Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- het tussenvonnis van 29 mei 2019 (hierna: het tussenvonnis),
- de akte na tussenvonnis van Immobile;
- de akte na tussenvonnis van Promontoria c.s.
2.De verdere beoordeling
Wat de grond van onderdeel a van genoemd artikel betreft is volgens Promontoria c.s. een belangrijk verschil tussen de onderhavige transactie en de in r.o. 4.44 van het tussenvonnis genoemde transacties de wijze van overdracht. In dit geding heeft Promontoria zich op het standpunt gesteld dat als er geen contractsoverneming heeft plaatsgevonden, de vorderingen van Van Lanschot op de Immobile aan haar zijn gecedeerd. Promontoria c.s. stelt dat bij de in r.o. 4.44 van het tussenvonnis genoemde
anderetransacties het over te dragen gedeelte van de onderneming door middel van afsplitsing is ondergebracht in een aparte vennootschap, die vervolgens is overgedragen door middel van een aandelenoverdracht, zodat in
diegevallen geen cessie heeft plaatsgevonden.
Bovendien volgt uit het feit dat bij een aantal transacties de beschreven werkwijze zou zijn gebruikt niet dat de rechtsfiguur van de cessie daarvoor in de toekomst niet gebruikt zal worden. Daarbij verdient opmerking dat Promontoria in haar betoog met betrekking tot securitisation-transacties (zie onder 2.8) juist het standpunt inneemt dat deze op grote schaal voorkomen en dat daarbij gebruikt wordt gemaakt van de rechtsfiguur van de cessie. Daar komt bij dat Immobile niet in de gelegenheid is geweest op het onder 2.3 weergegeven standpunt van Promontoria te reageren en de rechtbank hier ook geen feitelijk onderzoek naar kan doen.
Promontoria stelt dat als onoverdraagbaarheid van de vordering zou worden aangenomen, uit het wettelijk systeem (art. 3:98 BW) volgt dat dan ook verpanding is uitgesloten. Verpanding van een vordering kan ook tot dezelfde gevolgen leiden als cessie, namelijk dat de pandhouder na openbaarmaking van het pandrecht inningsbevoegd wordt.
Bij een typische securitisation-transactie is de nieuwe schuldeiser geen bank, maar een zogeheten
special purpose vehicle, waaraan de vorderingen worden gecedeerd. Securitisations komen op zeer grote schaal voor en het stellen van een vraag daarover aan de Hoge Raad zou tot uitstel van dergelijke transacties kunnen leiden of deze zouden tegen aanzienlijk hogere kosten uitgevoerd kunnen worden.
3.De beslissing
1 april 2020, voor uitlating akte of vonnis;