Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de meervoudige kamer in de zaak tussen
[eiser 1] ,
[eiser 2] ,
Procesverloop
Overwegingen
Best Interests of the Child-Assessment(het BIC-rapport) [5] ten aanzien van [eiser 1] en [eiser 2] maken niet dat van [eiser 1] en [eiser 2] niet kan worden verwacht dat zij terugkeren naar Ghana. De minister gaat ervan uit dat [eiser 1] en [eiser 2] zullen moeten wennen aan een nieuwe situatie, maar dat zij zich kunnen aanpassen. Er zijn geen redenen om te verwachten dat in hun ontwikkeling grote problemen zullen ontstaan. Van de moeder van [eiser 1] en [eiser 2] wordt verwacht dat zij als moeder bij een terugkeer naar Ghana voor [eiser 1] en [eiser 2] kan zorgen en hen een veilige en stabiele leefomgeving kan bieden. Ten aanzien van het in het BIC-rapport genoemde hoge risico dat alleenstaande vrouwen met kinderen in Ghana slachtoffer worden van seksueel geweld, stelt de minister dat de opstellers van dit rapport gedragswetenschappers zijn en geen landendeskundigen. Zij zijn daarom niet bevoegd om het risico om slachtoffer van seksueel geweld te worden te beoordelen. Dit is een omstandigheid die alleen in een asielprocedure een rol speelt. De minister heeft verder in de belangenafweging in het nadeel meegewogen dat de leges niet zijn betaald. Ook weegt het economisch belang van de Staat in het nadeel van [eiser 1] en [eiser 2] . Tot slot weegt de minister mee dat [eiser 1] en [eiser 2] nooit een verblijfsvergunning hebben gehad. Dit valt hen niet te verwijten. Dit weegt echter wel in hun nadeel mee omdat hun moeder mee zou kunnen profiteren als zij een verblijfsvergunning krijgen.
ten tijde van de aanvraagonvermogend is om de leges te betalen. Hieruit blijkt dus niet dat een mogelijke verandering van de inkomens- of vermogenssituatie hangende de bezwaarfase van belang is bij de beoordeling of de vreemdeling voor legesvrijstelling in aanmerking komt.