Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 14 december 2021, met producties,
- de conclusie van antwoord, met producties,
- het tussenvonnis van 12 oktober 2022, waarbij de mondelinge behandeling is bepaald,
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 11 januari 2023 met de daarin vermelde (proces)stukken.
2.De feiten
Loan Sale and Purchase Agreementtussen Promontoria en Ortolan, de
Deed of Contract Takeover, een kopie van de akte van cessie tussen Promontoria en Ortolan en een uittreksel uit het kadaster waarin Ortolan als hypotheekhouder is ingeschreven.
3.Het geschil
4.De beoordeling
Rechtsmacht en toepasselijk recht
Dat Promontoria geen partij is, staat een verklaring voor recht niet in de weg
De cessie van de vordering van Van Lanschot aan Promontoria is geldig
als private bankeren daarnaast de bijzondere aard van de vordering, slaagt niet. In het tussenvonnis van 29 mei 2019 (ECLI:NL:RBAMS:2019:3918) heeft deze rechtbank onoverdraagbaarheid van de vordering op grond van de door ImmoSec hoogstpersoonlijke bancaire relatie afgewezen. De rechtbank ziet geen aanleiding om hierover anders te oordelen dan in rechtsoverwegingen 4.19 tot en met 4.21 van het tussenvonnis van 29 mei 2019 en neemt deze overwegingen hier over.
De cessie is niet nietig en niet in strijd met de redelijkheid en de billijkheid
Voorwaardelijk of onvoorwaardelijk is niet relevant
gehele rechtsverhoudingtussen de schuldenaar en de oorspronkelijke schuldeiser, zoals het recht op ontbinding, het recht op vernietiging op grond van een wilsgebrek of het recht tot het opzeggen van de overeenkomst.
Achterstand rentebetalingen?
Ad 2 Redelijk verzoek om informatie?
Ad 3 verstoorde relatie?