Uitspraak
[gedaagde 10],
[gedaagde 11],
[gedaagde 12],
13.[gedaagde 13] ,
14.[gedaagde 14] ,
2.[gedaagde 2] ,
[gedaagde 3],
1.De procedure
- de 14 gelijkluidende, betekende, dagvaardingen van 20 augustus 2021, met producties 1 tot en met 127,
- de akte overlegging betekeningsexploten van 5 april 2022,
- de akte overlegging aanvullende productie 128 tevens vermindering van eis,
- de incidentele conclusie houdende exceptie van onbevoegdheid van WOGH c.s., met producties 1 tot en met 66,
- de incidentele conclusie tot onbevoegdheid van [gedaagde 14] , met twee producties,
- de incidentele conclusie tot onbevoegdheid van [gedaagde 13] ,
- de incidentele conclusie houdende exceptie van onbevoegdheid van Yudelle, met één productie,
- de akte erratum van Yudelle,
- de conclusie van antwoord in het bevoegdheidsincident, met producties 128 tot en met 132, waarin Group DF op de vier ingestelde bevoegdheidsincidenten heeft geantwoord,
- de rolbeslissing van 23 november 2022 waarin (op verzoek van WOGH c.s. en [gedaagde 14] ) een mondelinge behandeling is gelast in de bevoegdheidsincidenten,
- de akte overlegging producties 67 tot en met 74 van WOGH c.s.,
- de akte overlegging productie 133 van Group DF,
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling in de bevoegdheidsincidenten, gehouden op 5 juni 2023, en de tijdens die mondelinge behandeling voorgedragen spreek-en pleitaantekeningen,
- de brief van 12 juli 2023 van WOGH c.s., in samenspraak met [gedaagde 14] , met aanvullingen op het proces-verbaal.
- het B-formulier van 21 juli 2023 waarbij gedaagden sub 2 en 3 zich hebben gesteld in deze procedure.
2.In het kort: waar gaat deze zaak over?
3.De feiten
De partijen
London Court of International Arbitration(hierna: LCIA). Ook is een rechtskeuze voor Engels recht opgenomen.
Lenderen OWG Ltd als
Borrowereen
Summary of Indicative Terms and Conditionsopgesteld. In dat document wordt WOG BV geïntroduceerd als nieuwe houdstermaatschappij voor de werkmaatschappijen waarvan OWG Ltd aandeelhouder was. Verder worden de door Group DF verstrekte leningen aan OWG Ltd beschreven en wordt een nieuwe door Group DF te verstrekken lening aan OWG Ltd en een nieuwe leningsovereenkomst voor de reeds verstrekte en de nog te verstrekken nieuwe lening genoemd. WOG BV wordt daarbij genoemd als ‘Guarantor’ ten gunste van Group DF voor de verplichtingen van OWG Ltd onder die nieuwe leningsovereenkomst. Voor de gehele financiering (alle leningen tezamen) worden nieuwe zekerheden voor de betalingsverplichtingen van OWG Ltd uit hoofde van alle geldleningen genoemd, waaronder de aandelen in WOG BV.
Jurisdiction(a) any dispute under the New Loan Agreement, the Guarantee and other related documents shall be referred to LCIA [The London Court of International Arbitration, rb];
“(…) legally binding obligations on the DF Investor[Group DF, rb]
, the JV Company[WOG BV, rb]
, the Existing Shareholders[Yudelle en de niet verschenen gedaagden onder 7, 8 en 9, rb]
, the ES Investor[WH Ltd, rb]
, the OWG Guarantors[ [naam 1] , [gedaagde 10] , [gedaagde 11] en de niet verschenen gedaagde 12, rb]
, the GDF Guarantor[de UBO van Group DF, rb]
or Continium or any of their respective affiliates or any other party.”
“DISPUTE RESOLUTION AND ARBITRATION CLAUSE”een rechtskeuze voor Engels recht opgenomen en is gekozen voor arbitrage door het LCIA voor de beslechting van geschillen voortvloeiend uit, of in verband met, de JV Agreement (en daaraan verbonden documenten).
GOVERNING LAW AND JURISIDICTION
4.Het geschil
in de hoofdzaak
5.De beoordeling
“existence”), geldig of beëindigd is (
“validity or termination”) aan het LCIA moeten worden voorgelegd. WOGH c.s. heeft dan ook terecht betoogd dat het debat over de geldigheid en de reikwijdte van de arbitragebedingen in beginsel ten overstaan van het LCIA moeten worden gevoerd. De vraag of de overeenkomst waarin het arbitragebeding is opgenomen geldig is, gaat daar aan vooraf, zodat de aangezochte rechter – indien het geschil in beginsel wel onder de werkingssfeer van Verordening Brussel I-bis valt, zoals in dit geval – daarover moet oordelen [3] .
het Engelse recht over arbitragebedingen
“(1) Can a party rely on an arbitration clause in an unexecuted agreement?” als volgt beantwoord:
“drafts contracts containing an arbitration clause”onvoldoende voor de gebondenheid van partijen aan een daarin opgenomen arbitragebeding.
“compromissoir beding in een overeenkomst of een akte van compromis, ondertekend door partijen of vervat in gewisselde brieven of telegrammen”. In de toelichting op artikel II lid 2 van het Verdrag van New York is in de UNCITRAL Recommendation uit 2006 opgemerkt:
“drafts”) van een overeenkomst. Partijen hebben immers op grond van de afspraken in de ‘Summary of Indicative Terms and conditions’ en in de Term Sheet verder onderhandeld over de herstructurering van OWG Ltd en de beoogde participatie van Group DF in die geherstructureerde onderneming zoals beschreven in deze documenten. Beide documenten hebben daarom een bestendigere status dan een ontwerp of een schets van een overeenkomst. Zij vormen dan ook een belangrijke aanwijzing voor de wijze waarop Group DF en WOG BV geschillen over hun samenwerking en de leningen wensten te laten beslechten: door arbiters van het LCIA.
“drafts”, zodat de beperking aan de overtuigingskracht van ontwerpdocumentatie zoals genoemd door Malek (zie onder 5.18 en 5.20) niet opgaat. Uit deze door partijen uitgewisselde documenten volgt – anders dan Group DF heeft betoogd – dat Group DF de intentie had geschillen over de door Group DF in 2011 en 2012 verstrekte geldleningen aan OWG Ltd en de in verband daarmee te stellen zekerheid door WOG BV te onderwerpen aan arbitrage door het LCIA. Uit de e-mail van 20 maart 2014 en de tekst van de Garantie blijkt dat WOG BV diezelfde intentie heeft gehad. Deze intentie is bovendien door de advocaat van WOGH c.s. op de zitting bevestigd. Daarom kan worden aangenomen dat sprake is van een gemeenschappelijke intentie van Group DF en WOG BV om geschillen over de Garantie en de voorgenomen participatie van Group DF in WOG BV voor te leggen aan het LCIA.
“arising out of”of “
in connection with”ook vorderingen dekt die zijn gebaseerd op onrechtmatige daad, terwijl de onderliggende feiten zijn gelegen in de contractuele relatie. Dit blijkt ook uit het citaat uit het handboek over arbitragebedingen naar Engels recht, Russell on Arbitration (24th Ed) dat is opgenomen in het advies van Malek:
“any dispute arising out of or in connection with”). In de tekst van het arbitragebeding is niet uitdrukkelijk bepaald dat een vordering uit onrechtmatige daad buiten de reikwijdte van het arbitragebeding valt. In het eerste lid van het arbitragebeding is zelfs expliciet opgenomen
“This Deed and any non-contractual obligation arising out of it (…)”.
as rational businessmenhebben beoogd geschillen over die gedragingen onder het bereik van het arbitragebeding te brengen.
“feitelijk en juridisch voor het zeggen hadden”binnen WOG Group. Verder heeft Group DF gesteld dat [gedaagde 10] en [gedaagde 11] het dagelijks bestuur van de WOG Group vormde en dat zij een leidende en beslissende rol hebben gehad binnen de Continium Groep. [gedaagde 14] is eerst binnen de Continium Groep actief geweest (volgens hem als adviseur) en is in 2019 benoemd tot bestuurder van WOG BV.
€ 8.494,00 aan salaris advocaat) en aan de zijde van [gedaagde 13] en [gedaagde 14] begroot op
€ 10.771,00 (€ 2.277,00 aan griffierecht + € 8.494,00 aan salaris advocaat).