Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
- de dagvaarding van 6 februari 2019 met producties;
- de rolbeslissing van 21 augustus 2019;
- de akte uitlating rolbeslissing namens [eiser] van 18 september 2019;
- de conclusie van antwoord namens de Staat Mongolië met producties;
- het proces-verbaal van comparitie van 8 februari 2021.
2.De feiten
Agreement on Encouragement and Reciprocal Protection of Investments between the Government of the Russian Federation and the Government of Mongolia” (hierna het BIT). Naast [eiser] traden op als eisers CJSC Golden East Company en CJSC Vostokneftegaz Company, waarvan [eiser] enig aandeelhouder was ( [eiser] en deze vennootschappen hierna tezamen [eisers arbitraal geding] ). Op het arbitraal beding waren de “
Arbitration Rules of the United Nations Commission of International Trade Law” uit 1976 (hierna Uncitral Rules) van toepassing.
notice of arbitration” van [eisers arbitraal geding] is een scheidsgerecht samengesteld bestaande uit dr. Horacio A. Grigera Naón (aangewezen door [eisers arbitraal geding] ), professor Brigitte Stern (aangewezen door de Staat Mongolië) en Marc Lalonde PC OC QC, voorzitter (aangewezen door de twee andere arbiters en hierna te noemen de voorzitter van het scheidsgerecht) (hierna tezamen het scheidsgerecht).
(5) Claimants’ claim concerning the Safe Custody and Sales Agreement is partially accepted as follows: Respondent breached Article 3.1 of the Treaty in taking ownership of the Gold before 25 December 2007 and by exporting it abroad for refining and depositing it or its value in an unallocated account in England for the purpose of increasing the country’s currency reserves. Claimants are entitled to claim damages, if any, they suffered from such action.”
700. The damages issue has been postponed to a second phase of the proceedings. It will be up to Claimants to register with the Tribunal any claim they may wish to assert in that regard, taking into account the decision of the Tribunal in this case.
9.Decision
termination order” heeft genomen en dat de arbitrageprocedure daarom blijft voortduren tot het moment dat het scheidsgerecht de aan [eiser] verschuldigde schadevergoeding heeft vastgesteld.
on behalf of the members of the tribunal” en dat de leden van het scheidsgerecht, doordat zij niet binnen de door hen gestelde termijn van [eiser] hadden vernomen dat hij voornemens was de door hem geleden schade te vorderen, automatisch “
functus officio” waren geworden. Om elke twijfel op dat punt weg te nemen, heeft de voorzitter van het scheidsgerecht bij de brief een “
Tribunal’s Order” meegestuurd (hierna de Order) waarin, voor zover relevant, het volgende is bepaald:
The Tribunal has received representations on behalf of Claimants to the effect that the above-noted case had not been terminated in accordance with the provision of Article 32 of the UNCITRAL Model Law.
.
, the Tribunal hereby declares that this case is terminated as of the date of this Order, the Claimants having failed to register their recognized limited claim with the delay imposed by the Tribunal in its above-mentioned Decision.”
3.Het geschil
4.De beoordeling
if any”, konden claimen. Het scheidsgerecht heeft het arbitrale vonnis van 28 april 2011 in zijn vonnis van 11 juli 2011 aangevuld, en daarbij heeft het zijn eerdere oordeel over de aansprakelijkheid van de Staat Mongolië op basis van artikel 3.1 van het BIT niet gewijzigd. Beide arbitrale vonnissen zijn op 21 juli 2011 bij de griffie van deze rechtbank gedeponeerd.
functus officio”.
failed to give notice’) en dat het scheidsgerecht daarom “
functus officio” is geworden. Teneinde aan elke twijfel hierover een einde te maken, heeft het scheidsgerecht vervolgens bepaald dat het de arbitrageprocedure beëindigt, omdat [eisers arbitraal geding] ‘
failed to register their claim’.
functus officio” was geworden. Volgens de Staat Mongolië is het scheidsgerecht in 2011 namelijk niet alleen “
functus officio” geworden voor wat betreft fase één, maar ook voor wat betreft fase twee. Daarmee is in 2011 een einde gekomen aan de opdracht van het scheidsgerecht en ook aan de arbitrageprocedure. De Staat Mongolië heeft dit aldus geformuleerd dat de opdracht van het scheidsgerecht met het deponeren van de twee arbitrale vonnissen op 21 juli 2011 is geëindigd en dat deze opdracht zou herleven op het moment dat [eisers arbitraal geding] vóór 11 augustus 2011 bij het scheidgerecht hun vordering tot het betalen van schadevergoeding zouden registeren. Zij verwijzen daarbij naar het arbitrale vonnis van 28 april 2011, waarin in paragraaf 700 is opgenomen dat het aan [eisers arbitraal geding] is “
to register with the Tribunal any claim they may wish to assert in that regard, taking into account the decison of the Tribunal in this case” en waarin als beslissing is opgenomen dat “
Claimants shall inform Respondents and the Tribunal, within sixty days from the date of this Award, as to whether they intend to claim damages under paragraph 5 of this Decision.”
functus officio” was geworden, het scheidsgerecht “
declares that this case is terminated as of the date of this Order, the Claimants having failed to register their recognized limited claim with the delay imposed by the Tribunal in its above-mentioned Decision.”
functus officio” is de overweging van het scheidsgerecht dat [eiser] binnen de daarvoor gestelde termijn het scheidgerecht niet heeft geïnformeerd, de dragende overweging van de Order.
We are instructed that the delay in pursuing damages on our client’s part is directly attributable to the conduct of Mongolia. Following commencement of the above-mentioned proceedings, Mongolia launched a campaign of obstruction and harassment against the Claimant. Mr [eiser] had been threatened, badgered and abused by the Mongolian authorities for several years. This sustained campaign of harassment forced Mr [eiser] to expend every effort to defend himself, leaving him no occasion to pursue his claim for the damages rightfully owed to him.”
denial of justice” en een schending van de beginselen van
“fair trial”en “
access to court”. Ook dit gevolg heeft [eiser] aan zichzelf te wijten.
functus officio” kon verklaren. Dit laatste verwijt behoeft geen bespreking, omdat de rechtbank onder 4.7 tot en met 4.14 al heeft geoordeeld dat het scheidsgerecht zich ten aanzien van fase twee niet op grond van het enkele verstrijken van de termijn “
functus officio” kon verklaren.
access to court” en “
fair trial”. Deze beginselen heeft de rechtbank in de voorgaande paragrafen al besproken, zie 4.38 en 4.39 . Zij heeft geoordeeld dat van een overtreding van deze beginselen geen sprake is. De toets aan artikel 6 EVRM kan dus niet tot een ander oordeel leiden. De vraag of [eiser] een apart beroep op artikel 6 EVRM toekomt hoeft daarmee niet beantwoord te worden.
functus officio” was geworden en dat [eiser] de Order ter vernietiging aan de rechtbank kon voorleggen. Met dit oordeel van de rechtbank ontvalt de feitelijke grondslag aan de vordering van de Staat Mongolië.