ECLI:NL:CRVB:2018:3292
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- B.J. van de Griend
- K.J. Kraan
- R. Kooper
- Rechtspraak.nl
Verzoek om schadevergoeding na fietsongeval op het parkeerterrein van de Belastingdienst
In deze zaak heeft appellante, werkzaam bij de Belastingdienst, een verzoek om schadevergoeding ingediend na een fietsongeval op 24 maart 2014 op het parkeerterrein van de Belastingdienst. Appellante viel met haar fiets en liep daarbij letsel op, waarvoor zij medische kosten en reparatiekosten voor haar fiets heeft gemaakt. De staatssecretaris van Financiën werd verweten zijn zorgplicht te hebben geschonden door niet te waarschuwen voor een afzetlint dat de toegang tot de fietsenstalling blokkeerde. De rechtbank Limburg wees het verzoek om schadevergoeding af, waarna appellante in hoger beroep ging.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat er geen sprake was van opzet of bewuste roekeloosheid van appellante. De Raad oordeelde dat de staatssecretaris zijn zorgplicht niet had geschonden. Appellante had het afzetlint tijdig moeten opmerken en had kunnen anticiperen op de afsluiting van de weg. De Raad baseerde zich op foto’s en situatieschetsen die de positie van het lint en de rijroute van appellante toonden. De Raad concludeerde dat de staatssecretaris niet aansprakelijk was voor de schade die appellante had geleden en bevestigde de uitspraak van de rechtbank.
De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, met B.J. van de Griend als voorzitter en K.J. Kraan en R. Kooper als leden. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 18 oktober 2018.