Uitspraak
[overledene],
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil in conventie, in reconventie en in de incidenten
4.De beoordeling in conventie, in reconventie en in de incidenten
productie D). Naar aanleiding hiervan heeft een telefoongesprek tussen [partij A] en VSN plaatsgevonden. De medewerker van VSN stelde voor om een afspraak te maken voor een huisbezoek om de financiële situatie van [partij A] door te nemen met een financieel adviseur van VSN. [partij A] heeft hiermee ingestemd. De afspraakbevestiging wordt overgelegd als
productie E. Tijdens het gesprek heeft deze medewerker van VSN, te weten mevrouw [naam] (hierna te noemen: ‘[naam]’), geïnformeerd naar de financiële situatie en wensen van [partij A] Zo is met [naam] gesproken over het inkomen, de dienstverbanden, de gezinssituatie, pensioensituatie en financiële verplichtingen. Verder is met [naam] gesproken over de situatie rondom de koopwoning en hypotheek van [partij A] Daarnaast is met [naam] gesproken over de wensen van [partij A] om zijn pensioen aan te vullen, om zo eerder te stoppen met werken en vermogen op te bouwen voor de studie van zijn drie kinderen. [naam] gaf aan dat het mogelijk was om dit doel te bereiken en dat zij hier geschikte producten voor wist. [naam] adviseerde aan [partij A] om twee Capital Effect producten, één Maximaal Rendement product en één Profit Effect product van Bank Labouchere af te sluiten. [naam] adviseerde om de twee Capital Effect producten met een totale maandelijkse betaling van ongeveer NLG 500,- (afzonderlijk NLG 250,-), de Maximaal Rendement Effect overeenkomst met een vooruitbetaling van ongeveer NLG 12.000,- en de Profit Effect overeenkomst met een vooruitbetaling van ongeveer NLG 10.000,- af te sluiten. [partij A] diende de overwaarde op zijn woning op te nemen middels een hypothecaire lening en het vrijgekomen bedrag grotendeels aan te wenden voor de vooruitbetalingen van de Maximaal Rendement Effect en Profit Effect producten. De maandbetalingen voor de Capital Effect overeenkomsten zou [partij A] kunnen voldoen middels zijn bankrekening. Volgens [naam] zou [partij A] met vier effectenleaseproducten zodanig veel rendement behalen dat [partij A] zijn verschillende doelstellingen zou kunnen realiseren. Er zou immers worden belegd in diverse betrouwbare aandelenfondsen, zoals AHOLD, ABN AMRO, ING, Koninklijke Olie, Unilever en Fortis, aldus [naam]. [naam] ondersteunde haar verhaal aan de hand van een brochure waarin een prognosevoorbeeld te zien is en alle voordelen van een Capital Effect overeenkomst op een rij zijn gezet (
productie F). [naam] heeft [partij A] niet geïnformeerd over de specifieke risico’s. Zo heeft zij er niet op gewezen dat met geleend geld werd belegd en dat bij tegenvallende koersontwikkelingen, de inleg geheel verloren kon gaan, de hypotheek niet kon worden afgelost en er bovendien een schuld kon ontstaan uit hoofde van de effectenleaseovereenkomsten. Als [partij A] op deze risico’s gewezen was, dan had hij de Capital Effect, Maximaal Rendement Effect en Profit Effect overeenkomsten nooit afgesloten. [partij A] had geen kennis van complexe financiële producten en vertrouwde daarom volledig op de deskundigheid van [naam] en haar advies. Om deze reden heeft [partij A] het advies van [naam] opgevolgd. De aanvraag voor de Capital Effect, Maximaal Rendement Effect en Profit Effect overeenkomsten is door [naam] in orde gemaakt en de uiteindelijke overeenkomsten zijn op een later moment ondertekend. De hypotheek is via een lening bij Nationale Nederlanden (ING Bank) verhoogd en aangewend voor de vooruitbetaling van NLG 12.081,18 van het Maximaal Rendement Effect en NLG 9.807,21 voor het Profit Effect. Bovendien heeft [partij A] twee Capital Effect overeenkomsten met een totale maandelijkse betaling van NLG 502,22 (afzonderlijk NLG 251,11) afgesloten. In plaats van het voorgespiegelde vermogen dat zou worden opgebouwd, is [partij A] de betaalde inleg geheel kwijtgeraakt. Daarnaast heeft [partij A] een restschuld aan de overeenkomsten overgehouden en kon [partij A] de extra opgenomen hypotheek niet aflossen. [partij A] heeft de restschuld betaald.
Verlenen van financiële diensten, alsmede het verlenen van diensten op het gebied van assurantie, hypotheken, pensioen, onroerende zaken, reizen, sparen en leasing”.
€ 135,00