Uitspraak
ERECHTSHOF DEN HAAG
Arrest van 2 februari 2021
[appellant],
DE STAAT DER NEDERLANDEN (Ministerie van Justitie en Veiligheid),
Het geding
Beoordeling van het hoger beroep
- helemaal aan de achterkant van het tramstel camera 5 (gericht naar voren) met daartegenover, een paar meter verder naar voren, camera 1 (gericht naar achteren),
- weer een stuk verder naar voren camera 2 (gericht naar voren) met daartegenover camera 8 (gericht naar achteren).
- camera 7 (gericht naar voren) met daartegenover, een paar meter verderop, camera 3 (gericht naar achteren) en tot slot,
- nog een stuk naar voren camera 4 (gericht naar voren) met daartegenover camera 6 (gericht naar achteren).
grief 1klaagt [appellant] dat de voorzieningenrechter hem ten onrechte niet-ontvankelijk heeft verklaard. Nu het hem niet slechts gaat om een wijziging van de tenlastelegging, kan de procedure van artikel 12f Sv. niet als een met voldoende waarborgen omklede rechtsgang worden beschouwd. Met
grief 2stelt [appellant] dat de voorzieningenrechter de vorderingen ten onrechte ook inhoudelijk niet toewijsbaar heeft geacht. Hieronder wordt nader ingegaan op de grieven van [appellant] en zijn stellingen in dat verband.