ECLI:NL:RBDHA:2025:17870
Rechtbank Den Haag
- Tussenuitspraak
- Rechtspraak.nl
Tussenuitspraak over de asielaanvraag van een Turkse onderdaan in het kader van het Dublin-systeem en het interstatelijk vertrouwensbeginsel ten aanzien van Bulgarije
In deze tussenuitspraak beoordeelt de rechtbank Den Haag het beroep van eiseres, een Turkse onderdaan, tegen het besluit van de minister van Asiel en Migratie om haar asielaanvraag niet in behandeling te nemen. De rechtbank behandelt de zaak op 22 augustus 2025, waarbij zowel eiseres als haar gemachtigde aanwezig zijn, terwijl de minister vertegenwoordigd is door zijn gemachtigde. Eiseres heeft op 3 mei 2025 asiel aangevraagd in Nederland, maar haar aanvraag is afgewezen op basis van het interstatelijk vertrouwensbeginsel, waarbij Bulgarije als verantwoordelijk land wordt aangewezen. Eiseres betwist deze beslissing en stelt dat Bulgarije niet kan worden beschouwd als een veilig land voor Turkse asielzoekers, verwijzend naar verschillende rapporten en uitspraken die wijzen op ernstige tekortkomingen in de Bulgaarse asielprocedure.
De rechtbank overweegt dat het uitgangspunt is dat lidstaten van de EU hun verplichtingen jegens asielzoekers nakomen, maar dat hiervan kan worden afgeweken als er aanwijzingen zijn voor systeemfouten in de asielprocedure. Eiseres wijst op haar persoonlijke ervaringen in Bulgarije, waar zij twee keer de toegang is geweigerd en onmenselijk is behandeld. De rechtbank concludeert dat de minister onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar de situatie van Turkse asielzoekers in Bulgarije en dat het besluit om de aanvraag niet in behandeling te nemen onvoldoende gemotiveerd is. De rechtbank geeft de minister de gelegenheid om de gebreken in het besluit te herstellen en stelt een termijn van zes weken voor dit herstel.
De rechtbank houdt iedere verdere beslissing aan tot de einduitspraak op het beroep, waarbij ook de proceskosten nog niet worden behandeld. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep open tegen deze tussenuitspraak, maar wel tegen de einduitspraak.