Uitspraak
RECHTBANK ’s-GRAVENHAGE
[eiser],
de minister voor Immigratie, Integratie en Asiel, verweerder,
’s-Gravenhage).
Procesverloop
Overwegingen
Verweerder heeft bij besluit van 21 februari 2011 (het eerste besluit) afwijzend beslist op de asielaanvraag van eiser. Het hiertegen ingestelde beroep is bij uitspraak van deze rechtbank, zittingsplaats Dordrecht van 9 december 2011 (AWB 11/9205) ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 16 juli 2012 (nr. 201200231/1V1) heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) deze uitspraak bevestigd. Hiermee is het besluit in rechte komen vast te staan.
- hij stelt nog immer niet terug te kunnen keren naar Sri Lanka gelet op zijn eerdere problemen;
- hij heeft op 27 november 2011 en 27 november 2012 meegedaan met de viering van Heldendag in Nederland en daarvan zijn foto’s op een Tamil-website geplaatst. hierdoor zal hij problemen ondervinden;
- een oom en twee neven zijn martelaars en hij verwacht daardoor ook zelf problemen te krijgen;
- zijn ouders zullen ook problemen krijgen. In 2011 hebben zij een oproep van het leger gekregen.
- hij is sinds 15 december 2012 verloofd met een in Nederland verblijvende Sri-Lankaanse. Familieleden van zijn verloofde hebben een asielvergunning gekregen. Eiser zou daardoor ook problemen kunnen krijgen bij terugkeer.
- hij heeft aan de marteling in 2005 littekens overgehouden, waarvan gedurende de twee jaar na zijn detentie, derhalve tot 2007, nog plekken van verwondingen zichtbaar waren.
- terugkerende asielzoekers van Tamil-afkomst worden blootgesteld aan marteling op de luchthaven in Sri Lanka. Eiser verwijst in dit verband naar:
1. een persbericht van Human Rights Watch (HRW) van 29 mei 2012;
2. een nieuwsbericht van TamilNet van 28 april 2012;
3. rapport van Tamils Against Genocide (TAG) van mei 2012;
4. een bericht uit The Independent van 1 juni 2012;
5. een bericht van The Independent van 31 mei 2012;
6. een persbericht van HRW van 24 februari 2012;
7. een rapport van Amnesty International van 13 maart 2012;
8. een motie van het UK Parliament van 23 mei 2012;
9. een rapport van Freedom from Torture (FFT) van 7 november 2011;
10. een rapport van HRW, 29 mei 2012, Opnieuw martelingen terugkeerders;
11. een link van een website ([naam website]) waarop eiser is te zien tijdens Heldendag.
12. een rapport van Schweizerische FlüchtlingsHilfe (SFH) van 22 september 2011;
13. een rapport van SFH van 1 december 2010;
14. een rapport van SFH van november 2012;
15. een rapport Out of the Silence: New Evidence of Ongoing Torture in Sri Lanka 2009-2011;
16. een ‘Rapportage ten aanzien van het verstrekken van subsidies en het verlenen van vergunningen aan LTTE gerelateerde organisaties’ van de KLPD;
17. een bericht van TAG van 16 september 2012;
18. een brief van HRW van 7 augustus 2012;
19. informatie over onderzoekers die gaan rapporteren over de procedure op de luchthaven van Sri Lanka bij terugkerende Tamils;
20. een uitspraak van de voorzieningenrechter van deze rechtbank, zittingsplaats Arnhem van 20 november 2012 (AWB 12/29114) in de zaak van een andere cliënt van gemachtigde van eiser;
21. een beschikking op een asielaanvraag inzake een vreemdeling afkomstig uit Sri Lanka, gedateerd 18 december 2012, waarin verweerder zich op het standpunt stelt dat, indien schriftelijk een zienswijze is ingediend met betrekking tot de oplegging en de duur van het inreisverbod, er geen aanleiding bestaat betrokkene ook nog te horen;
22. een jurisprudentieoverzicht.
23. een uitspraak van deze rechtbank en zittingsplaats van 6 maart 2013 (AWB 12/19326);
24. een uitspraak van deze rechtbank, zittingsplaats ’s-Hertogenbosch van 21 februari 2013 (AWB 11/41040);
25. een bericht uit The Guardian van 28 februari 2013 dat het Brits Hooggerechtshof uitzettingen van Tamils verbiedt;
26. een opinion van [naam] van 4 april 2013;
27. een brief van Vluchtelingenwerk Nederland met diverse bijlagen;
28. een email met foto’s van littekens.
De Minister van Buitenlandse Zaken heeft in oktober 2011 een algemeen ambtsbericht over Sri Lanka uitgebracht. Het ambtsbericht beslaat de periode van juli 2010 tot en met juni 2011. In dit wijzigingsbesluit zijn enkele actualiseringen als gevolg van het ambtsbericht opgenomen. Voorts is aanleiding gezien om een aantal overwegingen van het EHRM in haar vijf uitspraken van 20 januari 2011, (N.S. t. Denemarken, nr 58359/08, T.N. t. Denemarken, nr. 20594/08, P.K. t. Denemarken, nr 54705/08, S.S. e.a. t. Denemarken, nr. 54703/08 en T.N. t. Denemarken, nr. 36517/08) en van 17 juli 2008 (NA t. Verenigd Koninkrijk, nr 5904/07) nadrukkelijker in dit wijzigingsbesluit op te nemen dan dit in het vorig wijzigingsbesluit het geval was. Hiermee wordt de bestaande praktijk verduidelijkt dat de overwegingen van het EHRM worden betrokken bij de beoordeling of er sprake is van een reëel risico op schending van artikel 3 EVRM. In deze uitspraken geeft het EHRM weer op welke wijze een beroep op artikel 3 EVRM voor een Tamil bij terugkeer naar Sri Lanka dient te worden beoordeeld. Het EHRM bepaalt dat de vreemdeling aannemelijk dient te maken dat hij of zij zodanig in de belangstelling staat van de Sri Lankaanse autoriteiten dat er bij zijn of haar terugkeer een reëel risico bestaat op schending van artikel 3 EVRM. Het EHRM benoemt hierbij een aantal risicofactoren die mede kunnen bepalen of sprake is van een reëel risico.”
The Sri Lankan security forces have long used torture against people deemed to be linked to the Liberation Tigers of Tamil Eelam (LTTE), and growing evidence indicates that Tamils who have been politically active abroad are subject to torture and other ill-treatment, Human Rights Watch said. Four of the five cases recently reported to Human Rights Watch were corroborated by medical reports.’
voluntarilyto Sri Lanka in the post-conflict period.
at any levelwith the LTTE but were able to leave Sri Lanka safely now face risk of torture on return. The cases demonstrate that the fact the individuals did not suffer adverse consequences because of this association in the past does not necessarily have a bearing on risk on return now. It is a
combinationof both residence in the UK and an actual or perceived association
at any levelwith the LTTE which places individuals at risk of torture and inhuman and degrading treatment in Sri Lanka. We are repeating our calls for the UK government to halt forcible removals of Tamils to Sri Lanka while the UK Border Agency’s policy on removals to Sri Lanka is changed to properly reflect this mounting evidence.’
the continued and consistent allegations of widespread use of torture and other cruel, inhuman or degrading treatment of suspects in police custody' and '
reports that suggest that torture and ill-treatment perpetrated by State actors, both the military and the police, have continued in many parts of the country after the conflict ended in May 2009 and is still occurring in 2011.'
(…) Die tamilischen Rückkehrenden werden am Flughafen in einer meistens langwierigen Prozedur auf mögliche Verbindungen mit der LTTE durchleuchtet. Sie werden zunächst von der Immigrationsbehorde ausgesondert und befragt. Dann verhört sie der
State Intelligence Service(SIS). Anschliessend Uberprüft und verhort der CID die Rückkehrenden. Diese Verhöre können nach Angaben von Kontaktpersonen manchmal bis zu 14 Stunden dauern. Schläge und Gewalt durch die Beamten sind bei diesen Verhören üblich. Bei hinreichenden Verdachtsmomenten oder widersprüchlichen Aussagen werden Rückkehrende dem T1D für weitere Verhöre übergeben und je nachdem verhaftet. Tamilinnen aus dem Norden und Osten sowie Personen im Alter zwischen
Kontrollen durch CID.Rückkehrende werden nach ihrer Rückkehr mehrmals an ihrem Aufenthaltsort von Polizei oder CID aufgesucht und vemommen. Beobachter berichten von Rückkehrenden, die während sechs Monaten permanent vom CID uberwacht wurden. Eine Verhaftung ist jederzeit möglich.
Verhaftungen und Folter. Es gibt verschiedene aktuelle Berichte, die von Verhaftungen tamilischer und singhalesischer Rückkehrender berichten. In den meisten Fallen wurden sie auch gefoltert. (...)
Freedom from Torture(FFT) kommt zum Schluss, dass Tamilinnen und Tamilen bei einer Rückkehr riskieren, gefoltert zu werden, wenn sie in der Vergangenheit in einer tatsächlichen oder bloss vermuteten
Verbindung mit der LTTE auf beliebiger Ebenegestanden waren und das Land sicher hatten verlassen können. FFT hat 24 Fälle dokumentiert, die nach der freiwilligen Rückkehr in Sri Lanka gefoltert wurden. Es handelte sich praktisch ausschliesslich um Männer und Frauen tamilischer Ethnie zwischen 20 und 41 Jahren. Mindestens 12 der Fälle wurden über ihre eigenen oder die Aktivitäten anderer Tamilinnen im Ausland ausgefragt.
“De rechtbank verzoekt verweerder om aan te geven of verweerder in het algemeen ambtsbericht Sri Lanka van juni 2013 aanleiding ziet voor een nader standpunt. De rechtbank verzoekt verweerder daarbij aan te geven hoe dit ambtsbericht zich verhoudt tot de door eiser overgelegde rapporten met betrekking tot de situatie voor terugkerende Tamils in Sri Lanka. Daarnaast verzoekt de rechtbank verweerder om in ieder geval nader in te gaan op:
- paragraaf 2.2 ‘Politieke ontwikkelingen’ onder Recente ontwikkelingen LTTE (inclusief Tamil diaspora);
- paragraaf 2.3 ‘Veiligheidssituatie’;
- paragraaf 3.3.6 ‘Arrestaties en detenties’;
de rechtbank leest: 17 juli 2008) in de zaak NA tegen VK (ECLI:XX:2008:BF0248) nog steeds van toepassing zijn, maar dat sinds het einde van het conflict de risico’s zijn afgenomen. De kans gearresteerd te worden op het vliegveld is aanzienlijk verminderd, mede gelet op de omstandigheid dat de controles op het vliegveld aanzienlijk zijn versoepeld. Verweerder verwijst in dit verband naar zes arresten van het EHRM. Verweerder verwijst voorts naar de uitspraak van het Upper Tribunal van het Verenigd Koninkrijk van 3 juli 2013 waarin het Upper Tribunal oordeelt dat er geen risico op schending van art. 3 EVRM is, voor een ieder (al dan niet van Tamil-afkomst) die terugkeert naar Sri Lanka, maar dat dit afhankelijk is van de individuele factoren van de zaak. De omstandigheid dat diverse bronnen geen inzage hebben gegeven in de onderliggende casussen, heeft ertoe geleid dat het Upper Tribunal geen verdergaande conclusies kon verbinden aan de meldingen van mishandelingen bij terugkeer door TAG, HRW en FFT. Deze rapporten zijn ook als bron genoemd in paragraaf 4.2 van het ambtsbericht 2013. De ons omringende landen nemen evenmin een groepsrisico aan, aldus verweerder.
who are, or are perceived to be, a threat to the integrity of Sri Lanka as a single state because they are, or are perceived to have a significant role in relation to post-conflict Tamil separatism within the diaspora and/or a renewal of hostilities within Sri Lanka”. De rechtbank leest hierin dat volgens het Upper Tribunal ook diegenen die niet daadwerkelijk zelf een significante rol spelen bij separatistische activiteiten gevaar lopen, maar ook zij die daarvan slechts worden verdacht.
Beslissing
Rechtsmiddel
binnen een weekna de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.