De rechtbankheeft de volgende feiten vastgesteld, waarvan in cassatie kan worden uitgegaan:
- Op [geboortedatum] 2008 is te [plaats] , Costa Rica, geboren [minderjarige] (hierna: de minderjarige).
- De moeder van de minderjarige is [de moeder] , geboren op [geboortedatum] 1983 te [plaats] , Dominicaanse Republiek (hierna: de moeder).
- Op 1 juni 2001 is verzoeker gehuwd met [betrokkene 1] .
- Op 18 juli 2005 is de moeder gehuwd met [betrokkene 2] .
- De geboorteregistratie van de minderjarige heeft plaatsgevonden op 2 juli 2008, blijkens het Certificado de declaracion de nacimiento no. [001] , afgegeven door het Registro Civil Republica de Costa Rica.
- Op de oorspronkelijke geboorteakte van de minderjarige, afgegeven door Republica de Costa Rica, Registro Civil, is [betrokkene 2] geregistreerd als vader van de minderjarige.
- Niet gebleken is dat [betrokkene 2] het vaderschap over de minderjarige heeft ontkend.
- Op 2 juli 2013 werd het huwelijk van verzoeker met [betrokkene 1] door echtscheiding ontbonden.
- Op 31 maart 2014 werd de echtscheiding van de moeder en [betrokkene 2] met wederzijdse instemming ingeschreven te Costa Rica.
- Verzoeker heeft aan de rechtbank te Costa Rica een verzoek gedaan om rechterlijke toestemming tot erkenning van de minderjarige, kind van een gehuwde vrouw.
- Op 5 november 2015 werd op last van de rechtbank te Costa Rica een DNA-onderzoek gedaan naar de biologische afstamming van de minderjarige.
- Tijdens de gerechtelijke procedure is door DNA-onderzoek vastgesteld dat het voor 99.999% zeker is dat verzoeker de biologische vader is van de minderjarige.
- Bij uitspraak van 10 februari 2016 heeft de rechtbank te Costa Rica gerechtelijke machtiging verleend aan verzoeker tot erkenning van de minderjarige, het kind van een gehuwde vrouw, op basis van het DNA-bewijs.
- Volgens de rechtbank te Costa Rica hebben [betrokkene 2] , de moeder en het nationaal Instituut van de Jeugd geen bezwaar aangetekend. De erkenning werd door de rechtbank als verricht beschouwd. Ten tijde van de uitspraak was de minderjarige 7 jaar oud.
- Verzoeker is vervolgens op de geboorteakte van de minderjarige geregistreerd als vader van de minderjarige.
- Op 21 september 2016 werd in de Dominicaanse Republiek aan de minderjarige een Costa Ricaans paspoort verstrekt.
- Op 24 augustus 2018 is verzoeker gehuwd met de moeder van de minderjarige.
- Op 23 mei 2022 werd de minderjarige ingeschreven op een Nederlandse school.
- Op 13 december 2022 heeft de moeder zich vanuit de Dominicaanse Republiek in Nederland gevestigd.
- Bij beschikking van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 4 oktober 2022 werd een machtiging tot voorlopig verblijf van de minderjarige niet toegekend.
- Tegen dit besluit is een bezwaarschrift ingediend op 28 oktober 2022.
- Bij beschikking van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 17 april 2023 is aan de minderjarige een verblijfsvergunning verleend.
- De minderjarige verblijft nu in Nederland.
- Verzoeker heeft de Nederlandse nationaliteit.
- De minderjarige heeft de Costa Ricaanse nationaliteit.