Uitspraak
uitspraak van de meervoudige kamer van 25 januari 2024 in de zaak tussen
[eiser] , uit [woonplaats] , eiser
Inleiding
Totstandkoming van het besluit
Beoordeling door de rechtbank
De bestuurlijke dwangsom
Rechtbank Oost-Brabant
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Oost-Brabant het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor bijzondere bijstand voor de kosten van bewindvoering. Eiser, die onder bewind is gesteld, had bijzondere bijstand aangevraagd voor bewindvoerderskosten van € 119,69 per maand. Het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven heeft deze aanvraag afgewezen, omdat de draagkracht van eiser niet kon worden vastgesteld. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser zijn inlichtingenplicht heeft geschonden door geen mutatieoverzichten van zijn gokaccounts te overleggen, ondanks herhaaldelijke verzoeken van het college. Eiser had wel bankafschriften overgelegd, maar deze waren onvoldoende om zijn recht op bijstand vast te stellen. De rechtbank oordeelt dat de gokwinsten van eiser, die hij had ontvangen uit online gokken, als inkomen moeten worden aangemerkt, ongeacht of deze op zijn bankrekening zijn bijgeschreven. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, waardoor de afwijzing van de aanvraag om bijzondere bijstand in stand blijft. Eiser heeft geen recht op vergoeding van proceskosten, omdat het college het primaire besluit niet heeft herroepen.