Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.[gedaagde 1] ,
1.De procedure
- de dagvaarding met 85 producties
- de conclusie van antwoord met één productie
- de brief van de rechtbank van 21 februari 2023, waarin zij een mondelinge behandeling aankondigt
- de producties 86 tot en met 88 van de curatoren
- de brief van de curatoren van 12 juni 2023, waarbij zij op verzoek van de rechtbank een vaststellingsovereenkomst tussen NPB Beheer B.V., Megahome.nl Grond B.V. en [gedaagde 5] B.V. d.d.16 februari 2012 in het geding brengen
- de akte wijziging eis
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 20 juni 2023
- de mondelinge mondeling behandeling van 27 juni 2023
“althans een door uw Rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag”en
is “vonnis van uw Rechtbank c.q. arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden”vervangen door
“vonnis of arrest”.
2.De feiten
- een bedrag van € 950.000,00 aan Stichting NMOne,
- een bedrag van € 950.000,00 aan Stichting NMTwo,
- een bedrag van € 950.000,00 aan Stichting NMThree,
- een bedrag van € 950.000,00 aan Stichting MVEins,
- een bedrag van € 950.000,00 aan New Polder Investment (op een andere bankrekening),
- een bedrag van € 333.000,00 aan New Polder Investment I B.V.
“dat de administratieve aanpassing inmiddels heeft plaatsgevonden door verrekening van de lening via de rekening-courant van NPB Beheer B.V. met Megahome.nl Grond B.V. en van Megahome.nl Grond B.V. met [gedaagde 5] B.V.”.
3.De vordering
4.Het verweer
(door NPB Beheer B.V. voorgenomen, zo begrijpt de rechtbank)dividenduitkering aan NPB Participatie B.V. en door de leningen van NBP Beheer B.V. aan [gedaagde 5] B.V. In eerste instantie waren de daardoor benadeelde partijen Rabobank en [naam 7] en die waren in 2011 al op de hoogte van de benadeling. Hun vordering tot aantasting van het dividendbesluit en de leningen op grond van artikel 3:45 BW is verjaard en [gedaagden] meent dat de curator daarom geen recht meer heeft een vordering met die strekking in te dienen.
5.De beoordeling
- diverse splitsingen;
- diverse verkopen;
- diverse fusies.
daarmee instemde.”
“Bij [gedaagde 5] is zij eerst bestuurder geweest, later is dat [naam 5] geworden. Zij was de rechterhand van [naam 1][rechtbank: [naam 1] ]
. Volgens mij tikte zij ook contracten uit en zo. Soms hielp ze mij wel eens als wij personeel tekort had. Zij ondersteunde meer op secretariële werkzaamheden. Toen ik er kwam was [gedaagde 5] een kleine rechtspersoon, toen [gedaagde 5] groter werd is [naam 2] vertrokken.”Over [naam 5] in relatie tot Megahome heeft [naam 10] verklaard:
“Hij was formeel bestuurder van [gedaagde 5], meer weet ik niet over hem. Voor zover ik mij over hem kan herinneren, heb ik hem nooit ontmoet.”
“Ik weet niet meer dan dat zij de vrouw van [naam 1] was. Zij deed niks binnen [gedaagde 5] B.V.. Deze onderneming werd feitelijk bestuurd door [gedaagde 1] , hetgeen weliswaar niet uit KvK uittreksel blijkt maar wel zo was.”Op de vraag
“Wat kunt u verklaren over [naam 5] in relatie tot [gedaagde 5] B.V.”heeft genoemde [naam 9] geantwoord:
“Die ken ik niet, ik heb hem ook nooit gezien op papier niet en niet in werkelijkheid.”
- het betalen van de dividenduitkering door NPB Beheer B.V. aan NBP Participatie B.V.;
- de betalingen door NBP Participatie B.V. uit de dividenduitkering van bedragen aan [gedaagde 5] B.V., [gedaagde 4] B.V. en de [gedaagde 2] ;
- de betalingen van die laatste gelden door de [gedaagde 2] aan New Polder Investment B.V. en – daarop volgend – de betalingen door New Polder Investment B.V. aan de Stichting NMOne, de Stichting NMTwo, de Stichting NMThree, de Stichting MVEins, New Polder Investment B.V. (andere bankrekening) en New Polder Investment I B.V.
- het betalen van in totaal een bedrag van € 5.189.700,00 uit verschillende projecten van [gedaagde 5] B.V. door NBP Participatie B.V. aan de [gedaagde 2] ;
- het uit het laatste bedrag betalen door de [gedaagde 2] van in totaal een bedrag van € 4.601.000,00 aan de Stichting NMOne, de Stichting NMTwo, de Stichting NMThree, de Stichting Mega NPB en de [gedaagde 3] ;
- de in samenhang met deze betalingen opgemaakte leningsovereenkomsten en vaststellingsovereenkomsten.
Relatie [gedaagde 1] en de verschillende betrokken rechtspersonenoverwegingen gewijd aan de rol van [gedaagde 1] in de verschillend betrokken rechtspersonen. Daaruit leidt de rechtbank af dat [gedaagde 1] bestuurder en/of feitelijke leidinggevende was in de rechtspersonen die betrokken zijn bij a) de dividenduitkering door NBP Beheer B.V. aan NBP Participatie B.V. en de daarop volgende betalingen, waarbij de gelden uiteindelijk terecht gekomen zijn bij [gedaagde 5] B.V., [gedaagde 4] B.V., de stichtingen NMOne, NMTwo, NMThree en MVEins, New Polder Investment B.V. en New Polder Investment I B.V. en b) bij het onderbrengen van opbrengsten van projecten van [gedaagde 5] B.V. bij NBP Participatie B.V. en de daarop volgende betalingen, waarbij de gelden uiteindelijk terechtgekomen zijn bij de stichtingen NMOne, NMTwo, NMThree, Mega NPB en [gedaagde 3]. Aan [gedaagde 1] kan dus niet anders dan een centrale en beslissende rol bij het bewust beperken van de verhaalsmogelijkheden van de schuldeiseres van NPB Beheer B.V. toegekend worden. [gedaagde 1] kan daarom persoonlijk een ernstig verwijt gemaakt worden voor het onrechtmatig handelen bestaande uit het bewust beperken van de verhaalsmogelijkheden van de schuldeisers van NPB Beheer B.V. Het handelen van [gedaagde 1] heeft, gezien zijn rol als bestuurder of als feitelijk leidinggevende, te gelden als handelen van de desbetreffende rechtspersonen en daarom hebben de rechtspersonen eveneens onrechtmatig gehandeld. Gelet op het voorgaande dienen die rechtspersonen, naast [gedaagde 1] , de schade die het gevolg is van het omschreven onrechtmatig handelen te vergoeden. [gedaagde 1] is aansprakelijk voor de totale schade en de rechtspersonen vermeld in de vordering van de curatoren onder 4 zijn in ieder geval aansprakelijk tot de bedrag dat zij zoals omschreven onder 5.4 en 5.6 ontvangen hebben. Omdat de curatoren hun vordering tot die rechtspersonen en tot die bedragen beperken, is het niet nodig dat de rechtbank nader onderzoekt of nog andere rechtspersonen aansprakelijk zijn voor de schade. Ook de vraag of de in de vordering genoemde rechtspersonen gehouden zijn om meer schade te vergoeden kan onbeantwoord blijven.