15.3.Eiseres heeft benoemd dat de geselecteerde functies haar vreemd voorkomen, omdat zij weinig of niet kan focussen, contact en interactie met anderen (klanten of collega’s) lastig is en zij ten tijde van het arbeidsdeskundigen rapport nog volop met haar herstel (therapie) bezig was. Voor zover eiseres daarmee stelt dat de medische beoordeling op deze punten niet klopt, ziet de rechtbank daarvoor geen aanknopingspunt. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft in de FML van 15 februari 2024 onder meer opgenomen dat eiseres alleen kan omgaan met storingen en onderbrekingen en met deadlines en productiepieken zolang dit ook geen wezenlijk onderdeel van de functie vormt (items 1.8.3. en 1.8.4.). Aangenomen is verder dat eisers een conflict met agressieve of onredelijke mensen alleen in telefonisch of schriftelijk contact aankan (item 2.12.5.) en, mede vanwege de behandelingen van eiser, is aangenomen dat eisers tot en met 5 uur per dag (item 6.2.3.) en tot en met 25 uur per week (item 6.3.3.) kan werken. Eiseres heeft geen medische informatie overgelegd, die aanleiding zou kunnen vormen twijfel aan de juistheid van de vastgestelde belastbaarheid.
De juistheid van de arbeidsdeskundige beoordeling
16. Voor zover eiseres met haar standpunt zoals in overweging 15.3. weergegeven, bedoelt dat de geselecteerde functies haar belastbaarheid overschrijden volgt de rechtbank haar daarin niet. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep is uitgegaan van de FML van 15 februari 2024 zoals die door de verzekeringsarts bezwaar en beroep is vastgesteld. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft naar het oordeel van de rechtbank in het rapport van 1 maart 2024 navolgbaar gemotiveerd dat de functies eiseres’ belastbaarheid niet overschrijden. Eiseres heeft dat niet betwist.
Datum van aanzegging van de functies
17. Op grond van artikel 19aa, tweede lid, van de ZW, heeft de verzekerde, bedoeld in het eerste lid, in afwijking van het eerste lid, onderdeel b, recht op ziekengeld tot een maand na de dag waarop hij in staat is om meer dan 65% van het maatmaninkomen per uur te verdienen. Dit wordt ook wel de uitlooptermijn genoemd
18. Uitgangspunt is dat bij de EZWB zoveel mogelijk wordt aangesloten bij de systematiek van de Wet WIA. Voor wat betreft de te hanteren uitlooptermijn geldt in dat verband dat deze is bedoeld om de verzekerde de gelegenheid te geven zich in te stellen op zijn gewijzigde (financiële) situatie en zich te oriënteren op de arbeidsmarkt om zijn/haar resterende verdiencapaciteit te benutten. Naar vaste rechtspraak van de Centrale Raad van Beroep vangt de uitlooptermijn aan op het moment van aanzeggen van de (nieuw) geselecteerde functies.
19. Volgens eiseres heeft het Uwv onvoldoende gemotiveerd waarom de verlengde uitlooptermijn vóór afloop van de 104 weken eindigde. Eiseres wijst erop dat zij het voornemen tot beëindiging van de ZW-uitkering van 8 maart 2024 niet heeft ontvangen. Daarom zijn volgens haar de functies niet tijdig aangezegd. De rechtbank begrijpt het betoog van eiseres zo dat zij betwist dat de geselecteerde functies zijn aangezegd op 8 maart 2024, omdat zij het voornemen met het rapport van de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep van 1 maart 2024 waarin de functies zijn geduid, niet heeft ontvangen, althans pas na het bestreden besluit 2 van 28 maart 2024 heeft ontvangen. Het betoog van eiseres slaagt. Dit legt de rechtbank hierna uit.