Uitspraak
18.4459 PW
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- vernietigt de aangevallen uitspraak;
- verklaart het beroep tegen het besluit van 30 januari 2017 ongegrond.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 26 november 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam. De zaak betreft de intrekking van bijstandsverlening aan een betrokkene die langer dan toegestaan in het buitenland verbleef. De betrokkene had toestemming gekregen om van 27 juli 2017 tot 24 augustus 2017 in het buitenland te verblijven, maar meldde later dat zij van 23 juli 2017 tot 21 september 2017 in het buitenland was. Het college van burgemeester en wethouders van Vlaardingen heeft de bijstand over de periode van 21 augustus 2017 tot 21 september 2017 ingetrokken, omdat de betrokkene langer dan de wettelijk toegestane periode in het buitenland verbleef en er geen zeer dringende redenen waren om bijstand te verlenen.
De rechtbank had het beroep van de betrokkene tegen het besluit van het college gegrond verklaard, maar het college ging in hoger beroep. De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de betrokkene niet aannemelijk had gemaakt dat zij in behoeftige omstandigheden verkeerde die alleen met bijstandverlening konden worden verholpen. De Raad benadrukte dat het aan de betrokkene was om te bewijzen dat er zeer dringende redenen waren voor bijstandsverlening, wat niet was gebeurd. De Raad vernietigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en verklaarde het beroep van de betrokkene ongegrond.