Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[eiseres] , te [woonplaats] , eiseres
de heffingsambtenaar van het Noordelijk Belastingkantoor, verweerder
Vooraf
/2760 met een gelijkluidende inhoud als 20/172, uitsluitend op eiseres (zie ook 6.5.).
Procesverloop
Overwegingen
Uit de tekst van artikel 4:19 Awb en uit zijn wetsgeschiedenis volgt dat met deze bepaling is beoogd de proceseconomie te dienen. Met artikel 4:19 Awb wordt bewerkstelligd dat de belanghebbende, onder meer in het geval dat hij beroep heeft ingesteld tegen een uitspraak op bezwaar, geen aparte procedure bij de rechter hoeft te starten om bezwaren tegen de vaststelling van de hoogte van de dwangsom aan die rechter voor te leggen. De belanghebbende kan volstaan met het inbrengen van dergelijke bezwaren in die beroepsprocedure (vgl. Kamerstukken II 2004/05, 29 934, nr. 3, blz. 10). Gelet hierop moeten klachten betreffende een op grond van artikel 4:18 Awb vast te stellen dwangsombeschikking wegens het niet tijdig beslissen op bezwaar, worden geacht deel uit te maken van het beroep inzake (het niet of niet tijdig nemen van) die beslissing. Dat geldt ook in een geval als dit, waarin die klachten zien op het niet (tijdig) vaststellen van die dwangsombeschikking. Ook in zo’n geval wordt met het aandragen van die klachten niet een aparte procedure bij de rechter gestart maar worden deze klachten ingebracht en behandeld in het kader van dat beroep.”
Doel van de dwangsom is het onder druk zetten van het bestuursorgaan teneinde verdere vertraging te voorkomen.” De rechtbank overweegt bovendien dat het nemen van een dwangsombeschikking geen beschikking op aanvraag is in de zin van artikel 4:17, eerste lid, van de Awb en verweerder daarom geen dwangsom kan verbeuren wegens het niet tijdig nemen van een dwangsombeschikking. Zie de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State in de uitspraak van 16 april 2014 (ECLI:NL:RVS:2014:1290).