Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Procesgang
-e-mails juni-juli 2020 met betrekking tot [naam bedrijf BV 2]. en [naam bedrijf BV 3],
-e-mails december 2017-juli 2019 met betrekking tot de levering perceel [adres 6].
2.Het summiere karakter van de procedure
3.De juridische basis van het beslag
26 april 2022 (bijlage 9 Reactie OM inzake klaagschriften inbeslagname onderzoek Ambon: hierna Reactie OM), het begeleidend schrijven van de officier van justitie aan de rechter-commissaris bij deze aanvragen, gedateerd 3 mei 2022 (bijlage 10 Reactie OM), gelet op de beslissing van de rechter-commissaris met betrekking tot zeer uitzonderlijke omstandigheden, gedateerd 11 mei 2022 (bijlage 11 Reactie OM) en de beslissing van de rechter-commissaris met betrekking tot het beslag uit doorzoeking [adres 5] (bijlage 18 Reactie OM), neemt de rechtbank tot uitgangspunt dat het bij de drie doorzoekingen ter inbeslagname gaat om een beslag, gelegd op de voet van het bepaalde in artikel 94 Sv in samenhang met artikel 98 Sv en artikel 125l Sv.
4.Toetsingsmaatstaven
Artikel 94 Sv
a. te beoordelen of het belang van strafvordering het voortduren van het beslag vordert, en zo neen,
b. de teruggave van het inbeslaggenomen voorwerp te gelasten aan de beslagene, tenzij een ander redelijkerwijs als rechthebbende ten aanzien van dat voorwerp moet worden beschouwd. In dit laatste geval moet het klaagschrift van de beslagene ongegrond worden verklaard en kan, mits de hiervoor bedoelde ander zelf een klaagschrift heeft ingediend, de teruggave aan die rechthebbende worden gelast.
zeer uitzonderlijke omstandighedenlaten denken waarin het belang dat de waarheid aan het licht komt – ook ten aanzien van datgene waarvan de wetenschap de notaris als zodanig is toevertrouwd – moet prevaleren boven het verschoningsrecht. Dit brengt mee dat, waar doorzoeking ter inbeslagneming bij een notaris zonder diens toestemming reeds kan plaatsvinden als het gaat om brieven en geschriften die voorwerp van het strafbare feit uitmaken of tot het begaan daarvan hebben gediend, die toestemming in geval van zeer uitzonderlijke omstandigheden evenmin nodig is als de doorzoeking ter inbeslagneming een verdere strekking heeft en is gericht op brieven en geschriften die kunnen dienen om de waarheid aan het licht te brengen. De beantwoording van de vraag welke omstandigheden als zeer uitzonderlijk moeten worden aangemerkt, laat zich niet in een algemene regel samenvatten. Voor het oordeel dat van zodanige omstandigheden – en derhalve van een uitzondering op de hoofdregel met betrekking tot het verschoningsrecht – sprake is, gelden zware motiveringseisen.
30 oktober 2007, ECLI:NL:HR:2007:BA5615)
“is in het bijzonder afhankelijk van de aard van het inbeslaggenomen stuk en de aard van het delict dat zou zijn begaan door de (rechts)persoon tegen wie de verdenking is gericht, alsmede de feitelijke gedragingen die hem in dat verband worden verweten”.De enkele omstandigheid dat het inbeslaggenomen stuk kan bijdragen aan de waarheidsvinding is in elk geval onvoldoende. (HR 5 januari 2016, ECLI:NL:HR: 2016:8)
5.Standpunt klager
1 augustus 2022 verenigen. De verdenking jegens de verdachten [persoon 1], [naam bedrijf BV 1] en [persoon 2] is klager niet bekend. Reeds om die reden klaagt klager over het beslag nu allerminst vaststaat noch blijkt dat die omstandigheden aanwezig zijn en zodanig zijn dat zij het beslag en de voortduring daarvan kunnen rechtvaardigen.
6.Standpunt Openbaar Ministerie
7.De beoordeling
1 augustus 2022 genoemde documenten betrekking hebben op een of meer transacties als bedoeld en aangeduid in paragraaf 1.3.
de algemene leidraad Wwft en Sanctiewet, uitgegeven door het Ministerie van
de specifieke leidraad Wwft voor de (kandidaat- of toegevoegd) notaris,
bijlage 1, brochure met voorbeelden bij de subjectieve indicator, uitgegeven
checklist ABC-transacties, uitgegeven door vertrouwensnotarissen van de KNB
red flags Misbruik Vastgoed, uitgegeven door het Financieel Expertise Centrum