ECLI:NL:HR:2006:AW2582
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- P.C. Kop
- W.A.M. van Schendel
- W.D.H. Asser
- Rechtspraak.nl
Geschil over verontreinigde grond en verjaringstermijnen in civiel recht
In deze zaak gaat het om een geschil tussen Inno Holding Baarn B.V. en de Gemeente Sluis over de verkoop van een perceel verontreinigde grond, bestemd voor de realisatie van een bungalowpark. De Gemeente had in de transportakte een schone-grondverklaring afgegeven, maar na de verkoop bleek de grond ernstig verontreinigd te zijn. Inno, de eiseres tot cassatie, vorderde schadevergoeding op basis van wanprestatie en onrechtmatige daad. De rechtbank te Middelburg wees de vorderingen af, en het gerechtshof te 's-Gravenhage bekrachtigde dit vonnis. In cassatie werd de vraag aan de orde gesteld of de vorderingen van Inno waren verjaard en welke verjaringstermijn van toepassing was. De Hoge Raad oordeelde dat de korte verjaringstermijn van twee jaar, zoals vastgelegd in artikel 7:23 lid 2 BW, van toepassing was op de vorderingen van Inno. De Hoge Raad verwierp het principale beroep van Inno en oordeelde dat de vordering was verjaard, aangezien de stuitingsbrief van de curator te laat was verzonden. De Gemeente werd in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld.