Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
2.INLEIDEND
3.TENLASTELEGGING
bijlage 1aan dit vonnis gehecht.
[slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] heeft vermoord, welke misdrijven door hem zijn
vermoorden, welke pogingen tot die misdrijven door hem zijn gepleegd met
een terroristisch oogmerk;
poging tot dat misdrijf door hem is gepleegd met een terroristisch oogmerk;
[slachtoffer 19] , [slachtoffer 20] , [slachtoffer 21] , [slachtoffer 22] en [slachtoffer 23] heeft bedreigd met een terroristisch
[dienstnummer] ) van de Penitentiaire Inrichting Lelystad heeft mishandeld.
4.VOORVRAGEN
5.WAARDERING VAN HET BEWIJS
bijlage 2). De bewijsmiddelen dienen op deze plaats als ingelast te worden beschouwd.
.[slachtoffer 2] heeft zichzelf kleingemaakt en is gehurkt tegen de toegangsdeur gaan zitten. [4] Bij de toegangsdeur aan de overzijde van het portaal zijn [slachtoffer 9] , [slachtoffer 10] en [slachtoffer 11] achter elkaar weggedoken. Ook zij hebben zich kleingemaakt. Op dat moment is de tram gestopt ( [slachtoffer 2] had eerder al aan de noodrem getrokken). [5] Verdachte draaide zich om en schoot tweemaal op [slachtoffer 3] . Vervolgens is hij in de richting van de achterzijde van de tram gelopen. Hij heeft in het voorbijgaan nogmaals op [slachtoffer 1] geschoten. [slachtoffer 1] viel daarna van haar stoel op de vloer.
:“Allah Akbar!” geroepen.
6.BEWEZENVERKLARING
7.DE STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN
gepleegd;
8.DE STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE
9.MOTIVERING VAN DE STRAF
is toegesneden op berechting van verdachten, bij wie een gebrekkige ontwikkeling of
ziekelijke stoornis van de geestvermogens wordt vermoed. Als de rechtbank enerzijds
aanleiding heeft gezien die regeling toe te passen wringt de oplegging van een
levenslange gevangenisstraf daarmee.
Wringt de berechting met toepassing van de regeling van Boek IV, Titel IIA van het
De rechtbank heeft die beslissing gegrond op onder meer de volgende overwegingen:
2. De persoon van de verdachte en de afwezigheid van rechtsgeleerde bijstandHet wettelijk kader
”
Het bij verdachte gemeten IQ en de verminderde toerekening
Er zijn in het algemeen gevallen denkbaar waarin een gemeten IQ en/of de aard en ernst van een bij een verdachte vastgestelde gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis de strafrechtelijke verwijtbaarheid zodanig doen verbleken, dat weliswaar zijn strafbaarheid moet worden aangenomen, doch het gewicht van de verwijtbaarheid van zijn handelen daardoor in zeer sterke mate wordt gerelativeerd. In een dergelijk geval kan het daarom zijn dat de rechter afziet van het opleggen van een levenslange gevangenisstraf en wél overgaat tot het opleggen van een tijdelijke gevangenisstraf, in het voorkomende geval gecombineerd met de maatregel van TBS.
Staat artikel 3 EVRM in de weg aan oplegging van levenslange gevangenisstraf?
10.BESLAG
11.BENADEELDE PARTIJEN
- opgenomen vrije dagen voor bijwonen inhoudelijke behandeling strafzaak: € 521,60;
- reiskosten, gemaakt op 20 maart 2019 voor het afscheid nemen van [slachtoffer 3] in het ziekenhuis: € 22,93;
- opgenomen vrije uren voor het bijwonen van bijeenkomsten en zittingen: € 1.277,93;
- reis- en parkeerkosten: € 108,45;
- extra kinderopvang: € 262,62;
- huur aanhangwagen ten behoeve van leegruimen woning [slachtoffer 3] : € 25,-;
- huur opslag voor de spullen van [slachtoffer 3] : € 251,36;
- opgenomen vrije uren voor het bijwonen van bijeenkomsten en zittingen: € 1.504,33;
- reis- en parkeerkosten: € 309,82;
- een daggeldvergoeding voor het verblijf van [slachtoffer 4] in het ziekenhuis: € 240,-;
- schade aan de kleding van [slachtoffer 4] : € 350,-;
- kosten van reiniging van de auto van [slachtoffer 4] € 205,70;
- vergoeding van immateriële schade die [slachtoffer 4] heeft geleden: € 41.250,-.
- reis- en parkeerkosten:
- kosten in verband met studievertraging: € 21.400,-;
- verlies aan verdienvermogen: € 2.152,-;
- reis- en parkeerkosten in verband met behandeling door psycholoog: € 212,16;
- verlies verzorging levensonderhoud door overleden partner: € 266.032,-;
- kosten van lijkbezorging: € 5.626,-;
- kosten voor financiële ondersteuning: € 908,-;
- kosten voor juridische bijstand, gemaakt ter vaststelling van de schade: € 6.189,-;
- kosten van het rapport van Nederlands Rekencentrum Letselschade, ter vaststelling van de schade: € 3.460,-.
- affectieschade: € 17.500,-;
- shockschade: € 20.000,-.
- affectieschade: € 17.500,-;
- shockschade: € 20.000,-.
- zaakschade: € 2.850,05;
- medische kosten en hulpmiddelen: € 17.262,33;
- kosten voor mantelzorg en huishoudelijke hulp: € 1.794,-;
- reis- en parkeerkosten: € 750,-;
- kosten in verband met de woning: € 3.722,18;
- verlies van verdienvermogen: € 5.000,-;
- vergoeding voor studievertraging: € 11.851,50;
- kosten zonder nut: € 804,-;
- buitengerechtelijke kosten: € 5.061,47.
- eigen bijdrage zorgverzekering (ziekenhuiskosten en behandeling PTSS): € 604,37;
- kosten in verband met extra gereden kilometers: € 207,48;
- dagwaarde jas in verband met schade: € 100,-;
- kosten van het opvragen van medische informatie: € 50,58;
- verlies van arbeidsvermogen: € 5.876,26.
- beschadigde kleding: € 305,-;
- eigen risico zorgverzekering: € 416,08;
- reiskosten voor het bezoeken van zijn raadsman, een notaris, zijn adviseur en de psycholoog, totaal: € 136,80;
- vergoeding huishoudelijke hulp tot de dag van de zitting: € 2.016,50;
- toekomstige schade in verband met huishoudelijke hulp: € 1.000,-;
- inkomstenderving: € 3.000,-;
- immateriële schade € 100.000,-;
- een identiteitsbewijs: € 60,-;
- rijbewijs: € 40,-;
- portemonnee: € 150,-;
- werkbroek: € 45,-;
- trui: € 30,-;
- telefoonscherm: €150,-;
- horloge: € 375,-;
- contant geld in portemonnee: € 200,-.
€ 14.084,-. De door haar geleden materiële schade (€ 4.084,-) bestaat uit het verlies van haar tas met inhoud en kosten als gevolg van beschadigde kleding. In de tas zat veel contant geld in verband met de geplande aankoop van een scooter. Verder vordert [benadeelde 25] immateriële schadevergoeding van in totaal € 10.000,-.
,levert als zodanig niet een onevenredige belasting van het strafgeding op. Het enkele feit dat er in deze zaak veel vorderingen zijn ingediend, waarvan een deel bovendien omvangrijk, betekent niet dat daarom de vorderingen niet in de strafzaak meegenomen kunnen worden. De rechtbank zal de vorderingen inhoudelijk bespreken. In een enkel geval zal dit anders liggen, zoals uit het navolgende zal blijken.
uit de aard daarvan een symbolisch karakter heeft, omdat zij geen volledige compensatie kan bieden voor het verdriet van de naasten. De kring van gerechtigden is beperkt.
- vrije uren: 3,5 uur x € 22,37 = € 78,30
- reiskeerkosten ± 90 km à € 0,26 € 23,40
- parkeerkosten € 8,53
- huur aanhangwagen en opslag
- vrije uren: 52,5 uur € 22,37 = € 1.174,43
- kosten kinderopvang € 262,62
- reis- en parkeerkosten
- kosten van lijkbezorging: € 9.848,37;
- ziekenhuis daggeldvergoeding € 240,-;
- schade aan kleding € 350,-;
- reinigingskosten auto € 205,70.
,is naar het oordeel van de rechtbank geen sprake van het op directe wijze geconfronteerd zijn met de ernstige gevolgen van dit misdrijf en de omstandigheden waaronder het heeft plaatsgevonden. Er dient sprake te zijn van bijzondere bijkomende omstandigheden. Gelet op het voorgaande kan geen vergoeding van shockschade aan benadeelde worden toegekend. De rechtbank zal [benadeelde 8] daarom niet-ontvankelijk verklaren in deze vordering.
- kosten van lijkbezorging: € 5.626,-;
- kosten van financiële ondersteuning: € 908,-;
- kosten van juridische bijstand, ter vaststelling van schade: € 6.189,-;
- kosten van het rapport van Nederlands Rekencentrum Letselschade, ter vaststelling van schade: € 3.460,-.
- zaakschade: € 2.850,05;
- mantelzorg en huishoudelijke hulp: € 1.794,-;
- reis- en parkeerkosten: € 750,-;
- kosten in verband met de woning: € 3.722,18;
- verlies van verdienvermogen: € 5.000,-;
- schade in verband met studievertraging: € 11.851,50;
- kosten zonder nut: € 804,-;
- buitengerechtelijke kosten: € 5.061,47.
12.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
13.BESLISSING
een levenslange gevangenisstraf;
- wijst de vordering van [benadeelde 1] toe tot een bedrag van € 17.500,- (zegge zeventienduizend en vijfhonderd euro), bestaande uit immateriële schade;
- veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan [benadeelde 1] , te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 18 maart 2019 tot de dag van de volledige betaling;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op € 521,60;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van de benadeelde partij, [benadeelde 1] , € 17.500,- (zegge zeventienduizend en vijfhonderd euro) aan de Staat te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 18 maart 2019 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 1 dag gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
- wijst de vordering van [benadeelde 2] toe tot een bedrag van € 386,59 (zegge driehonderdzesentachtig euro en negenenvijftig eurocent), bestaande uit materiële schade;
- veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan [benadeelde 2] , te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 18 maart 2019 tot de dag van de volledige betaling;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op € 1.513,57;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van de benadeelde partij, [benadeelde 2] , € 386,59 (zegge driehonderdzesentachtig euro en negenenvijftig eurocent) aan de Staat te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 18 maart 2019 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 1 dag gijzeling;
- bepaalt dat de benadeelde partij, [benadeelde 3] , niet-ontvankelijk is in haar vordering en dat de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- compenseert de kosten tussen partijen aldus, dat elke partij de eigen kosten draagt;
- wijst de vordering van de benadeelde partij, [benadeelde 4] , toe tot een bedrag van € 71.894,07 (zegge eenenzeventigduizend achthonderdvierennegentig euro en zeven eurocent), bestaande uit € 10.644,07 voor materiële schade en € 61.250,- voor immateriële schade;
- veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan [benadeelde 4] , te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 18 maart 2019 tot de dag van de volledige betaling;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van de benadeelde partij, [benadeelde 4] , € 71.894,07 (zegge eenenzeventigduizend achthonderdvierennegentig euro en zeven eurocent) aan de Staat te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 18 maart 2019 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 1 dag gijzeling;
- wijst toe de vordering van de benadeelde partij, [benadeelde 5] ;
- veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan [benadeelde 5] van een bedrag van € 20.000,- (zegge twintigduizend euro), bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 18 maart 2019 tot de dag van de volledige betaling;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van de benadeelde partij, [benadeelde 5] ,
- wijst de vordering van de benadeelde partij, [benadeelde 6] , toe tot een bedrag van € 17.500,- (zegge zeventienduizend en vijfhonderd euro), bestaande uit immateriële schade;
- veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan [benadeelde 6] , te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 18 maart 2019 tot de dag van de volledige betaling;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van de benadeelde partij, [benadeelde 6] , € 17.500,- (zegge zeventienduizend en vijfhonderd euro) aan de Staat te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 18 maart 2019 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 1 dag gijzeling;
- wijst de vordering van de benadeelde partij, [benadeelde 7] , toe tot een bedrag van € 20.000,- (zegge twintigduizend euro), bestaande uit immateriële schade;
- veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan [benadeelde 7] , te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 18 maart 2019 tot de dag van de volledige betaling;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van de benadeelde partij, [benadeelde 7] , € 20.000,- (zegge twintigduizend euro) aan de Staat te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 18 maart 2019 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 1 dag gijzeling;
- wijst de vordering van de benadeelde partij, [benadeelde 8] , toe tot een bedrag van € 17.500,- (zegge zeventienduizend en vijfhonderd euro), bestaande uit immateriële schade;
- veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan [benadeelde 8] , te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 18 maart 2019 tot de dag van de volledige betaling;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van de benadeelde partij, [benadeelde 8] , € 17.500,- (zegge zeventienduizend en vijfhonderd euro) aan de Staat te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 18 maart 2019 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 1 dag gijzeling;
- bepaalt dat de benadeelde partij, [benadeelde 9] , niet-ontvankelijk is in haar vordering en dat de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- compenseert de kosten tussen partijen aldus, dat elke partij de eigen kosten draagt;
- veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan [benadeelde 10] , te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 18 maart 2019 tot de dag van de volledige betaling;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van de benadeelde partij, [benadeelde 10] , € 186.183,- (zegge honderdzesentachtig duizend en honderd drieëntachtig euro) aan de Staat te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 18 maart 2019 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 1 dag gijzeling;
- wijst de vordering van de benadeelde partij, [benadeelde 11] , toe tot een bedrag van € 25.500,- (zegge vijfentwintigduizend en vijfhonderd euro), bestaande uit € 5.500,- voor materiële schade en € 20.000,- voor immateriële schade;
- veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan [benadeelde 11] , te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 18 maart 2019 tot de dag van de volledige betaling;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van de benadeelde partij, [benadeelde 11] , € 25.500,- (zegge vijfentwintigduizend en vijfhonderd euro) aan de Staat te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 18 maart 2019 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 1 dag gijzeling;
- wijst de vordering van de benadeelde partij, [benadeelde 12] , toe tot een bedrag van € 28.250,- (zegge achtentwintigduizend en tweehonderdvijftig euro), bestaande uit € 8.250,- voor materiële schade en € 20.000,- voor immateriële schade;
- veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan [benadeelde 12] , te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 18 maart 2019 tot de dag van de volledige betaling;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van de benadeelde partij, [benadeelde 12] , € 28.250,- (zegge achtentwintigduizend en tweehonderdvijftig euro) aan de Staat te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 18 maart 2019 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 1 dag gijzeling;
- wijst de vordering van de benadeelde partij, [benadeelde 13] , toe tot een bedrag van € 42.250,- (zegge tweeënveertigduizend en tweehonderdvijftig euro), bestaande uit € 22.250,- voor materiële schade en € 20.000,- voor immateriële schade;
- veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan [benadeelde 13] , te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 18 maart 2019 tot de dag van de volledige betaling;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van de benadeelde partij, [benadeelde 13] , € 42.250,- (zegge tweeënveertigduizend en tweehonderdvijftig euro) aan de Staat te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 18 maart 2019 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 1 dag gijzeling;
De vordering van [benadeelde 14] , vader van [slachtoffer 2]
- wijst de vordering van de benadeelde partij, [benadeelde 14] , toe tot een bedrag van € 17.500,- (zegge zeventienduizend en vijfhonderd euro), bestaande uit immateriële schade;
- veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan [benadeelde 14] , te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 18 maart 2019 tot de dag van de volledige betaling;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van de benadeelde partij, [benadeelde 14] , € 17.500,- (zegge zeventienduizend en vijfhonderd euro) aan de Staat te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 18 maart 2019 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 1 dag gijzeling;
- wijst de vordering van de benadeelde partij, [benadeelde 15] , toe tot een bedrag van € 17.500,- (zegge zeventienduizend en vijfhonderd euro), bestaande uit immateriële schade;
- veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan [benadeelde 15] , te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 18 maart 2019 tot de dag van de volledige betaling;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van de benadeelde partij, [benadeelde 15] , € 17.500,- (zegge zeventienduizend en vijfhonderd euro) aan de Staat te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 18 maart 2019 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 1 dag gijzeling;
- bepaalt dat de benadeelde partij, [benadeelde 16] , niet-ontvankelijk is in haar vordering en dat de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- compenseert de kosten tussen partijen aldus, dat elke partij de eigen kosten draagt;
- bepaalt dat de benadeelde partij, [benadeelde 17] , niet-ontvankelijk is in haar vordering en dat de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- compenseert de kosten tussen partijen aldus, dat elke partij de eigen kosten draagt;
- bepaalt dat de benadeelde partij, [benadeelde 18] , niet-ontvankelijk is in zijn vordering en dat de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- compenseert de kosten tussen partijen aldus, dat elke partij de eigen kosten draagt;
- wijst de vordering van de benadeelde partij, [slachtoffer 5] , toe tot een bedrag van € 143.654,39 (zegge honderddrieënveertigduizend zeshonderdvierenvijftig euro en negenendertig eurocent), bestaande uit € 43.654,39 voor materiële schade en 100.000,- voor immateriële schade;
- veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan [slachtoffer 5] , te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 18 maart 2019 tot de dag van de volledige betaling;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van de benadeelde partij, [slachtoffer 5] ,
- veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan [benadeelde 19] , te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 18 maart 2019 tot de dag van de volledige betaling;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op € 50,-;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van de benadeelde partij, [benadeelde 19] ,
- wijst de vordering van de benadeelde partij, [benadeelde 20] , toe tot een bedrag van € 20.525,- (zegge twintigduizend vijfhonderdvijfentwintig euro), bestaande uit € 525,- voor materiëleschade en 20.000,- voor immateriële schade;
- veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan [benadeelde 20] , te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 18 maart 2019 tot de dag van de volledige betaling;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op € 50,-;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van de benadeelde partij, [benadeelde 20] , € 20.525,- (zegge twintigduizend vijfhonderdvijfentwintig euro) aan de Staat te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 18 maart 2019 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 1 dag gijzeling;
- wijst de vordering van de benadeelde partij, [benadeelde 21] , toe tot een bedrag van € 20.928,35 (zegge twintigduizend negenhonderdachtentwintig euro en vijfendertig eurocent), bestaande uit € 928,35 voor materiële schade en € 20.000 voor immateriële schade;
- veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan [benadeelde 21] , te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 18 maart 2019 tot de dag van de volledige betaling;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op € 50,-;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van de benadeelde partij, [benadeelde 21] , € 20.928,35 (zegge twintigduizend negenhonderdachtentwintig euro en vijfendertig eurocent) aan de Staat te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 18 maart 2019 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 1 dag gijzeling;
- wijst toe de vordering van de benadeelde partij, [slachtoffer 6] ;
- veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan [slachtoffer 6] van een bedrag van € 60.571,07 (zegge zestigduizend vijfhonderdeenenzeventig euro en zeven eurocent), bestaande uit
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van de benadeelde partij, [slachtoffer 6] ,
- bepaalt dat de benadeelde partij, [benadeelde 22] , niet-ontvankelijk is in haar vordering en dat de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- compenseert de kosten tussen partijen aldus, dat elke partij de eigen kosten draagt;
- wijst de vordering van de benadeelde partij, [slachtoffer 7] , toe tot een bedrag van € 26.426,19 (zegge zesentwintigduizend vierhonderdzesentwintig euro en negentien eurocent), bestaande uit € 4.776,19 voor materiële schade en 21.650,- voor immateriële schade;
- veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan [slachtoffer 7] , te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 18 maart 2019 tot de dag van de volledige betaling;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op € 2.062,50;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van de benadeelde partij, [slachtoffer 7] , € 26.426,19 (zegge zesentwintigduizend vierhonderdzesentwintig euro en negentien eurocent) aan de Staat te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 18 maart 2019 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 1 dag gijzeling;
- wijst toe de vordering van de benadeelde partij, [slachtoffer 18] ;
- veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan [slachtoffer 18] van een bedrag van € 7.500,- (zegge zevenduizend vijfhonderd euro), bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 18 maart 2019 tot de dag van de volledige betaling;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van de benadeelde partij, [slachtoffer 18] , € 7.500,- (zegge zevenduizend vijfhonderd euro) aan de Staat te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 18 maart 2019 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 1 dag gijzeling;
- wijst toe de vordering van de benadeelde partij, [slachtoffer 9] ;
- veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan [slachtoffer 9] van een bedrag van € 10.000,- (zegge tienduizend euro), bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 18 maart 2019 tot de dag van de volledige betaling;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van de benadeelde partij, [slachtoffer 9] , € 10.000,- (zegge tienduizend euro) aan de Staat te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 18 maart 2019 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 1 dag gijzeling;
- wijst de vordering van de benadeelde partij, [slachtoffer 12] , toe tot een bedrag van € 15.721,08 (zegge vijftienduizend zevenhonderdeenentwintig euro en acht eurocent), bestaande uit € 721,08 voor materiële schade en € 15.000,- voor immateriële schade;
- veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan [slachtoffer 12] , te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 18 maart 2019 tot de dag van de volledige betaling;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op € 136,80;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van de benadeelde partij, [slachtoffer 12] ,
- wijst de vordering van de benadeelde partij, [slachtoffer 13] , toe tot een bedrag van € 27.715,- (zegge zevenentwintigduizend zevenhonderdvijftien euro), bestaande uit € 17.715,- voor materiële schade en € 10.000,- voor immateriële schade;
- veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan [slachtoffer 13] , te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 18 maart 2019 tot de dag van de volledige betaling;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van de benadeelde partij, [slachtoffer 13] ,
- wijst de vordering van de benadeelde partij, [slachtoffer 19] , toe tot een bedrag van € 7.500,- (zegge zevenduizend vijfhonderd euro), bestaande uit immateriële schade;
- veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan [slachtoffer 19] , te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 18 maart 2019 tot de dag van de volledige betaling;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van de benadeelde partij, [slachtoffer 19] , € 7.500,- (zegge zevenduizend vijfhonderd euro) aan de Staat te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 18 maart 2019 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 1 dag gijzeling;
De vordering van [slachtoffer 8]
- wijst de vordering van de benadeelde partij, [slachtoffer 8] , toe tot een bedrag van € 10.000,- (zegge tienduizend euro), bestaande uit immateriële schade;
- veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan [slachtoffer 8] , te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 18 maart 2019 tot de dag van de volledige betaling;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van de benadeelde partij, [slachtoffer 8] ,
- wijst toe de vordering van de benadeelde partij, [slachtoffer 10] ;
- veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan [slachtoffer 10] van een bedrag van € 10.000,- (zegge tienduizend euro), bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 18 maart 2019 tot de dag van de volledige betaling;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van de benadeelde partij, [slachtoffer 10] ,
- wijst de vordering van de benadeelde partij, [slachtoffer 21] , toe tot een bedrag van € 7.617,- (zegge zevenduizend zeshonderdzeventien euro), bestaande uit € 117,- voor materiële schade en € 7.500 voor immateriële schade;
- veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan [slachtoffer 21] , te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 18 maart 2019 tot de dag van de volledige betaling;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van de benadeelde partij, [slachtoffer 21] , € 7.617,- (zegge zevenduizend zeshonderdzeventien euro) aan de Staat te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 18 maart 2019 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 1 dag gijzeling;
- wijst de vordering van de benadeelde partij, [slachtoffer 17] , toe tot een bedrag van € 7.500,- (zegge zevenduizend vijfhonderd euro), bestaande uit immateriële schade;
- veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan [slachtoffer 17] , te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 18 maart 2019 tot de dag van de volledige betaling;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van de benadeelde partij, [slachtoffer 17] , € 7.500,- (zegge zevenduizend vijfhonderd euro) aan de Staat te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 18 maart 2019 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 1 dag gijzeling;
- wijst de vordering van de benadeelde partij, [slachtoffer 14] , toe tot een bedrag van € 7.500,- (zegge zevenduizend vijfhonderd euro), bestaande uit immateriële schade;
- veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan [slachtoffer 14] , te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 18 maart 2019 tot de dag van de volledige betaling;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van de benadeelde partij, [slachtoffer 14] , € 7.500,- (zegge zevenduizend vijfhonderd euro) aan de Staat te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 18 maart 2019 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 1 dag gijzeling;
- wijst de vordering van de benadeelde partij, [slachtoffer 15] , toe tot een bedrag van € 7.500,- (zegge zevenduizend vijfhonderd euro), bestaande uit immateriële schade;
- veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan [slachtoffer 15] , te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 18 maart 2019 tot de dag van de volledige betaling;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van de benadeelde partij, [slachtoffer 15] , € 7.500,- (zegge zevenduizend vijfhonderd euro) aan de Staat te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 18 maart 2019 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 1 dag gijzeling;
De vordering van [benadeelde 23]
- bepaalt dat de benadeelde partij, [benadeelde 23] , niet-ontvankelijk is in zijn vordering en dat de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- compenseert de kosten tussen partijen aldus, dat elke partij de eigen kosten draagt;
- bepaalt dat de benadeelde partij, [benadeelde 24] , niet-ontvankelijk is in haar vordering en dat de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- compenseert de kosten tussen partijen aldus, dat elke partij de eigen kosten draagt;
- bepaalt dat de benadeelde partij, [benadeelde 25] , niet-ontvankelijk is in haar vordering en dat de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- compenseert de kosten tussen partijen aldus, dat elke partij de eigen kosten draagt;
- bepaalt dat de benadeelde partij, de medewerker van de Penitentiaire Inrichting met dienstnummer [dienstnummer] , niet-ontvankelijk is in zijn vordering en dat de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- compenseert de kosten tussen partijen aldus, dat elke partij de eigen kosten draagt.
Allāhu akbarheeft geroepen;
- [slachtoffer 12] , [slachtoffer 14] , [slachtoffer 15] en/of [slachtoffer 16] (telkens) door met een vuurwapen in de hand dreigend op de voornoemde personen af te lopen en daarbij te schieten met het vuurwapen,
- [slachtoffer 17] en/of [slachtoffer 18] (telkens) door een vuurwapen in hun richting te houden en met dat vuurwapen te schieten,
- [slachtoffer 19] en/of [slachtoffer 20] (telkens) door een vuurwapen op hen te richten en/of
- [slachtoffer 21] , [slachtoffer 22] en/of [slachtoffer 23] (telkens) door voor hen zichtbaar in hun nabijheid (op ogenschijnlijk willekeurige personen) te schieten met een vuurwapen en dat vuurwapen te richten op (ogenschijnlijk willekeurige) personen,
Allāhu akbarheeft geroepen;
De met behulp van camera’s vastgelegde beelden
- 10.41.14 uur: Verdachte pakt een pistool onder zijn jas vandaan.
- 10.41.17 uur: Verdachte loopt door de tram met een vuurwapen met demper in zijn
trekt verdachte het pistool terug.
naar haar borst. [37]
- 10.41.36 uur: Verdachte richt zijn wapen weer op [slachtoffer 6] . [slachtoffer 6] duikt weg en
- 10.41.37 uur: Verdachte richt hierna zijn wapen op [slachtoffer 12] .
tramstel 2. Hier richt hij zijn wapen op [slachtoffer 2] [de rechtbank
begrijpt: [slachtoffer 2] ] die zijn tas voor zijn hoofd houdt als bescherming.
De andere getuigen zitten gehurkt dicht achter elkaar [de rechtbank
begrijpt uit de screenshots en tekening dat met de andere getuigen
worden bedoeld: [slachtoffer 11] , [slachtoffer 10] en [slachtoffer 9] ].
begrijpt: [slachtoffer 2] ]. Gezien de reacties van de getuigen, gehurkt voorin
de tram is er een schot afgegaan. Later werden in de tas van [slachtoffer 2]
twee kogelinslagen aangetroffen. [39]
- 10.41.45 uur: Verdachte richt vervolgens zijn pistool op [benadeelde 5] [de rechtbank
- 10.41.51 uur: Verdachte loopt terug door het tramstel en richt zijn wapen in het
[slachtoffer 13] . Verdachte ziet dat de deur opengaat en dat getuigen uit de
tram rennen, waaronder [slachtoffer 5] en [slachtoffer 12] . [41]
- 10.41.58 uur: Verdachte richt zijn pistool op [slachtoffer 5] , die blijft liggen.
- 10.42.01 uur: Verdachte bekijkt zijn pistool terwijl op dat moment door andere
- 10.42.02 uur: Verdachte bekijkt zijn patroonhouder in zijn pistool.
- 10.42.21 uur: Verdachte loopt naar voren en lijkt zijn patroonhouder te vullen met
- 10.42.23 uur: Verdachte loopt naar de voorzijde van de tram en te zien is dat hij de
- 10.42.26 uur: Verdachte stapt over het lichaam van [slachtoffer 1] heen die van haar stoel op
- 10.42.38 uur: Intussen zijn [slachtoffer 7] en [slachtoffer 8] bezig om de tram te verlaten.
- 10.42.31 uur: [slachtoffer 2] [de rechtbank begrijpt: [slachtoffer 2] ] verlaat als laatste het tramstel
pistool op [slachtoffer 2] [de rechtbank begrijpt: [slachtoffer 2] ]. [45]
Achter hem is [benadeelde 5] [de rechtbank begrijpt: [slachtoffer 3] ] te zien die
bewegingsloos in zijn stoel zit. [46]
- 10.42.43 uur: Verdachte heeft vermoedelijk de houder uit zijn pistool gehaald en is
- 10.43.07 uur: Verdachte trekt de slede van zijn pistool naar achteren en loopt
Het overlijden van [slachtoffer 2] , [slachtoffer 1] en [slachtoffer 3]
[slachtoffer 1] is overleden in het UMC Utrecht op 18 maart 2019. [58] Het overlijden van [slachtoffer 1] wordt verklaard door twee doorschoten van de romp. [59]
[slachtoffer 5] , [slachtoffer 6] en [slachtoffer 7]
[slachtoffer 8] , [slachtoffer 9] , [slachtoffer 10] , [slachtoffer 11] , [slachtoffer 12] en [slachtoffer 13]
[slachtoffer 14] , [slachtoffer 15] , [slachtoffer 16] , [slachtoffer 18] , [slachtoffer 19] , [slachtoffer 20] , [slachtoffer 21] , [slachtoffer 22] en [slachtoffer 23]
Nadat deze mensen waren uitgestapt zag ik in de zelfde deuropening een man staan. Ik zag vervolgens dat één van de studentes op de grond viel. Ik zag vervolgens dat de man in de deuropening op het meisje schoot. Ik zag dat deze man een wapen in zijn handen vast hield. Ik hoorde en zag dat de man één schot op het meisje afvuurde. Ik zag dat de man vervolgens de tram weer inliep. Vervolgens hoorde ik nog enkele schoten.
Het overlijden van [slachtoffer 4]
[slachtoffer 17]
- Ik hoorde iets en zag een vrouw op de tramrails vallen.
- Tram stond half in de bocht.
- Meerdere mensen gingen bij het slachtoffer staan om te helpen.
- Toen schutter er aan kwam rende iedereen weg.
- Verdachte is toen naar een andere auto gelopen. Rode Renault [kenteken] .
- Zwaaide met wapen.
- Stapte in deze auto, ging zigzaggen idrv oog in al.
Verdachte
met terroristisch oogmerk zou hebben gepleegd, meerdere pogingen
tot moord met terroristisch oogmerk zou hebben gepleegd en
meerdere bedreigingen met terroristisch oogmerk zou hebben
gepleegd. Heeft u de feiten gepleegd?
in een tram, een vuurwapen heeft gepakt, dat heeft gericht op een
aantal personen en vervolgens daarmee kogels heeft geschoten. Wie
bent u om dat alles te doen?
Het pistool en de geluiddemper
lezen ze allemaal niet. Ze lezen niet wat het belang is van de
mensen maar alleen van de democratie. [123]
deze hele media niet wat er op de demper van het pistool
geschreven is. [124]