ECLI:NL:HR:2005:AT7797
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- D.H. Beukenhorst
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- E.J. Numann
- J.C. van Oven
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de ontvankelijkheid van de curator in een faillissement bij onrechtmatige daad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 16 september 2005 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure waarbij de ontvankelijkheid van de curator in een faillissement ter discussie stond. De eiser, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. M.H. van der Woude, had cassatie ingesteld tegen de curator, mr. Marcus Antonius Maria Bannenberg, die in zijn hoedanigheid als curator van Installogic B.V. een vordering tot schadevergoeding had ingesteld. De curator stelde dat de eiser onrechtmatig had gehandeld jegens de schuldeisers van Installogic door de onderneming in augustus 1998 door te laten draaien, terwijl hij wist dat de vennootschap niet aan haar verplichtingen kon voldoen. De rechtbank had de curator in eerste instantie niet-ontvankelijk verklaard, maar het gerechtshof te 's-Hertogenbosch had deze beslissing vernietigd en de vordering van de curator toegewezen.
De Hoge Raad oordeelde dat de curator niet bevoegd was om de vordering in te stellen voor individuele schuldeisers, maar enkel voor de gezamenlijke schuldeisers. De Hoge Raad vernietigde het arrest van het hof en verwees de zaak terug naar het gerechtshof te Arnhem voor verdere behandeling. De Hoge Raad benadrukte dat de curator zijn bevoegdheid ontleent aan de Faillissementswet en dat hij niet kan optreden voor de belangen van individuele schuldeisers zonder de juiste machtiging. De uitspraak heeft belangrijke implicaties voor de rol van curatoren in faillissementen en de bescherming van de belangen van schuldeisers.
De Hoge Raad heeft de curator ook veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de eiser zijn begroot op € 2.344,96 aan verschotten en € 2.600,-- voor salaris. Deze uitspraak onderstreept de noodzaak voor curatoren om zorgvuldig te handelen binnen de grenzen van hun bevoegdheden en de belangen van alle schuldeisers in acht te nemen.