conclusie van repliek in conventie tevens houdende conclusie van antwoord in reconventie;
- de conclusie van dupliek in conventie tevens houdende conclusie van repliek in reconventie;
- de conclusie van dupliek in reconventie tevens houdende akte uitlaten producties in conventie.
3.De feiten
4.Het geschil
- Dexia ex artikel 843a Rv zal veroordelen om [partij A] . afschriften te verstrekken van de aanvraagformulieren;
- voor recht zal verklaren dat Dexia onrechtmatige heeft gehandeld en/of toerekenbaar is tekortschoten jegens [partij A] .;
- voor recht zal verklaren dat [partij A] . schade heeft geleden als gevolg van het onrechtmatig handelen van Dexia en Dexia gehouden is om deze schade te vergoeden;
- Dexia zal veroordelen om de schade die [partij A] . door het onrechtmatig handelen van Dexia heeft geleden, te vergoeden en tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [partij A] . te voldoen al hetgeen [partij A] . aan Dexia heeft betaald onder de overeenkomsten, vermeerderd met de wettelijke rente daarover;
- voor recht zal verklaren dat [partij A] . de door Dexia gevorderde restschuld niet is verschuldigd;
- Dexia zal veroordelen tot betaling van de buitengerechtelijke incassokosten van [partij A] ., vermeerderd met de wettelijke rente;
- Dexia zal veroordelen om binnen twee weken na het vonnis te bewerkstelligen dat de registratie van [partij A] . bij het Bureau Kredietregistratie in Tiel (hierna: BKR) wordt doorgehaald en dat de aan die registratie gekoppelde achterstandscodering ongedaan wordt gemaakt, op straffe van een dwangsom van € 500,00 per dag met een maximum van € 20.000,00;
- Dexia zal veroordelen in de proceskosten, vermeerderd met de wettelijke rente.
- [partij A] . zal veroordelen tot betaling van € 1.881,40 te vermeerderen met de wettelijke rente;
- voor recht zal verklaren dat Dexia na betaling van € 1.830,49 aan [partij A] . met betrekking tot de overeenkomsten met nummers [contractnummer 1] , [contractnummer 4] en [contractnummer 3] aan al haar verplichtingen heeft voldaan en niets meer aan [partij A] . is verschuldigd.
- er is sprake van huurkoop;
- er is geen sprake van dwaling, misleidende reclame en/of misbruik van omstandigheden; evenmin is er sprake van (ver)nietig(baar)heid krachtens de Wck;
- Dexia heeft haar bijzondere zorgplichten geschonden, in elk geval de waarschuwingsplicht, en daardoor onrechtmatig gehandeld;
- [partij A] . heeft schade geleden, bestaande uit betaalde termijnen en restschuld;
- er is voldoende causaal verband aanwezig tussen de hiervoor bedoelde schade van [partij A] . en de onrechtmatige daad van Dexia.
Hoe was in de betreffende periode de samenstelling van het gezin van de contractant en de echtgenoot, en wat was hun beroep en leeftijd (en het beroep/de opleiding en leeftijd van eventuele kinderen)?
Wie van beiden (contractant en echtgenoot) opende(n) enveloppen met bankdagafschriften? Waar werden deze opgeborgen? Wie van beiden heeft ooit (hetzij na ontvangst, hetzij op een later tijdstip) inzage gehad in een of meer bankafschriften?
Hoe was in de betreffende periode de samenstelling van het gezin van de contractant en de echtgenoot, en wat was hun beroep en leeftijd (en het beroep/de opleiding en leeftijd van eventuele kinderen)?
Wie van beiden (contractant en echtgenoot) opende(n) enveloppen met bankdagafschriften? Waar werden deze opgeborgen? Wie van beiden heeft ooit (hetzij na ontvangst, hetzij op een later tijdstip) inzage gehad in een of meer bankafschriften?
- een kopie van de overeenkomst Profit Effect Vooruitbetaling van 25 oktober 2000 op naam van [partij A1] en [partij A2] , met contractnummer [contractnummer 3] voorzien van het adviseursnummer [nummer 1]-[bedrijf 1] B.V. en getekend door [partij A1] , [partij A2] en Bank Labouchere;
- een kopie van de overeenkomst Profit Effect Vooruitbetaling van 25 oktober 2000 op naam van [partij A1] en [partij A2] , met contractnummer [contractnummer 4] voorzien van het adviseursnummer [nummer 1]-[bedrijf 1] B.V. en getekend door [partij A1] , [partij A2] en Bank Labouchere;
De [bedrijf 2] is al jaren toonaangevend op het gebied van slimme, rendabele en goedkope financiële producten. Van hypotheek tot beleggingslening […]tot maatwerk advies, de [bedrijf 2] heeft alle kennis en kunde in huis om uw financiën in goede banen te leiden.”
Laat u adviseren op financieel gebied door de experts van de [bedrijf 2]. Wij zijn op de hoogte van de laatste wijzigingen in het belastingstelsel, de laatste rentestanden en tarieven. Neem contact op met één van onze vestigingen voor een persoonlijk advies.”
bemiddeling in het tot stand komen van financieringen en overige financiële dienstverlening.’
De bewuste redenering omtrent het bewijs is onderwerp van deze cassatieberoepen.
Deze komen er, kort gezegd, op neer:
- dat (de gemachtigde van de afnemer) Leaseproces ten onrechte op zijn woord wordt geloofd;
- dat zonder verder bewijs wordt aangenomen dat sprake is geweest van advisering door de tussenpersoon;
- dat ten onrechte wordt aangenomen dat op Dexia een onderzoeks- en vastleggingsplicht rust; en
- dat Dexia ten onrechte niet wordt toegelaten tot (tegen)bewijs.
[partij A] . geschetste gang van zaken. Dexia had daarvoor meer concreet moeten maken dat en waarom volgens haar destijds in dit geval geen sprake is geweest van advisering, door uiteen te zetten op welke wijze de overeenkomst dan wel tot stand was gekomen. Nu zij dat niet heeft gedaan, heeft zij de stelling van [partij A] . dat sprake is geweest van vergunningplichtige advisering onvoldoende gemotiveerd weersproken. Deze stelling moet daarom als vaststaand worden aangenomen. Daarom wordt niet aan bewijslevering toegekomen. Dat de gemachtigde van [partij A] . in een andere zaak mogelijk in de processtukken een onjuiste weergave van de geschetste gang van zaken heeft opgenomen, betekent niet zonder meer dat zij in alle zaken een onbetrouwbare weergave van de feiten geeft. Van Dexia mag worden verwacht dat zij toelicht waarom daarvan in dit specifieke geval sprake is. Als de door de afnemer beschreven wijze van advisering niet klopt, kan Dexia dit immers weerspreken door te omschrijven hoe het volgens haar is gegaan. Dat Dexia dat volgens haar stellingen niet kan, omdat zij op geen enkele wijze betrokken is geweest bij het contact tussen [partij A] . en de medewerker van de tussenpersoon, komt voor haar rekening en risico. Zij heeft er destijds immers van afgezien om eigen voorlichting te geven aan potentiële klanten zoals [partij A] . en gebruik gemaakt van tussenpersonen voor de afzet van haar producten. Anders dan Dexia meent, betekent het voorgaande niet dat op haar een onderzoeks- of vastleggingsplicht rust, maar slechts dat het mogelijk ontbreken van onderbouwing van haar betwisting, voor haar rekening en risico komt.
.Alhoewel Dexia deze stukken niet heeft overgelegd, zal de vordering van [partij A] . worden afgewezen. Uit het voorgaande volgt namelijk dat [partij A] . in het gelijk zal worden gesteld. Hij heeft dan ook geen belang meer bij deze stukken in deze procedure. De proceskosten van dit incident zullen worden gecompenseerd.
[partij A] . om ex artikel 194 Rv een afschrift te verstrekken het intakeformulier althans van andere relevante schriftelijke documenten waaraan de door Leaseproces namens [partij A] . in deze procedure ingenomen feitelijke stellingen zijn ontleend.
6 november 2024 en dus vóór 1 januari 2025. Dat betekent dat het oude (bewijs)recht in deze zaak van toepassing is. De kantonrechter zal de vordering van Dexia tot inzage daarom toetsen aan het tot 1 januari 2025 geldende artikel 843a Rv.
- degene die de vordering instelt, dient een rechtmatig belang te hebben;
- het moet gaan om bepaalde bescheiden;
- aangaande een rechtsbetrekking waarin de eiser of zijn rechtsvoorganger partij is.
gesprek-, intake- of vragenformulier dient onbelemmerd te kunnen plaatsvinden. Daarvan is geen sprake meer als een rechtszoekende er rekening mee moet houden dat de aan zijn rechtsbijstandverlener verstrekte gegevens, via een toegewezen exhibitievordering, bij zijn wederpartij terecht kunnen komen. Het is van groot belang dat het vertrouwelijke karakter van de informatie-uitwisseling tussen de rechtszoekende en diens rechtsbijstandverlener blijft bestaan. De kantonrechter oordeelt dan ook dat de incidentele vordering van Dexia moet worden afgewezen.