ECLI:NL:RBNHO:2025:7853
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Waardedruk bij staking van onderneming en duurzame zelfbewoning in belastingaanslag
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 3 juli 2025 uitspraak gedaan in een belastingkwestie tussen eiser, vertegenwoordigd door mr. F. Jagersma, en de inspecteur van de Belastingdienst. De zaak betreft een aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (IB/PVV) voor het jaar 2018, waarbij eiser bezwaar heeft gemaakt tegen de aanslag die was opgelegd op basis van een verzamelinkomen van € 98.055. Eiser heeft zijn onderneming, een fysiotherapiepraktijk, gestaakt en stelt dat bij de waardering van het bedrijfsgedeelte van het pand rekening moet worden gehouden met een waardedrukkende factor wegens duurzame zelfbewoning. De rechtbank heeft vastgesteld dat de praktijkruimte en het woongedeelte van eiser als één geheel moeten worden gezien, en dat er sprake is van duurzame zelfbewoning. De rechtbank oordeelt dat de waarde van het praktijkgedeelte bij staking moet worden verminderd met een waardedrukkende factor van 15%, wat leidt tot een aanpassing van het belastbaar inkomen. Daarnaast heeft eiser een verzoek ingediend voor immateriële schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn, wat door de rechtbank is toegewezen. De rechtbank heeft de uitspraak op bezwaar vernietigd en de aanslag IB/PVV 2018 gewijzigd, waarbij de belastingrente dienovereenkomstig is verminderd. Eiser is in de proceskosten vergoed.