Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
Warsaw Regional Court, VIII Penal Division, Polen (hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
the District Court of Pruszków of 23 February 2021, met referentie:
II K 618/16,zoals gewijzigd door het arrest van
the Warsaw Regional Court of 17 November 2021, met referentie:
IX Ka 920/21.
the Warsaw Regional Court.
the Warsaw Regional Courtaan artikel 12 OLW getoetst dient te worden. Uit het EAB volgt dat de opgeëiste persoon niet in persoon is verschenen bij het proces dat tot die beslissing heeft geleid, en dat - kort gezegd - is gewezen zonder dat zich één van de in artikel 12, sub a tot en met c, OLW genoemde omstandigheden heeft voorgedaan en dat evenmin een garantie als bedoeld in artikel 12, sub d, OLW is verstrekt. Weliswaar is een kruisje gezet bij de uitzondering als bedoeld in artikel 12 onder a OLW, maar uit de toelichting blijkt dat opgeëiste persoon niet “anderszins” daadwerkelijk officieel in kennis is gesteld van de datum en de plaats van het proces, zodat op ondubbelzinnige wijze vaststaat dat hij op de hoogte was van het voorgenomen proces en ervan in kennis is gesteld dat een beslissing kan worden genomen wanneer hij niet op het proces verschijnt. Er staat immers slechts dat de correspondentie die naar zijn huisadres werd gestuurd, geacht wordt goed te zijn betekend (“
duly served”). Gelet daarop kan de overlevering ex artikel 12 OLW worden geweigerd.
4.Strafbaarheid
5.Artikel 11 OLW: artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de EU
6.Artikel 11 OLW: Poolse detentieomstandigheden in Barczewo
European Judicial Network(hierna: EJN) echter de volgende informatie ontvangen over het Poolse plaatsingsbeleid van gedetineerden (gebaseerd op de Poolse
Executive Penal Code):
Report of the Commissioner for Human Rights on the Activities of the National Mechanism for the Prevention of Torture and Inhuman or Degrading Treatment or Punishment in Poland in 2022 [8] (hierna: het rapport van het NMPT) is op pagina’s 46 tot en met 48 het volgende te lezen over de situatie in de gevangenis van Barczewo:
applying coercive measures” zijn geweest, hetgeen volgens het NMPT uitzonderlijk is voor een dergelijke instelling. Het NMPT gaat uit van een strikt regime van discipline dat met gebruik van informele methodes wordt gehandhaafd. Het NMPT acht de verklaringen kennelijk voldoende geloofwaardig, althans ziet daarvoor voldoende ondersteuning, om meerdere stevige aanbevelingen te doen die ertoe strekken dat het geweldsprobleem in Barczewo systematisch wordt aangepakt en die leiden tot een omslag in de daar heersende institutionele cultuur. De ernst van het geschetste beeld maakt dat de rechtbank het onderzoek, ondanks dat het bezoek waarover in het rapport wordt gerapporteerd al van ruim twee jaar geleden is, heropent om de antwoorden af wachten op de vragen die op dit punt aan de Poolse autoriteiten zijn gesteld in een aantal zaken waarin op 16 januari 2025 tussenuitspraak is gedaan. [9] De antwoorden op deze vragen dienen ter beoordeling van de vraag of ten aanzien van de gevangenis in Barczewo sprake is van een algemeen reëel gevaar van een onmenselijke of vernederende behandeling in de zin van artikel 4 van het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie zoals bedoeld in het arrest van het Hof van Justitie van 5 april 2016. [10] Het algemeen reëel gevaar kan gebaseerd worden op geconstateerde gebreken die hetzij structureel of fundamenteel zijn, hetzij bepaalde groepen van personen raken,
hetzij bepaalde detentiecentra betreffen. [11] De rechtbank zal de statistische kansberekening van de officier van justitie alleen al om die reden buiten beschouwing laten.
7.Beslissing
SCHORSThet onderzoek ter zitting tot een nader te bepalen zittingsdatum