Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.BOUWCOMBINATIE CADANZ VOF , te Rijswijk ,
BOELE & VAN EESTEREN B.V., te Rijssen,
VISSER & SMIT BOUW B.V., te Rotterdam,
1.De procedure
- de dagvaarding van 25 juli 2019, met producties 1 tot en met 79;
- de conclusie van antwoord, tevens houdende conclusie van eis in reconventie, met producties 1 tot en met 40;
- de conclusie van antwoord in reconventie, met producties 80 tot en met 95;
- het vonnis van 31 juli 2020, waarin een comparitie van partijen is bepaald;
- het proces-verbaal van comparitie van 8 december 2020 en de daarin genoemde stukken.
2.De feiten
Design, Build & Maintain)van het OCC. De aanbesteding startte met een selectiefase, waarin tot een selectie van drie geschikte gegadigden werd gekomen. Na deze selectie, ging de aanbesteding (op 5 januari 2015) verder met een concurrentiegerichte dialoog. Tijdens deze dialoogfase gingen de geselecteerde inschrijvers in gesprek met de Gemeente en de eindgebruikers van het OCC om met elkaar tot een zo goed mogelijk ontwerp van het OCC te komen binnen de gestelde randvoorwaarden. Vervolgens begon op 27 mei 2015 de inschrijvingsfase van de aanbesteding. De door de Gemeente geselecteerde partijen hadden tot 1 juli 2015 de tijd hun inschrijving in te dienen. Na inschrijving zou de Gemeente de gefaseerde integrale opdracht voor het ontwerp, realisatie en onderhoud van het OCC gunnen aan een van de partijen die zich had ingeschreven.
- als architecten: [B] B.V. (‘AHH’) in samenwerking met [C] (‘ [C] ’);
- voor de bouwfysica, brandveiligheid en akoestiek (de demping en isolatie tussen de verschillende ruimtes): LBP Sight B.V. (‘LBP Sight’);
- voor theater technisch advies: Theateradvies B.V. (‘Theateradvies’);
- als adviseur met betrekking tot de funderingssystemen (onder meer inschatten van de kosten van de funderingselementen en advies over de te gebruiken machines): Volker Staal en Funderingen (‘VSF’);
- voor het berekenen en inzichtelijk maken van de totale bouwkosten van het project: BKS Schagen (‘BKS’).
- i) de Theaterzaal (met 1.300 zitplaatsen, een orkestbak en toneel met toneeltoren), met name door het NDT te gebruiken voor dans- en theatervoorstellingen en opera,
- ii) de Concertzaal, met name door RO te gebruiken voor niet-versterkte muziekconcerten en grote concerten met popmuziek;
- iii) de Ensemblezaal, die met name door het KC wordt gebruikt voor concerten, examens en lessen;
- iv) een Repetitiezaal voor het RO.
(VolkerWessels, rechtbank)bezie en luister wat de opdrachtgever verwacht, ga ik ervan uit dat ik een soort Voorlopig ontwerp moet maken. Dat zal bestaan uit tekeningen 1:200 en gedetailleerder indien nodig om de opzet van de constructie vast te leggen. Verder moet duidelijk worden op welke manier wij hergebruik toepassen van de bestaande constructie. De funderingswijze en de bouwput moet eveneens zijn uitgewerkt en uit tekeningen/rapporten duidelijk worden. De dimensionering, het materiaalgebruik en onderscheid tussen prefab en in het werk gestort beton moet uit de tekening duidelijk worden. Daar waar nodig geven we tijdelijke bouwfasen aan.
(Voorlopig Ontwerp; rechtbank)waar regelmatig aanpassingen nodig zijn en de derde dim[e]nsie dan alleen maar een blok aan het been is.
second opinionvan Peutz B.V. (‘Peutz’) is dat plan in mei 2015 enigszins gewijzigd. In een e-mail van 23 mei 2015 schreef [F] , statutair bestuurder van LPB Sight (‘ [F] ’), dat de aanwezige partijen naar aanleiding van het advies van Peutz tot de volgende aanpassing waren gekomen:
( [D] , rechtbank): 1 x 1,2 m), doorzetten tot 40 mm diep onder de laag-1 vloer.
(toenmalig directeur van VSB, en lid van de directie van het Tenderteam, rechtbank):
(de architect namens AHH, rechtbank) een aanpassing heeft gedaan die veel bvo’s oplevert. Een deel van het gat moeten we er uit ontwerpen en hertekenen. Die tijd hebben wij nu niet. In de DO-fase kan er hertekend worden. Mijn ervaring is dat een VO
(Voorlopig Ontwerp; rechtbank)altijd eindigt met 5% overschrijding.
2.Eindconclusie
Kenmerken constructie
- de stabiliteit en de standzekerheid van het OCC aan de Theaterzaal te ontlenen;
- de keldervloeren en kelderwanden van de Spuigarage te handhaven; en
- het aantal funderingspunten te beperken.
waarbij deze wel akoestisch ontkoppeld is van de bouwdelen er omheen (cursivering rechtbank).”
8 Opinie over het uitwerken van de fundering en de stabiliteit in het VO
qd = 22,0 kN/m2) was meegenomen, terwijl de vloeren en de daken van de zalen in het algemeen zwaarder waren en ook bijkomende ondersteunende staalconstructies omvatten. Daarnaast was op dakniveau lokaal sprake van een opbouw, die, naar het leek, niet in de 1,46 x 10⁶ kN was inbegrepen. Verder waren bij de berekening van Aronsohn volgens [K] nog niet meegenomen (i) het gewicht van de gevels, (ii) het gewicht van de vier stabiliteitskernen- en wanden en (iii) de vloerconstructies niveau -1 en -2 (parkeergarages) en de betonwanden op deze niveaus. [K] nam deze componenten in haar berekening mee. [K] schreef vervolgens het volgende in het [K] -rapport:
Resumerend:
1,72·106 kNberekend (Aronsohn:
1,46·106 kN).
1,86·106 kN(rekenwaarde).
1,86·106 kNtot
1,96·106 kN(rekenwaarde; berekening door ondergetekende).
2,13·106 kN. Dat is een resultaat zonder de invloed van de windbelasting.
2,17·106 kN.
2,13·106 kN(rekenwaarde). Deze waarde is in lijn met de totale rekenwaarde van alle door Aronsohn gerapporteerde (DO) paalreacties, te weten
2,17·106 kN.”
BIM OCC tender; constructie model, 18 juni 2015). Het gebouwmodel is zo opgezet dat nieuwe en bestaande onderdelen van de constructie - middels kleurverschillen - eenvoudig zijn te herkennen. U heeft ondergetekende bericht dat het gebouwmodel nog voor 1 juli 2015 door de bouwcombinatie en Aronsohn gezamenlijk is opgezet.
3.Het geschil
in conventie
4.De beoordeling
in conventie
“Hierbij verzoek ik u om een offerte uit te brengen voor de aanbestedingsfase tot en met het afsluiten van de overeenkomst tussen Aanbesteder en Gegadigde. (…) Het op te geven all-in tarief is een vast tarief tot het einde van de tenderfase (inclusief contractfase).”. Ditzelfde volgt uit de door het Bouwconsortium samen met de offerteaanvraag gezonden Conceptovereenkomst. In de artikelen 2.7 en 2.8 van de Conceptovereenkomst wordt immers een duidelijke scheiding gemaakt tussen de opdracht voor de Tenderfase en een aanvullende opdracht voor de periode na (eventuele) gunning, waarover afzonderlijk zal worden onderhandeld:
Artikel 2 – Opdrachtdefinitie
“U dient bij het uitwerken van een offerte rekening te houden met de volgende documenten: (…) Concept overeenkomst adviseur inzake ontwerp- en advieswerkzaamheden;”.Daaruit volgt dat het de bedoeling van het Bouwconsortium was een overeenkomst te sluiten, waarop de voorwaarden van de door het Bouwconsortium zelf opgestelde Conceptovereenkomst van toepassing waren.
kunnengelden, en dat over de toepassing van de inhoud daarvan door partijen nooit overeenstemming is bereikt. Uit de hiervoor weergegeven feiten en omstandigheden volgt dat niet, en daaruit volgt evenmin dat nog geen overeenstemming zou bestaan over het plafond van de aansprakelijkheidsbeperking. In artikel 10.1 van de Conceptovereenkomst – door het Bouwconsortium zelf opgesteld – staat duidelijk dat aansprakelijkheid van een adviseur is beperkt tot driemaal de hoogte van de opdrachtsom. Dit is een geenszins ongebruikelijk plafond. Bovendien zou het hiervoor genoemde standpunt van Cadanz c.s. erop neerkomen dat Aronsohn als ervaren ingenieursbureau aan een adviesopdracht voor een groot project zou zijn begonnen op basis van uitsluitend afspraken over vergoeding en omvang van de werkzaamheden, zonder aansprakelijkheidsbeperking of andere voorwaarden; Aronsohn wist in de Tenderfase immers nog niet of het tot gunning en, daarmee samenhangend, een vervolgopdracht zou komen. Dat is uiterst onwaarschijnlijk en strookt ook niet met wat de rechtbank hiervoor heeft vastgesteld.
Artikel 2 - Opdrachtdefinitie
"Werkzaamheden".
Opdrachtdocumenten
nietzou hebben ingeschreven. Er zijn geen feiten of omstandigheden gesteld of gebleken die een dergelijke uitleg van artikel 10.1 van de Conceptovereenkomst ondersteunen.
“Gebouwontwerp (Voorlopig Ontwerp OCC)”onder meer de volgende taak omschreven:
second opinionuitgevoerd door Peutz. Uit het onderzoek van Peutz bleek dat voor een akoestische ontkoppeling van de zalen een constructieve ontkoppeling van de zalen vereist was, wat inhoudt dat de betonvloer moet ophouden bij de Theaterzaal.
( [D] , rechtbank): ik ben ervan uitgegaan dat de stabiliteit uit de zaal ipv de kernen gehaald zou worden. GHE geeft zelf aan dat [F] (
van LBP Sight, rechtbank)al in de tender heeft aangegeven dat de zalen hiervoor niet gebruikt kunnen worden ivm de gestelde hoge akoestische eisen. Afsteuningen, al zou dat alleen bij specifieke winddruk van toepassing zijn, zou tot enorme geluidlekken leiden. GHE geeft aan dat hij in de tenderfase gedacht heeft dat hij dat met [F] in de verdere ontwerpuitwerking wel ‘zou regelen’
letterlijk: “ik had de arrogantie om te denken dat regel ik later wel even.””
second opinionvan Peutz (mei 2015) en het doen van de aanbieding door het Bouwconsortium (1 juli 2015) nog opmerkingen zijn gemaakt door LBP Sight over het stabiliteitsontwerp van het OCC. Vast staat dat het concept-aanbiedingsboek eind juni 2015 binnen het projectteam is gedeeld. In dat concept-aanbiedingsboek stond duidelijk dat het constructieve plan (van Aronsohn) was om de stabiliteit van het gebouw te ontlenen aan de Theaterzaal. LBP Sight heeft toen bij die tekst in het concept-aanbiedingsboek als reactie geplaatst:
“Hier iets bij dat de Theaterzaal akoestisch wel volledig is ontkoppeld van het gebouw”.
- 1,72 x10⁶ kN (zonder het gewicht van de gevels (i), stabiliteitskernen (ii) en de niveaus -1 en -2 (iii));
- 1,96 x 10⁶ kN (inclusief het gewicht van de gevels en kernen, maar zonder de niveaus -1 en -2);
- 2,13 x 10⁶ kN (inclusief het gewicht van de gevels, de kernen en niveaus -1 en -2, met de invloed van de windbelasting niet meegerekend).
“schatting totale verticale gebouwbelasting (op basis plattegronden architect 05062015)”. Volgens Aronsohn is het gebouwgewicht in de loop der tijd echter telkens geactualiseerd. In dat verband is van belang dat niet in geschil is dat het gebouwontwerp in het laatste stadium van de Tenderfase nog gewijzigd is. Aronsohn heeft immers gesteld – en Cadanz c.s. heeft dat niet bestreden – dat de architect die het Bouwconsortium adviseerde op 15 juni 2015 de Concertzaal een kwartslag heeft gedraaid, en dat toen ook de liftkernen en de Repetitiezaal van het RO verplaatst zijn. Het gewijzigde gebouwontwerp, met de gedraaide Concertzaal, is vastgelegd in een gebouwtekening van 19 juni 2015. Deze gebouwtekeningen van 19 juni 2015 – en dus niet de eerdergenoemde tekeningen van 5 juni 2015 – zijn uiteindelijk de basis geworden van het Aanbiedingsboek dat door het Bouwconsortium bij de Gemeente is ingediend, zoals Aronsohn onweersproken heeft gesteld.
(“3 palen”en
“1 paal”):
artist impressionvan de gevel zichtbaar is dat de stramienmaten niet overal gelijk zijn.
clashesvan de funderingen tot aanzienlijke problemen zou leiden;
engineeren, vervaardigen, plaatsen, demonteren en aanhelen van tijdelijke schoren die tegen de kelderwanden van de bestaande kelder moesten worden geplaatst en Cadanz heeft ontlastingssleuven rondom de kelderwanden moeten aanbrengen (€ 522.000, gevolg van fout f.).
“alle werkzaamheden (..) op het gebied van constructief advies en ontwerp die nodig zijn om tot een correcte aanbieding te komen”, “hoger detailniveau”),de eigen e-mail van Aronsohn van 27 januari 2015 (
“de funderingswijzen en de bouwput moet (..) zijn uitgewerkt”,
“waar nodig geven we tijdelijke bouwfasen aan”, “bouwen onder de grond (...) heel belangrijk voor de kosten”),en het Demarcatieoverzicht van 1 mei 2015 (
“inclusief de oplossing voor de parkeergarage en de fundering en bouwmethodiek (“inclusief eventuele hulpconstructies”)volgt dat Aronsohn de verantwoordelijkheid had zich in haar tenderberekeningen rekenschap te geven van genoemde punten met betrekking tot de bouwbaarheid van de fundering van het OCC. Daarnaast rustte op Aronsohn op grond van de wet (artikel 7:401 BW) de zorgplicht om de benoemde problemen en de te nemen voorzieningen te signaleren in het Tenderontwerp, aldus Cadanz c.s.
“conflict nieuwe funderingselementen met bestaande palen”, en “hoe omgaan met verschillen in belastingen op fundering alleen variëren in paallengte (of ook in diameter)”.Bovendien had Aronsohn al in een e-mail van 29 april 2015 het risico van zettingen onder de aandacht gebracht. Aronsohn heeft toen aan het Bouwconsortium geschreven:
“In verband met zettingen die rondom de nieuwe funderingselementen zullen optreden te rekenen op voorzieningen om eventuele schade door de zettingen te vermijden cq. te herstellen.”
“Aronsohn op geen enkele manier heeft laten blijken dat de zettingen wel eenseen serieus probleem zouden kunnen blijken die de gekozen bouwmethodiek geheel op zijn kop zouden kunnen zetten.”, dat uit de globale opmerking in het Tenderontwerp over de mogelijke
clashesvan de fundering
“voor het Bouwconsortium niet op te maken viel dat dit wel eens eengroot probleemzou kunnen opleveren in de uitwerking van het ontwerp”, en dat van Aronsohn
“in ieder geval had mogen worden verwacht dat zij een eerste inschatting zou maken of de voorgestelde fundering wel haalbaar was of dat clashes totaanzienlijke problemenzouden leiden.”.
package dealtussen Cadanz en de Gemeente van
“de kosten de verkeerde kant uitgaan”. Vervolgens heeft het Bouwconsortium op 12 mei 2015 onder meer het volgende aan BKS en Aronsohn bericht:
(van VSF, rechtbank). (…)
- spui: vanaf -1 vloer.
- turfmarkt: deels -1 vloer. Deels 0 vloer daar waar -1 vloer ontbreekt.
[actie [E] ].Want hoe reageert de wand (van 0 t/m -2) als die niet horizontaal gesteund wordt.
primaryverzekeraars hebben inmiddels, na discussie over de vraag of fouten van Aronsohn wel meeverzekerd zijn onder deze verzekering, onder deze polis
5.De beslissing
woensdag 23 juni 2021, om partijen in de gelegenheid te stellen om aan de hand van de beoordeling in dit vonnis de mogelijkheden van een minnelijke regeling te verkennen; partijen dienen op de genoemde roldatum aan de rechtbank te laten weten of zij een nadere aanhouding willen, de zaak willen doorhalen, of verder willen procederen. In het laatste geval wordt de zaak naar de rol verwezen voor het wijzen van vonnis. De rechtbank zal dan op de resterende vorderingen beslissen;