ECLI:NL:RBAMS:2023:853
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. Meijering
- J. Flokstra
- Rechtspraak.nl
Beslissingen van de rechtbank op verzoeken in de zaak van verdachte Said R. en andere verdachten, met betrekking tot onderzoekswensen en verhoor van de kroongetuige
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Amsterdam op 20 februari 2023, zijn verschillende verzoeken van de verdediging besproken met betrekking tot de zaak van verdachte Said R. en andere verdachten. De regiezitting vond plaats op 14 februari 2023, waar de verdediging haar onderzoekswensen indiende. De rechtbank heeft de verzoeken van de verdediging en de reacties van het Openbaar Ministerie uitvoerig overwogen. De verdediging heeft onder andere verzocht om voeging van het verificatiejournaal van het Team Bijzondere Getuigen aan het dossier, maar dit verzoek werd afgewezen omdat de rechtbank oordeelde dat de verdediging niet voldoende had onderbouwd waarom deze informatie essentieel was voor de beoordeling van de betrouwbaarheid van de kroongetuige.
Daarnaast heeft de verdediging verzocht om een aanvullend verhoor van de kroongetuige, wat door het Openbaar Ministerie niet werd betwist voor bepaalde vragen. De rechtbank heeft dit verzoek toegewezen, met de opmerking dat het verhoor op 14 maart 2023 zou plaatsvinden. De rechtbank heeft ook vragen gesteld aan de Colombiaanse autoriteiten over de mogelijkheid van een levenslange gevangenisstraf voor verdachte Said R., en de antwoorden hierop zijn besproken. De rechtbank oordeelde dat de informatie die beschikbaar was voldoende was voor de beoordeling en dat er geen noodzaak was voor verdere vragen aan de Colombiaanse autoriteiten.
Tot slot zijn herhaalde verzoeken van de verdediging om getuigen te horen en om informatie over financiële afspraken met de kroongetuige afgewezen, omdat deze verzoeken niet voldoende nieuwe feiten of omstandigheden bevatten. De rechtbank heeft benadrukt dat de verdediging het recht heeft om de betrouwbaarheid van de kroongetuige ter discussie te stellen, maar dat de verzoeken niet voldoende onderbouwd waren.