Uitspraak
Beschikking op het op 8 juli 2022 ingekomen verzoekschrift van:
[verzoeker] ,
DE STAAT DER NEDERLANDEN,
Procedure
Feiten
- Op [geboortedag] 2008 is te [geboorteplaats] , Costa Rica, geboren [minderjarige] .
- De moeder van de minderjarige is [de moeder] , geboren op [geboortedag] 1983 te [geboorteplaats] , Dominicaanse Republiek (hierna: de moeder).
- Op [trouwdatum] 2001 is verzoeker gehuwd met [naam 1] .
- Op [trouwdatum] 2005 is de moeder gehuwd met [naam 2] .
- De geboorteregistratie van [minderjarige] heeft plaatsgevonden op [dag] 2008, blijkens het Certificado de declaracion de nacimiento no. 1022745, afgegeven door het Registro Civil Republica de Costa Rica.
- Op de oorspronkelijke geboorteakte van [minderjarige] , afgegeven door Republica de Costa Rica, Registro Civil, met nummer 1-2028-494-0987, is [naam 2] geregistreerd als vader van [minderjarige] .
- Niet gebleken is dat [naam 2] het vaderschap over [minderjarige] heeft ontkend.
- Op 2 juli 2013 werd het huwelijk van verzoeker met mevrouw [naam 1] door echtscheiding ontbonden.
- Op 31 maart 2014 werd de echtscheiding van de moeder en [naam 2] met wederzijdse instemming ingeschreven te Costa Rica.
- Verzoeker heeft aan de rechtbank te Costa Rica een verzoek gedaan om rechterlijke toestemming tot erkenning van [minderjarige] , kind van een gehuwde vrouw.
- Op 5 november 2015 werd op last van de rechtbank te Costa Rica een DNA-onderzoek gedaan naar de biologische afstamming van [minderjarige] .
- Tijdens de gerechtelijke procedure is door DNA-onderzoek vastgesteld dat het voor 99.999% zeker is dat verzoeker de biologische vader is van [minderjarige] .
- Bij uitspraak van 10 februari 2016 heeft de rechtbank te Costa Rica gerechtelijke machtiging verleend aan verzoeker tot erkenning van [minderjarige] , het kind van een gehuwde vrouw, op basis van het DNA-bewijs.
- Volgens de rechtbank te Costa Rica hebben [naam 2] , de moeder en het nationaal Instituut van de Jeugd geen bezwaar aangetekend. De erkenning werd door de rechtbank als verricht beschouwd. Ten tijde van de uitspraak was [minderjarige] 7 jaar oud.
- Verzoeker is vervolgens op de geboorteakte van [minderjarige] (nummer 1-2028-494-0987) geregistreerd als vader van [minderjarige] .
- Op 21 september 2016 werd in de Dominicaanse Republiek aan [minderjarige] een Costa Ricaans paspoort verstrekt.
- Op [trouwdatum] 2018 is verzoeker gehuwd met de moeder van [minderjarige] .
- Op 23 mei 2022 werd [minderjarige] ingeschreven op een Nederlandse school.
- Op 13 december 2022 heeft de moeder zich vanuit de Dominicaanse Republiek in Nederland gevestigd.
- Bij beschikking van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 4 oktober 2022 werd een machtiging tot voorlopig verblijf van [minderjarige] niet toegekend.
- Tegen dit besluit is een bezwaarschrift ingediend op 28 oktober 2022.
- Bij beschikking van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 17 april 2023 is aan [minderjarige] een verblijfsvergunning verleend.
- [minderjarige] verblijft nu in Nederland.
- Verzoeker heeft de Nederlandse nationaliteit.
- [minderjarige] heeft de Costa Ricaanse nationaliteit.