In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 4 oktober 2023, wordt het beroep van eiser tegen de intrekking en terugvordering van zijn bijstandsuitkering beoordeeld. Eiser ontving bijstand vanaf 7 juni 2018, maar zijn uitkering werd ingetrokken op basis van een onderzoek naar zijn recht op bijstand, dat werd gestart na een interne fraudemelding. Het college van burgemeester en wethouders van Den Haag concludeerde dat eiser zijn hoofdverblijf niet op het uitkeringsadres had, gezien het extreem lage waterverbruik van 0 m³ in de periode van 6 maart 2018 tot en met 27 februari 2019. Eiser heeft geen bewijs geleverd dat hij wel op het uitkeringsadres woonde en heeft zijn inlichtingenverplichting geschonden door niet te melden dat hij langer dan vier weken in het buitenland verbleef. De rechtbank oordeelt dat het college terecht de bijstandsuitkering heeft ingetrokken en de terugvordering heeft gehandhaafd. Eiser heeft geen dringende redenen aangetoond om van terugvordering af te zien, en zijn beroep wordt ongegrond verklaard. De uitspraak bevestigt dat de bewijslast bij het college ligt, maar dat eiser ook zelf moet kunnen aantonen dat hij aan zijn verplichtingen heeft voldaan.