Uitspraak
1.Procesverloop
2.Uitgangspunten en feiten
3.Beoordeling van het middel
4.Beslissing
23 juni 2023.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 23 juni 2023 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure over de aansprakelijkheid van bestuurders van Drent Holding B.V. De curator van Drent Holding had de bestuurders aangeklaagd voor onrechtmatig handelen, omdat zij Nederlandse patenten hadden verkocht aan Müller Martini Druckmaschinen GmbH voor € 2 miljoen, terwijl de opbrengst door de bank was verrekend met een vordering op het Drent-concern. De rechtbank had de vorderingen van de curator in eerste aanleg afgewezen, maar het hof oordeelde in hoger beroep dat de bestuurders onrechtmatig hadden gehandeld jegens de gezamenlijke schuldeisers van Drent Holding. De Hoge Raad bevestigde dit oordeel en oordeelde dat de bestuurders persoonlijk aansprakelijk zijn voor de schade die de schuldeisers hebben geleden door hun handelen. De Hoge Raad benadrukte dat bestuurders ook aansprakelijk kunnen zijn voor onrechtmatige daden jegens derden, zoals schuldeisers, en dat de curator in faillissement onder bepaalde omstandigheden vorderingen kan instellen ter bescherming van de belangen van de gezamenlijke schuldeisers. De Hoge Raad verwierp het beroep van de eiser en veroordeelde hem in de proceskosten.