Uitspraak
DEXIA NEDERLAND B.V.,
1.De procedure
- het tussenvonnis van 6 oktober 2022;
- de akte van [eiseres] ;
- de akte van Dexia.
2.De verdere beoordeling
afnemer’verwijst naar de contractant en ‘
eega’naar de echtgenoot):
Onder verwijzing naar een beschouwend wetenschappelijk artikel ‘Het Geheugen
Dexia vestigt ook de aandacht op de opinie van rechtspsycholoog prof. dr. van Koppen (…). Daaruit blijkt dat zelfs als de stellingen in de CvA berusten op de huidige herinnering van de afnemer (en niet op fantasie), dat weinig tot niets zegt over wat er twintig of meer jaar geleden werkelijk is voorgevallen tussen [afnemer] en [naam tussenpersoon].”
- In het geval [eiseres] niet heeft voldaan aan haar onderbouwingsplicht als bedoeld bij randnummer 2.4 wordt het verweer van [eiseres] onvoldoende onderbouwd geacht en zal het beroep op verjaring slagen.
- In het geval [eiseres] haar verweer wel voldoende heeft onderbouwd zal Dexia haar beroep op verjaring dienen te onderbouwen met aanknopingspunten als onder 2.5 bedoeld en/of andere concrete feiten of omstandigheden die, indien zij komen vast te staan, kunnen bijdragen aan de conclusie dat het beroep op verjaring slaagt. In het geval Dexia hier niet aan voldoet wordt het beroep op verjaring onvoldoende onderbouwd geacht en afgewezen.
- In het geval Dexia haar beroep op verjaring wel voldoende heeft onderbouwd als hiervoor bedoeld en bewijslevering noodzakelijk is zal in beginsel een enquête worden bepaald ten behoeve van bewijslevering door Dexia, mits Dexia een voldoende adequaat bewijsaanbod heeft gedaan als bedoeld bij randnummer 2.11.
24. (…) De enige weerlegging door [eiseres] van het verjaringsberoep van Dexia is het door [naam] bij Dagvaarding ingenomen standpunt dat zij “niet vóór maart 2002” met de Overeenkomsten bekend was.
Ik ben van 1947, dus in 1999 was ik 52 jaar oud. De kinderen zijn van 1972 en 1975. De jongste woonde toen nog net bij ons thuis. Hij studeerde HTS werktuigbouwkundige. Ik had een nul uren contract, maar werkte een aantal uur in een winkel. Hoe mijn man die contracten bij Leaseproces heeft afgesloten weet ik niet. Ik was daar niet bij betrokken.”
Via zijn rekening neem ik aan, maar daar wist ik toen niets van.”
Mijn man vertelde het mij gewoon thuis. Het specifieke moment kan ik mij niet herinneren, maar ik weet alleen dat het geen positief nieuws was. Hij heeft het mij eigenlijk nooit uitvoerig verteld. Mijn man volgde de media op televisie en bleek dat mijn man net als veel andere mensen aandelen had gehad en die bank misschien failliet zou gaan. Ik weet echt niet meer wanneer dat was. Het had mijn interesse niet en ik was ook niet echt in paniek. Mijn man had iets afgesloten wat misschien achteraf niet verstandig was, maar dan moet je ook de consequenties dragen.”
“
Wij hadden een rekening bij de Rabobank en een Rekening bij de ING. De rekening bij de Rabobank was onze lopende rekening en daar had ik ook een pasje van. Van de ING hadden wij geen pas. Van mijn mans werk hadden wij inkomsten. En ook dat kleine beetje wat ik verdiende. Beide salarissen kwam op de lopende rekening binnen. Mijn man deed de financiële administratie. Misschien een beetje naïef, maar zo was het wel. Ik zorg voor het reilen en zeilen thuis en mijn man voor de financiën. Mijn man regelde de betalingen. Hij betaalde alle rekeningen en zorgde voor de overboekingen. Mijn uitgaven deed ik met contant geld dat ik had gepind. Mijn man opende de bankafschriften en die borg hij op in de mappen. Ik heb misschien weleens een afschrift geopend van de lopende rekening bij de Rabobank. Maar de afschriften van de ING zag ik nooit in want dat was voor de hypotheek. Ik heb nooit een betaling aan of van Dexia gezien. Daar heeft mijn man iemand voor. Iemand van zijn voormalige werkgever. Nu onderteken ik de aangifte wel, maar of dat toen ook was durf ik niet te zeggen. Ik keek de aangiftes verder niet in.”
volgens mij’in de betreffende periode geen hypothecaire lening of andere lening hebben afgesloten, dat zij een heel klein pensioentje heeft, maar verder – afgezien van AOW – niets, en dat zij de gezamenlijke uitgaven wij wel met elkaar bespraken maar dat zij niet elke cent hoefde te verantwoorden.
Het Geheugen van Getuigen’van I. Wessel en G. Wolters, gepubliceerd in Routes van het Recht, Universiteit van Groningen, p. 15) waarin ten aanzien van de herinnering gerelateerd aan tijd en plaats het volgende wordt opgemerkt:
Over het algemeen worden plaatsen waar iets gebeurde, goed herinnerd, Dat komt doordat de locatie van een gebeurtenis altijd wordt waargenomen, aandacht krijgt en automatisch wordt opgeslagen. Problematischer is het zich herinneren van tijdsaanduidingen (datum, tijdstip, tijdsduur) en frequenties van gebeurtenissen. Tijdsaanduidingen kunnen we immers niet rechtstreeks waarnemen. We hebben geen interne klok die een datum en tijdstip noteert bij iedere ervaring.”
Voor zover Dexia in het verleden reeds wettelijke rente heeft voldaan kan deze in mindering worden gebracht op het totale bedrag aan wettelijke rente dat Dexia op grond van het voorgaande verschuldigd is.
3.Beslissing
a. kosten dagvaarding € 125,03,