ECLI:NL:RBLIM:2023:2760
Rechtbank Limburg
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de kostendelersnorm in het kader van bijstandsuitkering en evenredigheidsbeginsel
In deze uitspraak van de Rechtbank Limburg op 26 april 2023, wordt het beroep van eiseres tegen de wijziging van haar bijstandsuitkering in verband met de kostendelersnorm beoordeeld. Eiseres, die samenwoont met haar zoon, ontving een bijstandsuitkering op basis van de norm voor alleenstaanden. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Kerkrade heeft haar uitkering gewijzigd naar de kostendelersnorm, omdat haar zoon 21 jaar is geworden en als kostendeler wordt aangemerkt. Eiseres betoogt dat de kostendelersnorm niet van toepassing is, omdat haar zoon geen inkomen heeft en dat de toepassing van deze norm haar onevenredig benadeelt. Ze stelt dat het college de hardheidsclausule had moeten toepassen en dat er geen rekening is gehouden met de wetswijziging per 1 januari 2023, die de leeftijdsgrens voor kostendelers verhoogt naar 27 jaar.
De rechtbank oordeelt dat het college de zoon van eiseres terecht als kostendelende medebewoner heeft aangemerkt. De rechtbank stelt vast dat de wetgever met de invoering van de kostendelersnorm heeft beoogd om rekening te houden met de voordelen van het delen van kosten in een huishouden. De rechtbank concludeert dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die een afwijking van de kostendelersnorm rechtvaardigen. Eiseres heeft niet aangetoond dat de toepassing van de kostendelersnorm leidt tot een situatie waarin haar bestaansminimum niet gewaarborgd is. De rechtbank wijst ook de stelling van eiseres af dat de kostendelersnorm in strijd is met het evenredigheidsbeginsel en het recht op ongestoord eigendom, omdat de wetgeving dwingendrechtelijk is en het college geen ruimte heeft om hiervan af te wijken. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat eiseres geen gelijk krijgt en geen vergoeding van proceskosten ontvangt.