Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.SMURFIT KAPPA EUROPE B.V.,
SMURFIT INTERNATIONAL B.V.,
1.DS SMITH ITALY B.V.,
DS SMITH Plc,
DS SMITH PACKAGING ITALIA S.p.A.,
DS SMITH HOLDING ITALIA S.p.A.,
TOSCANA ONDULATI S.p.A.,
1.UNILEVER EUROPE B.V.,
UNILEVER SUPPLY CHAIN COMPANY AG,
UNILEVER ITALY HOLDINGS Srl,
1.De zaak in het kort
2.Het geding in hoger beroep
3.Inleiding op het voornemen om prejudiciële vragen te stellen
4.De voorgenomen prejudiciële vragen
5.Feiten
6.De hoofdzaak
- a) een verklaring voor recht dat SK c.s. en DS c.s. toerekenbaar onrechtmatig hebben gehandeld jegens Unilever c.s. door middel van hun deelname aan de kartels;
- b) veroordeling van verweerders tot betaling van schadevergoeding, met rente, een en ander op te maken bij staat;
- c) veroordeling van verweerders in de proceskosten, met rente.
umbrella pricingen van de effecten van nawerking van het kartel/de kartels. Zij houden SK c.s. en DS c.s. daarvoor hoofdelijk aansprakelijk als entiteiten behorende tot ondernemingen in mededingingsrechtelijke zin ten aanzien van welke ondernemingen de AGCM heeft vastgesteld dat zij het Unierechtelijk kartelverbod hebben overtreden (grondslag 1) en, los van het mededingingsrechtelijke ondernemingsbegrip, vanwege eigen, jegens Unilever c.s. onrechtmatige individuele betrokkenheid van SK c.s. en DS c.s. bij de door de AGCM vastgestelde kartels (grondslag 2).
7.De beoordeling
het gerecht van de woonplaats een hunner’ (in de Engelse en Franse taalversie, ‘
the courts for the place where any one of them is domiciled’respectievelijk ‘
la juridiction du domicile de l’un d’eux’).Dit lijkt erop te wijzen dat maar één verweerder ankergedaagde kan zijn, in bovenvermelde zin (de situatie dat er meer verweerders in dezelfde plaats gevestigd zijn doet zich hier niet voor en is ook niet de situatie waarover het hof duidelijkheid behoeft). Verder moet per vordering worden beoordeeld of een nauwe band bestaat met de vordering jegens de ankergedaagde, omdat alleen zijn betrokkenheid de bevoegdheid van het aangezochte gerecht kan rechtvaardigen. Als noodzakelijk is dat de vorderingen tegen alle medeverweerders de bedoelde nauwe band hebben met de vordering tegen SK International is dat een veel strengere maatstaf dan wanneer verband met de vordering tegen een van de andere in Nederland (maar niet in het rechtsgebied van de rechtbank Amsterdam) gevestigde gedaagden volstaat. Daarbij verdient opmerking dat het hof er in deze zaak, waar geen appel is ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank omtrent de relatieve bevoegdheid en een dergelijk appel naar Nederlands procesrecht ook niet mogelijk was, van moet uitgaan dat het bevoegd is jegens alle in Nederland gevestigde verweerders.
Het Verdrag wijst rechtstreeks en onmiddellijk de bevoegde rechter aan.’Met een ander aanknopingspunt wijzen art. 7 aanhef en onder 1 en onder 2 en art. 11 lid 1 onder b Verordening Brussel I-bis eveneens het gerecht van de woonplaats van een verweerder aan als het bevoegde gerecht. Zie arrest Volvo e.a., 15 juli 2012, C-30/20, punt 33, arrest Color Drack, van 3 mei 2007, C-386/05, ECLI:EU:C:2007:262, punt 30 en arrest Allianz Elementar Versicherung, C-652/20, ECLI:EU:C:2022:514.