ECLI:NL:RBGEL:2019:3743
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid van bestuursorgaan voor schade door ongeval met speurhond
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 20 augustus 2019 uitspraak gedaan over een verzoek om schadevergoeding van een speurhondengeleider die op 15 februari 2016 een ongeval heeft gehad met haar speurhond. De verzoekster, werkzaam bij de Belastingdienst Douane Schiphol Cargo, heeft door het ongeval een dubbele neusfractuur opgelopen. Het bestuursorgaan, de Staatssecretaris van Financiën, werd aangesproken op basis van artikel 69 van het Algemeen Rijksambtenarenreglement (ARAR) en de artikelen 6:179 en 6:181 van het Burgerlijk Wetboek (BW). De rechtbank heeft vastgesteld dat het ongeval plaatsvond tijdens de uitoefening van haar werkzaamheden en dat de Staatssecretaris als bedrijfsmatig bezitter van de speurhond aansprakelijk kan worden gesteld voor de door de hond veroorzaakte schade. De rechtbank oordeelde dat de Staatssecretaris niet in gebreke was gebleven in zijn zorgplicht, omdat het ongeval het gevolg was van een ongelukkige samenloop van omstandigheden en niet door de werkgever kon worden voorkomen. De rechtbank heeft echter wel geoordeeld dat verzoekster recht heeft op een immateriële schadevergoeding van € 3.000,-, omdat de schade voortkwam uit het ongeval. Daarnaast zijn de proceskosten en het griffierecht aan verzoekster vergoed.