ECLI:NL:CRVB:2013:2185
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- A. Beuker-Tilstra
- R. Kooper
- H.A.A.G. Vermeulen
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid dienstongeval en tegemoetkoming naar billijkheid in het ambtenarenrecht
In deze zaak gaat het om de aansprakelijkheid van de minister van Veiligheid en Justitie voor een dienstongeval dat appellante heeft opgelopen tijdens de verplichte dienstsport. Appellante, werkzaam als medior penitentiair inrichtingswerker, heeft letsel aan haar knie opgelopen tijdens een sportactiviteit. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de minister aan zijn zorgplicht heeft voldaan en dat er geen sprake was van gebreken in het spelmateriaal of de sportzaal. De Raad concludeert dat de minister niet tekort is geschoten in zijn verplichtingen en dat de stelling van appellante dat het gelijkheidsbeginsel is geschonden, afdoende is weerlegd door de minister.
Daarnaast wordt de vraag behandeld of appellante recht heeft op een tegemoetkoming naar billijkheid voor de door haar opgelopen studievertraging en immateriële schade. De Raad oordeelt dat appellante niet aannemelijk heeft gemaakt dat de studievertraging het gevolg is van toerekenbaar handelen van de minister. Wel heeft de minister appellante een bedrag van € 10.000,- toegekend ter compensatie van immateriële schade, maar de Raad oordeelt dat deze compensatie niet tekortschiet. Wat betreft de kosten van rechtsbijstand oordeelt de Raad dat de minister in dit geval niet voldoende rekening heeft gehouden met de omstandigheden en kent appellante een vergoeding van € 1.000,- toe voor de buitengerechtelijke kosten. De uitspraak van de rechtbank wordt gedeeltelijk vernietigd en de minister wordt veroordeeld in de kosten van appellante.