Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- de gelijkluidende dagvaardingen van 1 april 2019,
- de akte overlegging producties van eiseressen,
- de incidentele conclusie tot onbevoegdverklaring en verzoek tot verlof voor oproeping in vrijwaring van Prysmian c.s. met een productie,
- de incidentele conclusie tot onbevoegdverklaring en (voorwaardelijk) verzoek tot verlof voor oproeping in vrijwaring van Pirelli,
- de incidentele conclusie tot onbevoegdverklaring en (voorwaardelijk) verzoek tot verlof voor oproeping in vrijwaring van Goldman Sachs, met een productie,
- de incidentele conclusie tot onbevoegdverklaring en (voorwaardelijk) verzoek tot verlof voor oproeping in vrijwaring van ABB c.s.,
- de incidentele conclusie tot onbevoegdverklaring en verzoek tot verlof voor oproeping in vrijwaring van Nexans c.s., met een productie,
- de incidentele antwoordconclusie in de bevoegdheids- en vrijwaringsincidenten,
- de akte houdende verzoek tot schorsing en hervatting ex artikel 225 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) jo. artikel 227 Rv van ABB c.s.,
- het proces-verbaal van de meervoudige pleidooizitting van 8 september 2020 en de daarin nader genoemde (proces)stukken,
- het B16-formulier van 29 september 2020 namens gedaagden met een brief met opmerkingen over het proces-verbaal,
- het B16-formulier van 6 oktober 2010 namens eiseressen met een brief met opmerkingen over het proces-verbaal.
2.De feiten in het incident
3.Het geschil in de hoofdzaak
4.Het geschil in de incidenten
5.De beoordeling in de bevoegdheidsincidenten
bis-Verordening [3] . Het HvJEU heeft reeds geoordeeld dat civielrechtelijke aansprakelijkheidsvorderingen wegens een inbreuk op de mededingingsregels vallen onder “burgerlijke en handelszaken” in de zin van artikel 1, lid 1, van deze verordening en dus binnen de materiële werkingssfeer daarvan. [4] Het geschil valt ook formeel en temporeel onder het toepassingsgebied van de verordening.
bis-Verordening autonoom worden uitgelegd in het licht van de ontstaansgeschiedenis, de doelstellingen en het systeem van die verordening. De door het HvJEU gegeven uitleg met betrekking tot de EEX-Verordening (oud) [5] geldt ook voor de Brussel I
bis-Verordening wanneer de betrokken bepalingen als gelijkwaardig kunnen worden aangemerkt.
bis-Verordening.
bis-Verordening. Bij de uitleg van de commune regels voor internationale rechtsmacht moet daarom in beginsel aansluiting worden gezocht bij de rechtspraak van het HvJEU over (de voorlopers van) de Brussel I
bis-Verordening. Dit is anders indien aannemelijk is dat de Nederlandse wetgever heeft beoogd om bij de inrichting van een commune regel af te wijken van de Unierechtelijke instrumenten of de uitleg daarvan door het HvJEU. [7]
bis-Verordening geldt als algemene regel dat de gerechten van de lidstaat waar de verweerder woonplaats heeft bevoegd zijn. Dit leidt ertoe dat de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft ten aanzien van Prysmian Netherlands , Draka , ABB BV, ABB Holdings , Nexans Nederland en Nexans Cablings Solutions (hierna: de Nederlandse gedaagden), omdat deze vennootschappen in Nederland zijn gevestigd (artikel 4 in samenhang met artikel 63 Brussel I
bis-Verordening).
bis-Verordening. Uit oogpunt van doelmatigheid zal de rechtbank de zaken betreffende de andere Nederlandse gedaagden aan zich houden, nu voldoende samenhang bestaat tussen de vorderingen tegen de verschillende Nederlandse gedaagden en zij ook de relatieve bevoegdheid van deze rechtbank niet hebben betwist.
bis-Verordening kan de Nederlandse rechter in deze zaak geen rechtsmacht ontlenen ten aanzien van de vorderingen jegens de overige Prysmian en Nexans-gedaagden, Pirelli en ABB AB. In de Brussel I
bis-Verordening zijn echter ook bijzondere bevoegdheidsregels opgenomen volgens welke een gedaagde in bepaalde gevallen kan worden opgeroepen voor de gerechten van een andere lidstaat. Deze zijn gebaseerd op de nauwe band tussen het gerecht en de vordering of de noodzaak een goede rechtsbedeling te vergemakkelijken. Het bestaan van een nauwe band moet zorgen voor rechtszekerheid en de mogelijkheid vermijden dat de gedaagde wordt opgeroepen voor een gerecht van een lidstaat dat door hem redelijkerwijs niet voorzienbaar was (overweging 16 van de considerans van de Brussel I
bis-Verordening).
bis-Verordening kan een persoon die op het grondgebied van een lidstaat woonplaats heeft, ook worden opgeroepen, indien er meer dan één verweerder is, voor het gerecht van de woonplaats van een hunner, op voorwaarde dat er tussen de vorderingen een zo nauwe band bestaat dat een goede rechtsbedeling vraagt om hun gelijktijdige behandeling en berechting, teneinde te vermijden dat bij afzonderlijke berechting van de zaken onverenigbare beslissingen worden gegeven. In artikel 6 lid 1 EVEX II is een gelijkluidende bepaling opgenomen.
bis-Verordening, zodat bij de uitleg van deze bepaling aansluiting moet worden gezocht bij de rechtspraak van het HvJEU, op grond waarvan de bepaling strikt moet worden uitgelegd. Daarom moet de Nederlandse rechter, als voorwaarde voor toepassing van artikel 7 lid 1 Rv, ten aanzien van een van de andere gedaagden rechtsmacht hebben op een andere grond dan vermeld in artikel 7 lid 1 Rv zelf. Als aan die voorwaarde is voldaan, geldt als tweede voorwaarde voor toepassing van artikel 7 lid 1 Rv dat de vorderingen tegen de andere gedaagde(n) voldoende samenhang vertonen met de vorderingen tegen de gedaagde ten aanzien van wie de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft op een andere grond dan die vermeld in artikel 7 lid 1 Rv zelf. [14]
bis-Verordening en artikel 6 lid 1 EVEX II voldoende. Daarom zal de rechtbank hierna beoordelen of een nauwe band bestaat tussen de vorderingen op de buitenlandse gedaagden en alle Nederlandse gedaagden.
bis-Verordening op grond van enkele divergentie in de beslechting van het geschil; vereist is dat deze divergentie zich voordoet in het kader van eenzelfde situatie, feitelijk en rechtens. [15]
bis-Verordening in de weg, mits voor de gedaagden voorzienbaar was dat zij konden worden opgeroepen in de lidstaat waarin een van hen zijn woonplaats heeft. [16]
- het ‘Norned-project’, een stroomproject tussen Noorwegen en Nederland in 2001, met ondernemingen ABB en Nexans,
- het Noordzee Wind-project in 2002 waarover ondernemingen Nexans en Pirelli in juni 2002 besprekingen hebben gevoerd,
- het ‘110kV Batavia- project’ in 2005 met ondernemingen Nexans en Pirelli
- het ‘Maasvlakte-project’ waarover ondernemingen Prysmian en Nexans in september en oktober 2005 besprekingen hebben gevoerd.
- in het besluit is vermeld dat Nederland onder meer het thuisgebied (‘home territory’) was van de onderneming Prysmian,
- uit Annex 1 bij het besluit (‘Table of meetings and communications’) volgt dat ook in Nederland kartelbesprekingen hebben plaatsgevonden,
- de Nederlandse gedaagden blijkens de omschrijving van hun activiteiten in het handelsregister actief zijn op de markt van stroomkabels,
- ABB BV zich bezig houdt met verkoop en ondersteunende activiteiten voor projecten van ABB in de Benelux en dat ABB BV ook betrokken was bij het kartel in de zaak dat heeft geleid tot het arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 2 september 2014 (ECLI:NL:GHARL:2014:6766, TenneT/ ABB ).
parental liability) of indien een dochteronderneming een dusdanige invloed op een andere dochteronderneming(en) uitoefent dat zij aansprakelijk te houden is voor het gedrag van deze andere dochter(s). Voor het aannemen van enige aansprakelijkheid voor een inbreuk als bedoeld in het besluit is dus nodig dat het eigen handelen betreft, dan wel dat de entiteit zodanige invloed op het handelen van een dochteronderneming heeft dat zij hiervoor hoofdelijk aansprakelijk kan worden gehouden.
parental liabiltiyof hoofdelijke aansprakelijkheid).
ECLI:EU:C:2009:536,
Jur. 2009, p. I-8237 (
Akzo Nobel). Ook geldt dit vermoeden van beslissende invloed voor een grootmoedervennootschap die indirect, door middel van tussenliggende vennootschappen, het volledige aandelenkapitaal houdt. [20]
parental liabilityin mededingingszaken toegepast en bepaald welke moedervennootschappen van de ondernemingen Pirelli/Prysmian/Goldman Sachs, ABB en Nexans op grond hiervan voor de inbreuken door hun dochtervennootschappen hoofdelijk aansprakelijk kunnen worden gehouden. Naar aanleiding van dat onderzoek heeft de Commissie Prysmian SpA, Pirelli, Goldman Sachs, ABB Ltd. en Nexans SA aansprakelijk gehouden voor de gedragingen van hun dochters Prysmian Cavi e Sistemi, ABB AB en Nexans France. Uit de betreffende hoofdstukken 5.2.1. (Nexans), 5.2.2. (Pirelli/Prysmian/Goldman Sachs) en 5.2.7. (ABB) van het besluit volgt niet dat Prysmian SpA, Pirelli, Goldman Sachs, ABB Ltd., en Nexans SA beslissende invloed op de Nederlandse gedaagden hebben uitgeoefend of andersom. Evenmin zijn inbreukmakende gedragingen van de moedervennootschappen vastgesteld die aan de Nederlandse gedaagden moeten worden toegerekend. De Nederlandse gedaagden komen in het onderzoek van de Commissie zelfs niet voor.
bis-Verordening vereist.
bis-Verordening, artikel 6 lid 1 EVEX II en artikel 7 Rv kan ontlenen.
bis-Verordening ten aanzien van Prysmian Cavi e Sistemi, Prysmian SpA, Pirelli, ABB AB, Nexans Participations, Nexans SA en Nexans France, artikel 5 lid 3 EVEX II ten aanzien van ABB Ltd. en artikel 6 aanhef en onder e Rv ten aanzien van Goldman Sachs). Artikel 6 aanhef onder e Rv is ontleend aan de voorgangers van artikel 7 onder 2 Brussel I
bis-Verordening, zodat voor de interpretatie van deze bepaling de uitleg van het HvJEU een belangrijk richtsnoer is (zie hiervoor onder 5.3).
Erfolgsort) als de plaats van de gebeurtenis die met de schade in een oorzakelijk verband staat (
Handlungsort) verstaan. [23] In het flyLAL-arrest van 2018 heeft het HvJEU in het kader van mededingingsbeperkende gedragingen bepaald dat de plaats waar de kartelafspraken tot stand zijn gekomen, de plaats van de schadeveroorzakende gebeurtenis is. In het geval van omzetverlies en daaruit voortvloeiend winstverlies is de plaats waar de schade is ingetreden de plaats van de markt die door de mededingingsbeperkende gedragingen is beïnvloed en waarop de benadeelde stelt die schade te hebben geleden. [24] In dit geval stellen eiseressen niet dat zij schade hebben geleden op de Nederlandse markt. Evenmin kan worden vastgesteld dat de plaats van de schadeveroorzakende gebeurtenis voor eiseressen in Nederland is gelegen. Nu niet kan worden aangenomen dat de gestelde schade van eiseressen in Nederland (binnen het rechtsgebied van deze rechtbank) is veroorzaakt of rechtstreeks is ingetreden, heeft de Nederlandse rechter geen rechtsmacht. Bij gebreke van andere toepasselijke bevoegdheidsgronden is de rechtbank onbevoegd om kennis te nemen van de vorderingen tegen de buitenlandse gedaagden.
6.De beoordeling in de vrijwaringsincidenten
7.In de hoofdzaak
8.De beslissing
- aan de zijde van Prysmian c.s. tot op heden begroot op € 1.725,
- aan de zijde van Pirelli tot op heden begroot op € 1.725, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag met ingang van veertien dagen na dit vonnis tot aan de dag van volledige betaling,
- aan de zijde van Goldman Sachs, tot op heden begroot op € 1.725,
- aan de zijde van ABB c.s., tot op heden begroot op € 1.725,
- aan de zijde van Nexans c.s., tot op heden begroot op € 1.725,
3 maart 2021voor een akte als bedoeld onder 7.1 aan de zijde van alle partijen, waarna de rechtbank op
31 maart 2021een rolbeslissing zal geven over het verdere verloop van de procedure,