6.2Detentieomstandigheden
Het standpunt van de raadsvrouw
De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat geen gevolg dient te worden gegeven aan het EAB.
Uit het dossier blijkt dat de opgeëiste persoon na overlevering aan zal komen in Warschau, waar drie penitentiaire inrichtingen (P.I.) zijn. Meestal wordt een overgebrachte persoon gedetineerd in de P.I. Warschau-Słuzewiec. Dit is onvoldoende zeker, aldus de raadsvrouw. Over de detentieomstandigheden in Słuzewiec is geen informatie verstrekt.
Vervolgens zal de opgeëiste persoon worden overgebracht naar een P.I. in Włocławek. De opgeëiste persoon zal daar slechts 3 m2 aan persoonlijke celruimte hebben. Daarnaast is niet gegarandeerd dat de opgeëiste persoon voldoende tijd buiten zijn cel zal kunnen doorbrengen, omdat uit de aanvullende informatie blijkt dat het deelnemen aan activiteiten afhankelijk is van de
‘internal order ByeLaws’.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie stelt dat de weigeringsgrond van artikel 11 OLW niet van toepassing is. Na overlevering zal de opgeëiste persoon slechts een paar dagen worden vastgehouden in de P.I. in Warschau- Słuzewiec. Gelet op de tijdelijke duur van de detentie in Warschau, hoeven de detentieomstandigheden in de P.I. aldaar niet te worden getoetst aan artikel 11 OLW. Volgens de officier van justitie zijn ook in de zaak die heeft geleid tot de uitspraak van deze rechtbank van 5 juni 2024geen vragen gesteld over de tijdelijke detentieplaats in Warschau.
Ten aanzien van de P.I. in Włocławek blijkt uit de aanvullende informatie dat minimaal 3 m2 aan persoonlijke celruimte is gegarandeerd, dat er voldoende activiteiten zijn waaraan de opgeëiste persoon kan deelnemen en dat de beslissing op eventuele verzoeken om bezoek te mogen ontvangen zonder vertraging zal worden genomen. In de aanvullende informatie van
13 maart 2025 is aangegeven dat de verschillende activiteiten gecombineerd kunnen worden. Dat betekent dat als de opgeëiste persoon besluit om aan activiteiten deel te nemen, hij minimaal twee uur per dag buiten de cel kan doorbrengen. Nu zijn deelname aan die activiteiten vrijwillig is, kan de uitvaardigende justitiële autoriteit niet op voorhand aangeven hoeveel uur per dag hij buiten de cel zal doorbrengen. De officier van justitie verwijst in dit kader naar uitspraken van deze rechtbank van 5 december 2024en 12 december 2024.
Gelet hierop is het algemeen gevaar op schending van zijn grondrechten voor de opgeëiste persoon weggenomen.
Het oordeel van de rechtbank
Inleidende opmerkingen
De rechtbank heeft bij uitspraak van 5 juni 2024 geoordeeld dat sprake is van een algemeen reëel gevaar van schending van de grondrechten van gedetineerden die in het
remand regimein Polen terechtkomen.Het kernpunt hierbij is dat in het
remand regimeslechts 3 m2 persoonlijke ruimte (exclusief sanitair) in een meerpersoonscel is gegarandeerd voor de voorlopig gedetineerde, terwijl die veelal 23 uren op zijn cel doorbrengt. Verder is de onduidelijkheid over de termijn waarop de opgeëiste persoon contact met de buitenwereld kan bewerkstelligen een bijkomende verzwarende omstandigheid.
Deze vaststelling van een algemeen reëel gevaar van schending van de grondrechten voor gedetineerden die terecht komen in het
remand regime, kan op zichzelf niet tot weigering van de overlevering leiden. Het enkele bestaan van gegevens die duiden op gebreken in dit regime, impliceert immers niet noodzakelijkerwijs dat, in een concreet geval, de grondrechten van de opgeëiste persoon bij overlevering zullen worden geschonden.
Om te verzekeren dat de grondrechten in het concrete geval worden geëerbiedigd, is de rechtbank dan ook verplicht om vervolgens na te gaan of er, in de omstandigheden van het geval, gronden bestaan om aan te nemen dat de opgeëiste persoon na zijn overlevering aan Polen een reëel gevaar zal lopen van schending van zijn grondrechten gezien de omstandigheden in het
remand regimewaar hij zal worden gedetineerd.
Uit de door de uitvaardigende justitiële autoriteit verstrekte aanvullende informatie van 7 maart 2025 blijkt het volgende:
‘ [opgeëiste persoon] , directly after his surrender (airway transport) shall be staying in the penitentiary unit in Warsaw. There are three penitentiary units in Warsaw: (…). The persons transferred from another Member State of the European Union, in the execution of the European Arrest Warrant most often are detained in Detention Centre Warsaw – Słuzewiec.
In accordance with the Order No. 67/2024 of the Regional Director of Prison Services in Bydgoszcz of 26th November 2024 the detained on remand men, subjected to the disposal of the District Court in Włocławek and the District Prosecutors’ Office in Włocławek are detained at Prison in Włocławek. Thus, the requested person [opgeëiste persoon] shall be detained at prison in Wloclawek.’
In deze aanvullende informatie van 7 maart 2025 wordt door de uitvaardigende justitiële autoriteit met betrekking tot een aantal andere vragen verwezen naar een bijgevoegde brief van 4 maart 2025 van de
Deputy Director of Prisonin Włocławek. Daarin wordt de volgende informatie verstrekt:
‘
(…) I kindly inform that at Prison in Włocławek:
a) In accordance with the contents of Art. 110 pr. 2 of the Excecutory Penal Code the residential area falling to one detainee is not less than 3 m2. The personal space falling to one detainee, assuming guarantying thereto at least 3 m2 depends on the area of the residential cells. As at the present moment, we have not received the disposition of setting up the area of residential cells falling to one detainee at the level of 4 m2.
b) Detained person had the possibility to participate in activities organized at prison in accordance with the internal order ByeLaws; and they are as follows: