Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-GRAVENHAGE
arrest d.d. 15 november 2016
R.A. Stephan Haspel q.q.
Westplant Limburg B.V.,
De verdere loop van het geding
De verdere beoordeling van het hoger beroep
"Wij hebben NCB-zaad gebruikt voor de planten van [appellant] . NCB staat voor niet chemisch behandeld zaad". Ook [directeur WPL] heeft verklaard dat NCB-zaad is gebruikt. Hij verklaarde onder meer:
"Wij moesten eerst toestemming vragen aan Skal om NCB-zaad te gebruiken. Als die toestemming er was dan werd het NCB-zaad besteld en gezaaid. (…) Wij hebben meer dan 3 miljoen NCB pillen, biologische pillen van de knolvenkel besteld.(…) Mr. Tacx houdt mij productie 34 voor. Daarop is vermeld Orion 1.2 miljoen stuks en lotnummer 331552. Dit zaad is gebruikt voor [appellant] . Wij hebben een certificaat om dit NCB-zaad te gebruiken in de bio teelt. (…) [naam] en [appellant] hebben van deze partij zaden planten gekregen. (…) Wij hebben een certificaat voort alle leveranties aan [appellant] met het gebruik van NCB-zaden."
"De vraag of NCB-zaad gebruikt mag worden, moet anders beantwoord worden voor opkweek die bestemd is voor een bedrijf in Nederland dan voor een bedrijf in het buitenland. In Nederland is de procedure als volgt: je bent verplicht biologisch zaad te gebruiken, tenzij er geen biologisch zaad beschikbaar is. In dat geval kan ontheffing gevraagd worden aan Skal. Skal zal kijken op basis van hun database of er ontheffing geregeld kan worden. Het kan zijn dat het ontheffingensysteem in Duitsland anders is dan in Nederland. De buitenlandse klant is zelf verantwoordelijk voor het aanvragen van ontheffing. Hoe de buitenlandse klant moet weten dat gebruik wordt gemaakt van NCB-zaad weet ik niet. Wij zullen bij Nederlandse telers altijd vragen wat voor type zaad gebruikt is. Het kan zijn dat het in Duitsland hetzelfde is. In dat geval zal de teler vragen wat voor soort zaad gebruikt is. Er geldt geen mededelingsplicht bij gebruik van NCB-zaad aan een buitenlandse afnemer. Er zijn in het voorjaar van 2007 verschillende aanvragen voor venkelzaad afgekeurd. In dat geval moet het bedrijf biologisch zaad gebruiken als(de)
teelt voor een Nederlandse teler is. (…) Het kan zijn dat vanwege het prijsverschil of op verzoek van [appellant] voor NCB-zaad is gekozen, hoewel in 2007 biologisch zaad voorhanden was."Uit deze verklaring leidt het hof af dat niet aannemelijk is dat Skal een vergunning voor gebruik van de opkweek van de biologische planten van [appellant] heeft verleend: in het voorjaar van 2007 was kennelijk biologisch zaad voorhanden, hetgeen aan het verlenen van een vergunning in de weg staat. [certificeerder Skal] verklaarde dan ook dat om die reden in het voorjaar van 2007 verschillende aanvragen voor het gebruik van NCB-venkelzaad zijn afgewezen.
"In Duitsland is het gebruik van NCB-zaad op dezelfde wijze geregeld als in Nederland. Als een product in Nederland is geproduceerd dan gelden de Nederlandse regels. De Duitse regels zijn in het geval van [appellant] dus niet van toepassing. Degene die het zaadgoed gebruikt heeft de vergunning nodig. WPL had het zaadgoed nodig om de jonge planten te kunnen produceren. WPL had de vergunning moeten regelen. [appellant] koopt bio planten."
"Venkel besprak louis tel o".(prod. 45 bij memorie na enquête). Nadien heeft Skal bij brief van 10 mei 2007 (prod. 47 bij memorie na enquête) de gevraagde ontheffing voor het gebruik van NCB-zaad knolvenkel (open teelt) ras Orion, 3.200.000 stuks alsnog verleend, aldus nog steeds WPL.
"Wat we zagen is dat residuen in de in de plantjes aanwezig waren.
Dat kan als er niet biologisch zaad gebruikt is. Er kan dan sprake zijn van niet zichtbare resten van pesticiden. Westplant heeft in haar reactie aangegeven dat er residuen zaten in de zaden en dat zij daarom geen plantmateriaal kon produceren dat vrij was van residuen. Er zijn residuen in de plantjes gevonden die niet in de zaden zijn aangetroffen. Maar er zijn ook residuen in de plantjes gevonden die ook in de zaden zaten. Wij zijn er niet van overtuigd dat er niets mis is gegaan bij Westplant. Dat volgt ook uit een aantal verklaringen die Westplant zelf heeft afgegeven, ze hebben zelf verklaard dat een aantal zaken is misgegaan. (…) Er is aangegeven dat er in ieder geval één keer op locatie links, de hoofdlocatie volgens mij een fout is gemaakt. Een vakantiekracht heeft toen een behandeling uitgevoerd terwijl dat niet de bedoeling was. (…) Ik weet niet meer precies wat er met afdeling links is gebeurd nadat we die hebben gedecertificeerd. De afdeling moest opnieuw aangemeld worden. De scheiding tussen biologische en niet biologische productie was onvoldoende in die afdeling. We hadden volgens mij de plantjes van afdeling Siberië (…) vrijgegeven maar kort daarna toch weer geblokkeerd omdat er toch weer residuen zijn aangetroffen. Naar aanleiding daarvan heeft Westplant maatregelen genomen om de biologische en niet biologische afdelingen beter van elkaar te scheiden."
"Ik heb mij vooral beziggehouden met onderzoek naar de gevonden stoffen en waar ze vandaan gekomen zouden kunnen zijn. Met gevonden stoffen bedoel ik de residuen in de monsters van Skal en de monsters die WPL zelf heeft laten onderzoeken. (…) Op een gegeven moment viel het op dat bepaalde stoffen die gevonden zijn in de planten niet op dit bedrijf gebruikt werden, althans niet in de registratie. Het betrof geen middelen die voor normaal voorkomende ziekte worden ingezet. Dat verbaasde mij. Na verdere verdieping ben ik tot de conclusie gekomen dat bepaalde stoffen terug te herleiden zijn tot de zaadproductie en die (…) al in het zaadje hebben gezeten ondanks dat sprake(was)
van NCB zaad. De middelen zijn dan (…) via de moederplant in het zaadje terecht gekomen. (…) Van die stoffen kan je aannemen dat ze uit het zaad vandaan gekomen zijn en niet op het bedrijf van WPL op de plant zijn gebracht. (…) Er zijn ook stoffen gevonden op de plant die niet in het zaad zijn gevonden. Een van die stoffen was Risolex(werkzame stof: tolclophos-methyl, hof).
Dat is een product dat in de gangbare teelt bij WPL wordt ingezet om schimmel te bestrijden. Toen hebben wij gekeken of er niet toch ergens iets fout is gegaan waardoor het middel toch op de biologische planten terecht is gekomen. Ik heb toen geadviseerd om van de biologische opkweek alles na te trekken met betrekking tot de procedures zoals water geven en bestrijdingsmiddelen toevoegen. Uit dat onderzoek is gebleken dat er een fout is gemaakt, een menselijke fout (…), waardoor bij het toedienen van het middel een deel van de biologische planten is behandeld. Dat zou voor die planten een verklaring zijn dat het middel daarop is aangetroffen. Van andere stoffen hebben we ook gekeken hoe ze daar op terecht zijn gekomen maar daar zijn we niet helemaal uitgekomen. Het vermoeden bestaat dat het mogelijk van een gebruikte spuit komt waarmee eerst gangbare planten zijn behandeld en waarin restanten van die middelen zijn achtergebleven. Dit zou zich voornamelijk op de afdeling Siberië hebben afgespeeld. De kwestie met de Rizolex zou zich hebben voorgedaan op de locatie Venlo. Het zou ook kunnen zijn dat de stoffen op een andere manier op de planten terecht gekomen zijn waarbij je moet denken aan de mogelijkheid dat stoffen naar binnen zijn gewaaid. (…) Het frappante was dat in de afdeling Siberië ook diverse partijen preiplanten stonden waar de stoffen niet op gevonden zijn. Dat stelt je voor de vraag waarom niet op de preiplanten en wel op de andere planten de stof gevonden is. (…) In Venlo was sprake van twee pompen en leidingen waarmee de verschillende afdelingen(konden worden)
voorzien van gewasbeschermingsmiddelen. In het protocol stond dat je pomp 1 alleen mocht gebruiken voor biologische en pomp 2 voor de gangbare kweek. Als een van die pompen defect zou zijn was het mogelijk om door middel van openzetten van kranen ook de ene pomp voor het andere netwerk te gebruiken. Toen heb ik WPL de vraag meegegeven of het mogelijk was dat een keer de kranen verkeerd zijn opengedraaid waardoor onbedoeld biologische planten water hebben gekregen met Risolex erin die eigenlijk voor gangbaar bedoeld was. Naar aanleiding van deze discussie heeft WPL intern onderzoek uitgevoerd. De betreffende teeltmanagers en werknemers zijn gehoord en gevraagd of iemand de kranen heeft verzet. Ik heb begrepen dat er inderdaad een moment is geweest waar dat (…) het geval is geweest. Dat is later met mij teruggekoppeld door WPL."
"Er zijn residuen gevonden bij [appellant] en ook bij ons in het plantmateriaal. De vraag is of(dat)
aan de door(ons)
gevolgde procedure ligt. Er werden residuen gevonden van middelen die wij in de gangbare teelt gebruiken maar ook van middelen die ook in de gangbare teelt al jaren verboden zijn. Dat bracht ons op de gedachte dat die residuen voort zouden kunnen komen uit de zaden. Wij hebben zaden laten onderzoeken en wat blijkt is dat in NCB zaden residuen kunnen zitten. Die residuen worden ook teruggevonden in ons plantmateriaal. (…) Dat niet alle middelen die in de planten zijn aangetroffen zijn teruggevonden in de zaden wijt ik aan de omstandigheid dat wij niet voldoende zaad hebben kunnen laten onderzoeken. (…) U houdt mij voor dat zowel [schade expert] als mevrouw [certificeerder Skal] hebben verklaard dat residuen het gevolg waren van verkeerd handelen van een vakantiekracht. Ik kan daarop het volgende zeggen: Skal gaf begin augustus aan dat zij wilden weten hoe het kan dat residuen zijn aangetroffen in de bio planten. Wij hebben toen een externe deskundige, de heer [schade expert] ,(er)
naar laten kijken. Dit heeft er toe geleid dat wij medewerkers die in de bio teelt werkten hebben gevraagd of er een fout gemaakt kan zijn. Wij hebben toen aangenomen dat dat het geval moet zijn geweest omdat wij anders niet konden verklaren hoe die residuen in de planten kwamen. Wij wisten toen nog niet dat residuen ook in NCB zaden kunnen zitten. Het enige wat je je dan kan voorstellen, is dat er dan een fout is gemaakt. We hebben Skal toen aangegeven dat er mogelijk een persoonlijke fout is gemaakt in de teelt. We hebben dat aangegeven maar we hebben (…) niet van een van de functionarissen te horen gekregen dat die fout is gemaakt. We hebben dat formeel en informeel besproken en dat is nooit toegegeven. Misschien is er onbewust een fout gemaakt, maar ik ben het niet eens met wat [schade expert] zegt. (…)"
"Er zijn residuen teruggevonden in de planten. (…) Ik kon mij niet voorstellen dat er iets mis was. Het was nooit eerder voorgekomen. (…) Wij hadden naar onze mening correct naar de biologische normen gewerkt. (…) Ik kan mij niet helemaal herinneren of de heer [schade expert] op of aanmerkingen had. Hij zal ze best gehad hebben maar welke dat zou ik zo niet weten. U vraagt mij naar een menselijke fout. Ik kan me wel iets herinneren over een menselijk fout met name in de context dat wij aan Skal moesten aangeven wat er mis was gegaan. Wij hebben het hele clubje gevraagd of er misschien iemand per ongeluk een fout heeft gemaakt. Daar is toen een negatief antwoord uitgekomen. Niemand heeft aangegeven dat er een fout is gemaakt. We hebben dat iedereen die betrokken was bij de teelt nadrukkelijk gevraagd, ook vakantiekrachten. Wij hebben op een gegeven moment aangegeven aan Skal dat het enige wat mogelijk kon zijn een menselijke fout was, wij konden niks anders bedenken. Wij wilden onze planten natuurlijk leveren, dat kon niet zonder een certificaat dat we niet herkregen zonder een deugdelijk antwoord. We wisten op dat moment echt niet waar we moesten zoeken. Het enige dat dan overblijft is een menselijk fout. Op dit moment zou ik zeggen dat het komt door het gebruik van de NCB zaden. (…) De venkelplantjes kwamen (…) uit Venlo. In Venlo was er een afdeling links, dat was de biologische afdeling. Venlo bestaat uit drie grote kassen die fysiek niet gescheiden zijn.(…) Op de locatie Venlo is sprake van een plastic wand die je omlaag kan laten zakken. Dat was in 2007 ook al zo. Ik was mis in mijn eerdere verklaring dat geen sprake was van een fysieke scheiding. (…) Uit de door ons bemonsterde zaden bleek dat daar residuen in zaten van middelen die bij ons niet werden gebruikt en zelfs verboden waren bij de gangbare teelt. (…) Een vakantiekracht kan niet zomaar iets doen binnen het bedrijf. Die werken niet in de teelt, helpen wel met de productie. Spuiten doen ze niet, want je hebt een spuitlicentie nodig (…)"
"Twee dagen later kwam het resultaat dat een groot deel van de planten is onderzocht en dat men op deze planten een bestrijdingsmiddel vond dat in geheel Duitsland is verboden. Dit werd gevonden in het monster genomen door Abcert. Wij hebben toen geprobeerd de planten niet als bioplanten maar als conventioneel geteelde groente te verkopen. Vervolgens werd ik er op attent gemaakt dat het plantenbestrijdingsmiddel ook niet voor conventionele planten is toegestaan. Ik mocht de planten dus ook niet als conventioneel geteelde groente verkopen. De sterk belaste planten hebben we verwijderd, de minder sterk belaste planten hebben we geprobeerd te verkopen, maar niemand wilde nog iets van ons hebben. (…) Met sterk belast bedoel ik dat er Dursban(werkzame stof: chloorpyrifos, hof)
is aangetroffen op de plant. Met minder sterk belast bedoel ik dat er een gewoon plantenbeschermingsmiddel is aangetroffen dat bij conventionele planten is toegestaan maar verboden bij biologische planten."
"Ik acht het mogelijk dat de stoffen die zijn aangetroffen op de planten van [appellant] die al jaren verboden zijn in Nederland voortkomen uit de zaden. Ook wanneer dat NCB-zaden zijn.
Door dit incident is een onderzoek gestart naar NCB-zaden. Een onderzoeker uit Wageningen heeft onderzoek gedaan, en daarbij is gebleken dat residuen in biologische planten het gevolg kunnen zijn van NCB-zaad. NCB-zaad is gangbaar zaad dat onder een conventioneel regime geteeld wordt. Daardoor kan het voorkomen dat in dat zaad residuen aanwezig zijn van bestrijdingsmiddelen die in de gangbare teelt zijn toegestaan. Maar als het zaad elders in de wereld geteeld is, kan het zijn dat er bestrijdingsmiddelen in voorkomen die in Nederland of Europa niet meer zijn toegestaan. Ik kan niet beamen dat alle bij [appellant] op de planten aangetroffen bestrijdingsmiddelen zijn aangetroffen in NCB-zaden. Als je naar de verschillende overzichten kijkt naar de residuen die zijn aangetroffen, dan zie je dat tolclophos-methyl een stof is die wel op de planten is aangetroffen, maar niet in het zaad. Het is mogelijk dat er onderzoeken zijn gedaan die ik niet ken, maar waarin die stof wel is aangetroffen in NCB-zaad. Dit acht ik echter onwaarschijnlijk omdat tolclophos-methyl niet gebruikt werd in het zaadbedrijf waar het NCB-zaad was betrokken. (…) De concentraties die aangetroffen worden in planten, kunnen nooit hoger zijn dan de concentratie die is aangetroffen in zaad. Een stof kan zich immers niet vermeerderen. Het gaat dus om de verhouding tussen het gewicht van het zaad en dat van de plant. Door het groeien neemt het gewicht van de plant toe, en daardoor worden de aanwezige residuen verdund. Middelen breken in de loop van de tijd af (…) Ook hierdoor zal de concentratie in de plant lager zijn dan die in het zaad. (…) Ik denk dat tolclophos-methyl niet uit het NCB-zaad voortkomt. En (…) piponul butoxine komt ook niet voort uit NCB-zaad, maar dit is een middel dat gebruikt mag worden in de biologische teelt. Chloorpyrifos kan naar mijn mening wel uit NCB-zaad voortkomen. Met de kennis van nu (…) meen ik dat concentraties tussen de 0,01 en de 0,8 kunnen voorkomen in (…) NCB-zaad. (…) Bij nader inzien denk ik dat het percentage 0,8 vrij arbitrair is. (…) Als je kijkt naar de waarden van tolclophos-methyl dan is die een stuk hoger dan de andere waarden. Van dit middel is uiteindelijk ook door WPL zelf aangegeven dat het is ingezet bij de gangbare teelt en dat mogelijk daarbij een fout is gemaakt.. Van de overige middelen acht ik mogelijk dat deze voortkomen uit NCB-zaden. (…) De laatste controle voor de affaire [appellant] is op 23 oktober 2006 geweest. Een van de constateringen waar het bedrijf ook een ernstige waarschuwing voor heeft gekregen is dat gangbare planten tussen biologische planten stonden op een afdeling die niet bij ons bekend was. (…) Wij hebben zware verdenkingen dat door WPL in 2007 tolclophus-methyl actief gebruikt is, maar het kan ook een menselijke fout zijn."
"Wij, althans het laboratorium, hebben in de planten stoffen gevonden die niet in het materiaal van de pillen zaten. Het gaat om de stoffen tebuconazol, iprodion, chloorpyrifos en etridiazol. Deze kwamen niet in de pillen voor. De stoffen zouden van NCB materiaal kunnen zijn, maar de concentraties gedeeltelijk niet. We hebben concentraties aangetroffen tussen het bereik van 0,02 en 0,76. 0,02 zou van NCB materiaal afkomstig kunnen zijn, dus uit de behandeling van de moederplant. Bij de waarde van 0,76 zou ik dat niet voor mogelijk houden."
"De productie moet plaatsvinden in een eenheid waarvan de productieruimten (…) de plaatsen voor opslag van gewassen, plantaardige producten, (,,,) grondstoffen en productiemiddelen duidelijk gescheiden zijn van die van iedere andere eenheid die niet overeenkomstig de regels van deze verordening produceert.";
"De gewasbescherming in de biologische afdeling vindt plaats door middel van een spuitrobot. Deze spuitrobot wordt ook gebruikt in de gangbare afdelingen";
"Door de hoge druk van rhizolctonia afgelopen seizoen is er veel rizolex gedoseerd. In de biologische afdeling hebben ook gangbare planten (die biologisch zijn opgekweekt) gestaan. Op eigen initiatief en tegen de regels in heeft een gewasverzorger rizolex gedoseerd op de gangbare planten in de biologische afdeling. De gewasverzorger heeft de biologische planten (5% van het totaal) over het hoofd gezien. Na het doseren van rizolex op de gangbare planten in de biologische afdeling is er water gegeven op de biologische venkelplanten. Aangezien de leiding nog vol zat met risolex is dat ook op de biologische venkelplanten terecht gekomen."Hieraan kunnen de verklaringen van [directeur WPL] en [teeltmanager WPL] , dat WPL om haar certificering veilig te stellen wel een verklaring moest geven aan Skal en daarom de menselijke fout heeft genoemd hoewel hiervan niets was gebleken, niet afdoen. Daargelaten wat een dergelijke houding van WPL jegens Skal en [schade expert] zegt over de bedrijfscultuur, vindt het hof deze verklaring van [directeur WPL] en [teeltmanager WPL] weinig geloofwaardig. Het hof wijst er daarbij op dat tolclophos-methyl blijkens de bijlage bij de brief van 20 juli 2007 niet is aangetroffen in het zaad, maar wel bij de opkweek, terwijl het middel ook in gebruik was bij WPL en voorts dat de aangetroffen concentratie bij de oudere planten hoger was dan bij de jongere planten. Dit alles duidt op contaminatie uit andere bron dan het zaad.
"Naar aanleiding van een Duits onderzoek is er geconstateerd dat er werkzame stoffen zijn gevonden in de biologisch opgekweekte planten. (…) Naar aanleiding van deze eerste resultaten (…) zijn Skal en WPg(lees: WPL, hof)
onderzoeken gestart. (…) Uit de ingestelde onderzoeken (…), welke beide bestonden uit bemonstering van planten en zaad, is gebleken dat in de planten op de tray de werkzame stof toclophus-methyl aanwezig was. Skal heeft aan de hand van de onderzoeksresultaten vastgesteld dat deze contaminatie naar alle waarschijnlijkheid binnen WPg is ontstaan".Bovendien zijn door Skal bij planten uit meerdere afdelingen van WPL residuen van bestrijdingsmiddelen aangetroffen, hetgeen veeleer duidt op een systeemfout dat op een enkele menselijke vergissing. Het bewijsvermoeden is derhalve ook op dit punt niet ontkracht.
"Deze zaak is begonnen met een bezoek van de [voorzitter Bioland] aan mijn bedrijf. Ik had hem niet uitgenodigd, hij kwam uit zichzelf. Hij heeft gezegd dat hij de planten van WPL heeft laten onderzoeken omdat hij niet vertrouwde dat die planten biologisch waren. De plantgroei was te uitbundig en te gelijkmatig. Ik had de [voorzitter Bioland] niet gevraagd de planten te onderzoeken. Een paar dagen eerder was een andere persoon in mijn bedrijf geweest en deze wilde twee kisten met planten. Een kist heeft hij gebruikt om zelf te planten, en de ander heeft hij aan de [voorzitter Bioland] gegeven zonder dat ik hiervan wist. De [voorzitter Bioland] is een deskundige op dit gebied en een concurrent van WPL. De [voorzitter Bioland] heeft mij de uitslag van het onderzoek laten zien van een laboratorium Sunlab. Hieruit bleek dat vier of vijf chemische belastingen op de planten te vinden waren.(…)
Ik heb me door mijn vakorganisatie laten adviseren. Die berichtte mij dat als planten geen bioplanten zijn en ik geen aangifte doe ik mijn certificering verlies. De dag daarop heb ik mezelf bij de instanties aangegeven".
"In Duitsland zijn groene pillen aangetroffen. We hebben naar de herkomst daarvan onderzoek gedaan. De zaadpartij die gebruikt is hebben we kunnen achterhalen. (…) De gesloten partij hebben we bij het laboratorium kunnen onderzoeken en daarin zijn geen groene pillen gevonden. De herkomst van de groene pillen hebben we daarom niet kunnen achterhalen.(…) NCB zaad zal als het niet ontsmet is blank moeten zijn, in ieder geval niet groen. (…) Als die plantjes(de plantjes waarbij Abcert groene pillen heeft aangetroffen, hof)
afkomstig zijn(van)
Westland en de groene pillen ook aanwezig waren bij de levering dan is niet voldaan aan de biologische normen. Wij hebben dat niet kunnen vaststellen, de pillen blijft een gek verhaal. Een zaadpartij die gebruikt is bij de opkweek voor de plantjes van [appellant] bevatte die pillen niet. Het kan zijn dat er bij [appellant] iets is gebeurd of dat Westplant toch niet de zaden heeft gebruikt die wij hebben onderzocht, ook kan bij transport iets zijn misgegaan. De groene pillen moeten ergens vandaan komen. Het meest waarschijnlijke is, dan moet ik speculeren, dat er iets bij de zaailijn is misgegaan of dat er groene pillen zaten in het zaad dat geleverd is door het zaadbedrijf. Als er groene pillen zaten in het zaad dat was uitgeleverd dan had Westplant zijn maatregelen moeten nemen en het zaad niet mogen gebruiken voor biologisch opgekweekte plantjes. Ik heb nooit informatie ontvangen hoeveel planten er bekeken zijn op groene pillen. Ik heb [verkoopleider WPL] gesproken, die zei dat het maar ging om een paar plantjes. Ik doe daar geen uitspraken over."
"Ik heb geen verklaring voor de groene pillen. Ik weet 100% zeker dat die niet van ons bedrijf afkomen. Er zijn er ook maar weinig van gevonden. Wij gebruiken in de gangbare teelt de groene pillen. Ze kruisen elkaar nooit. (…) Wij hebben voor de bio planten witte pillen. Gangbare pillen zijn groen."
"Ik kan de groene pillen niet verklaren die bij de venkelplanten gevonden zijn bij meneer [appellant] . Ik heb echt geen idee. (…) Ik weet hoe er gewerkt en gezaaid wordt daarom weet ik dat je het meteen ziet als het fout is. Dat er gangbare planten zijn afgeleverd in plaats van biologische planten dat kan ik me niet goed voorstellen. Op de(het hof begrijpt: trays)
staan partijkaartjes met klantnummer en alles erbij. Er is één afleverloods, niet een aparte voor biologische en gangbare teelt."
"Ik ben toen (…) bij de heer [appellant] geweest. Ik kende hem toen nog niet. (…) Ik weet niet meer precies hoe de samenstelling op die dag van de groep was. (…) Wij zijn toen naar het veld gegaan, daar hebben we wat rondgereden en wat planten bekeken. De heer [naam] en ik hadden nog een andere afspraak met een andere teler. (…) Kwart voor één zijn we naar de andere kweker gegaan. (…) [naam](heeft)
[appellant] (…) gebeld om te vragen waar zij waren (…) Wij zijn toen naar het gezelschap van [appellant] gegaan, dat was ergens op een veld. Een van de eerste dingen die toen gebeurde is dat de heer [naam] en ik werden geconfronteerd met groene schilfertjes. Iemand deed dat maar ik weet niet meer wie en die vroeg wat(is)
dit (…) en hoe kan dat? Ik belde mijn collega, [bedrijfsleider WPL] , dat is degene die de productie doet. Hij zei dat kan niet zo zijn. Er zijn maar een aantal schilfertjes gevonden. Ik vond dat allemaal heel raar, ik wilde zelf ook schilfertjes vinden. Wij zijn daar echt met z'n allen naar op zoek gegaan, maar hebben er niet één meer gevonden. Ik heb zelfs planten uitgetrokken want soms kan je dan nog wat vinden. Ik heb helemaal niks meer gevonden. (…) Wij krijgen regelmatig controle van Skal en Nakt en lopen zelf geregeld langs de planten. Je zou de groene pillen dan zo moeten zien liggen. Dat is nooit gebeurd want dan had Skal direct aan de bel getrokken. Als ik zo vrij mag zijn dan denk ik, ik gooi maar gewoon wat groene pilletjes op de grond en dan vindt iemand die vast. Maar in mijn aanwezigheid zijn er geen groene pillen gevonden. (…) Gekleurde pillen duiden meestal op een behandeling van het zaad. (…) De pillen zijn vrij groot, een ei van een halve centimeter. De pillen zijn felgroen gekleurd. (…) De pillen worden niet als zaadjes in de grond gestopt. Ze worden afgestrooid zodat het zaadje op zijn plek blijft. Het afstrooien is een dun laagje. Door de regen of water geven in de kas worden de pillen gedeeltelijk zichtbaar. (…) Ik werd met de pillen in de hand geconfronteerd. Ze zaten niet aan planten vast of iets dergelijks. Het waren er ook niet veel. Ik heb ze niet geteld, maar het ging om een paar schilfertjes, niet meer. (…) Ik was er niet bij toen de groene pillen werden gevonden. Dat kan zijn geweest toen de heer [naam] en ik weg waren, want zij hebben waarschijnlijk niet alleen koffie gedronken. Ik heb ook planten gezien die nog niet waren ingeplant, die stonden langs het huis van de heer [appellant] . Ik heb die planten even bekeken, maar ik kan mij niet herinneren dat daar toen onderzoek naar gedaan is. Er was verder niks raars aan die planten."
"Ik stuur het zaaigebeuren aan. Er komen orders bij ons binnen. Die worden door de administratie verwerkt. Dan bestel ik de zaden een week voor het zaaien. Ik controleer of ik binnen krijg wat ik heb besteld. Vervolgens berg ik ze op in het zaadhok, waar het zaad bewaard wordt. In het zaadhok is een apart gedeelte waar ik de biologische of NCB-zaden opsla. Er is één zaadhok. De gangbare zaden worden in het zaadhok, maar helemaal apart bewaard. Vervolgens draai ik de zaailijsten uit. Ik schrijf met de hand op deze lijsten of deze zaden voor de bio-teelt bestemd zijn. Dat deed ik indertijd ook al. Als er gezaaid moet worden, zet ik het zaad klaar met de zaailijsten erbij. De zaadmeester kan het pakken en zaaien. (…) Als ik een verkeerd zaad neerzet, ziet de zaadmeester dat nog. Op ieder zaadzakje staat een LOT-nummer met wat de inhoud van het zakje is. De zaadmeester kan dan zien of het klopt. (…) Ik weet zeker dat er geen fout is gemaakt met het zaaien."
"Op twee percelen van mijn land heeft de heer [certificeerder Abcert] ook groene pillen ontdekt. Ik heb twaalf velden. Toen we bij het laatste veld kwamen belde ik [naam] op dat we bijna klaar waren en dat hij moest komen (…) Hij en [verkoopleider WPL] kwamen. De heer [certificeerder Abcert] confronteerde [verkoopleider WPL] met de pillen. [verkoopleider WPL] belde iemand op, ik weet niet wie. [verkoopleider WPL] bevestigde de heer [certificeerder Abcert] dat de groende pillen chemisch bewerkt zaaigoed was. [verkoopleider WPL] keek toen ook op de akker maar hij heeft zelf niets gevonden. Ik heb de indruk dat hij niet erg intensief gezocht heeft. Daarna reden we terug naar mijn bedrijf. Daar stonden planten die net gearriveerd waren van WPL, en deze werden ook gecontroleerd op de trays (…) De planten van de trays zijn venkel en slaplanten. Hier zijn geen groene pillen aangetroffen. (…) Er zijn dertig of veertig pillen gevonden. Het waren geen hele pillen, je moet het voorstellen als schilfers van eieren. Deze schilfers zijn over het gehele veld aangetroffen, bij [naam] en op een aantal van mijn akkers."
"Wij hebben ons in de zaak [appellant] geconcentreerd op de residuen. Wij hebben zaad opgevraagd bij de zaadleverancier en geconstateerd dat in die zaadpartij geen groende zaden zaten. Daaruit kunt u concluderen dat het NCB-zaad dat gebruikt zou zijn in het geval van [appellant] niet groen van kleur was, maar waarschijnlijk kleurloos. (…) Over die groene pillen heb ik te weinig informatie om daar uitspraak over te doen. Ik heb van de heer [certificeerder Abcert] geen informatie gekregen over de hoeveelheid groene pillen die gevonden(is).
Het groene pillen verhaal hebben wij niet kunnen bevestigen. Ik heb ook niet geprobeerd om te achterhalen hoeveel pillen er gevonden zijn. In het onderzoek hebben wij ons geconcentreerd op de residuen die er zijn gevonden. Als er een behoorlijke hoeveelheid groene pillen gevonden zou zijn, dan is dat relevant."
"Wij kwamen in de vroege middag op het bedrijf aan. We hebben planten gezien die op trollies stonden en nog niet waren uitgeplant. (…) We keken nauwkeurig naar deze planten. Bij de venkelplanten kon je af en toe een groen pilletje zien. Het kwam alleen bij heel weinig planten voor. (…) Wij liepen vervolgens over de akkers van de ene kant naar de andere en hebben hier en daar monsters genomen. Wij begonnen bij de oudere venkelplanten (…) en kwamen uit bij de jonge plantjes. Bij de jonge planten heb ik een venkelplantje uit de grond getrokken. Ik heb(… de)
wortelkluit verbrokkeld en vervolgens had ik een groene zaadpil in mijn hand. Ik vroeg aan [verkoopleider WPL] wat de groene kleur van de pil betekent. Hij zei eigenlijk betekent het dat het zaadgoed chemisch behandel is en het zou er niet mogen zijn. [verkoopleider WPL] was erbij toen ik de planten uit de grond haalde. Dat weet ik zeker. Wij hebben hier ook over gesproken en hebben vervolgens in dezelfde rij van deze plant verdere planten uit de grond getrokken om naar groene pillen te zoeken. Wij vonden toen alleen maar witte pillen dat betekent niet chemisch behandeld. Wij waren het eens dat op 100.000 witte pillen één groene pil ertussen voor kan komen. Dit is niet iets bijzonders. Door vermenging in een machine zou zoiets gewoon een keer kunnen gebeuren. Vervolgens gingen wij naar het volgende veld. Daar heb ik weer planten uit de grond getrokken en daar waren alle planten die ik uit de grond getrokken heb voorzien van groene pillen. Ik denk dat ik 5, 10 of 15 planten uit een rij heb getrokken. Ik heb meneer [verkoopleider WPL] gevraagd wat dit betekent. Hij trok zijn mobieltje uit zijn broekzak en liep 20 of 25 meter van mij vandaan zodat wij hem niet meer konden horen spreken. Hij telefoneerde temperamentvol en kwam even laten weer naar ons terug en zei: ik geef vanaf nu geen commentaar meer met betrekking tot deze groene pillen. Wij liepen nog verder over de velden en hebben nog meer planten met groene pillen gevonden. (…) Tegen het eind waren wij op een akker met de naam Rollweg. Aan de kant van deze akker was een hoop en daar lagen heel erg veel groene pillen. Als je met een plantenmachine over de akker rijdt bevinden zich op die machine dozen met jonge planten. Een persoon die op die machine zit pakt de planten en zet ze in de machine en de plantenmachine plant deze plantjes in de grond. Als je de jonge planten uit deze dozen pakt, kan het voorkomen dat een plant kapot gaat, wortelkluit kapot gaat of dat iets afbreekt. Deze resten van planten blijven op de machine liggen en worden of aan het begin van de akker of het einde van de akker van de machine afgehaald. Bij de akker Rollweg bevond zich een hoopje van afgekeurde planten. Het was heel gemakkelijk om een hand vol groene pillen met de hand op te pakken, de groene pillen in een zakje te doen om als monster te laten onderzoeken. Voor mij respectievelijk voor ons bestond er geen twijfel dat de Rollwegakker was beplant met jonge venkel geproduceerd uit chemisch behandeld materiaal. Bij de akker Rollweg was het erg duidelijk net zo goed als op de twee andere velden die wij daarvoor gecontroleerd hadden. Op de twee andere velden die wij daarvoor gecontroleerd hadden kwamen net zo veel groene pillen voor maar je vond niet deze hoopjes aan het begin of einde van de akker. Blijkbaar is de plantenmachine daar niet leeg gehaald met afgekeurd plantenmateriaal. (…) Wij hebben de groene pillen verzameld en naar het laboratorium van Bolap gebracht en ik denk dat Lufa het onderzoek heeft gedaan. Lufa is een onderzoekinstantie van de overheid. (…) Wij hebben geen monsters naar Skal opgestuurd. Wij hebben Skal slechts de resultaten laten weten. (…) In de groene pillen kwamen vijf plantenbeschermingsmiddelen voor. (…) Het ging om iprodion, metalaxyl, toclophos-methyl en de andere twee herinner ik mij nu niet meer. Dit zijn stoffen die in de ecologische akkerbouw niet toegestaan zijn (…). Ik herinner mij niet dat meneer [verkoopleider WPL] gedurende de dag weg is geweest. Ik kan niet uitsluiten dat hij weg is geweest, maar hij was erbij toen ik de eerste groene pil vond.(…) Hij was er ook bij toen wij een hele rij met groene pillen hebben gevonden. Want op grond van deze rij met groene pillen ging hij bellen. Daarna heeft hij niet veel meer gesproken en heeft hij relatief snel erna afscheid genomen. Ik kan mij niet voorstellen dat iemand een handje met groene pillen op de akkers zou hebben gestrooid. Ik teken een plant zoals wij die aantroffen, de groene pil zat midden in de kluit. Het kan dus niet zo zijn dat de groene pil op het land is uitgestrooid. (…) Ik had jarenlang twee van deze planten gedroogd in mijn kantoor staan om aan onze controleurs die in opleiding zijn te laten zien dat ze de wortelkluit moeten verkruimelen om de groene pil te kunnen vinden. Het klopt dat niet alle onderzochte planten een groene pil hadden. Je kon geen verschil zien tussen de planten met groene pillen en de planten met witte pillen. (…) De groene pillen komen uit verschillende leveringen. Er was toen maar een conclusie mogelijk namelijk dat het zeer twijfelachtig is dat de venkel plantjes die op het bedrijf van [appellant] voorkwamen in overeenstemming met de eco richtlijn zijn geproduceerd. Daarom was het voor ons ook duidelijk dat het verkopen van deze venkelplanten onder de naam bio niet toegestaan is. (…)
"Het is mij niet bekend of NCB-zaad een kleur heeft. Groene pillen zegt mij wat, in die pil zit een zaadje dat een kleur heeft gekregen of een ontsmetting. Er gaat mij geen belletje rinkelen dat een groen pilletje expliciet biologisch moet zijn."Deze verklaring acht het hof vooral opmerkelijk, omdat [keurmeester] namens Skal de controles op de biologische productieproces uitvoerde. De conclusie kan derhalve geen andere zijn dan dat ook om voornoemde reden er niet vanuit kan worden gegaan dat de aan [appellant] geleverde zogenoemde biologische planten, zijn geproduceerd volgens de biologische productiemethode.
"Er is vanuit de klant een aanvraag voor Kitare biologisch gekomen, deze is opgevraagd en bleek niet beschikbaar waarna er gekozen is voor Kitare NCB zaad. Door de zadenleverancier is er conventioneel Kitare zaad geleverd wat ook op de afleverbon staat echter wat niet volgens de geplaatste bestelling was. (…) Een tijdelijke medewerker (inmiddels niet meer in dienst) heeft dit bij de ingangscontrole niet opgemerkt en daarna deze zaden klaargezet als Katare biologisch. Deze zijn gezaaid(en)
biologisch opgekweekt. (…) Vervolgens zijn deze partijen geleverd als Kitare biologisch.
"Misschien is het goed om stil te staan bij wat certificering inhoudt. Dat is geen 100% garantie dat het goed zit, de verantwoordelijkheid ligt uiteindelijk bij het bedrijf zelf. Skal geeft geen partijcertificaat af, maar een procescertificaat. Op basis van bedrijfsbezoeken die wij doen beoordelen wij de procedures in het bedrijf. Garantie dat er geen residuen zijn kunnen wij niet geven. Het bedrijf zelf is hiervoor verantwoordelijk. (…) Wij zijn wettelijk verplicht om elk jaar minimaal één controle uit te voeren op elk biologisch bedrijf in Nederland. (…) Certificering vindt plaats op basis van vertrouwen. Met een certificaat spreek je een vertrouwen uit in het bedrijf. (…) We controleren maar één keer per jaar. Op basis van die controle nemen we een certificatiebesluit. Het bedrijf wordt gecertificeerd als het zijn procedures voor elkaar heeft en in ieder geval tijdens de inspectie geen aanleiding is gevonden om het vertrouwen op te zeggen. (...) Het is mogelijk dat na de controle dingen gebeuren die aan het zicht van Skal onttrokken zijn."
"Als u mij voorhoudt dat er blijkens de correspondentie met Abcert diverse manco's zijn aangetroffen bij WPL (groene pillen tijdens onderzoek Abcert, chemische belasting ook niet uit groene pillen, niet toegestane stoffen aangetroffen bij WPL op meerdere afdelingen) dan denk ik dat WPL het productieproces zo heeft ingericht dat ze bewust of onbewust risico's hebben genomen. Dit zijn onaanvaardbare risico's. (…) Ik denk dat Westland een aantal keuzes heeft gemaakt, waarvan zij zelf konden inschatten dat deze een verhoogd risico met zich meebracht. De plaatsing van biologische planten tussen gangbare planten en het gebruik van dezelfde machine voor gangbare behandeling als voor biologische behandeling bijvoorbeeld.",terwijl [certificeerder Abcert] verklaarde:
"Het feit dat in meerdere leveringen groene pillen gevonden zijn duidt erop dat het niet om een kleine fout gaat. Er moet dan eigenlijk een systematische fout in de procedure zitten. (…) Als we ervan uitgaan dat de planten die bij [appellant] gepoot waren waarvan [verkoopleider WPL] heeft gezegd dat deze van Westplant afkomstig zijn en deze planten groene pillen hadden, dan heb ik geen verdere informatie over het productieproces van Westplant nodig. Hier is een duidelijke fout te zien. De oorzaak kan ik niet geven, dat is ook niet mijn taak."