ECLI:NL:CRVB:2015:2492
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.H.M. Roelofs
- W.F. Claessens
- A.M. Overbeeke
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijzondere bijstand en verhoging bijstandsnorm in het kader van de Wet werk en bijstand
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan op hoger beroep tegen twee eerdere uitspraken van de rechtbank Gelderland. De appellante, die bijstand ontving op basis van de Wet werk en bijstand (WWB), had een aanvraag ingediend voor bijzondere bijstand in de vorm van een woonkostentoeslag. De aanvraag werd afgewezen omdat de Wet op de huurtoeslag als een toereikende en passende voorliggende voorziening werd beschouwd. De Raad oordeelde dat er geen dringende redenen waren om de bijstandsnorm te verhogen, aangezien de echtgenoot van appellante geen rechtmatig verblijf had in Nederland. De Raad bevestigde dat de Wht in dit geval als een passende voorziening geldt en dat de appellante niet kon aantonen dat er sprake was van een acute noodsituatie die bijzondere bijstand rechtvaardigde. De Raad weegt ook mee dat de belangen van de kinderen niet onvoldoende zijn meegewogen door het college, en dat appellante verantwoordelijk is voor de levensomstandigheden van haar kinderen. De Raad concludeert dat de eerdere uitspraken van de rechtbank terecht zijn en bevestigt deze.