ECLI:NL:RBDHA:2024:19976
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de toekenning van een WGA-loonaanvullingsuitkering en geschiktheid van de functie voor ex-werkneemster
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 3 december 2024, in de zaak tussen Dräger Nederland B.V. en het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv), wordt het beroep van eiseres tegen de toekenning van een WGA-loonaanvullingsuitkering aan een ex-werkneemster beoordeeld. De rechtbank concludeert dat het Uwv terecht een theoretische schatting heeft gemaakt van de arbeidsongeschiktheid van de ex-werkneemster, die van 8 juli 2022 tot 55,87% is vastgesteld. Eiseres, die eigenrisicodrager is voor WGA-uitkeringen, betwistte de geschiktheid van de functie van HRM-officier, die de ex-werkneemster had vervuld, en stelde dat een praktische schatting had moeten worden gemaakt. De rechtbank oordeelt dat de arbeidsdeskundige b&b voldoende heeft gemotiveerd waarom de feitelijk verrichte arbeid niet passend was voor de ex-werkneemster, en dat de door het Uwv gemaakte inschatting van de arbeidsongeschiktheid juist is. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat eiseres geen gelijk krijgt en geen vergoeding van proceskosten ontvangt. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.