4.12Het hof heeft – middels (gedeeltelijke) bevestiging van het ontnemingsvonnis – de volgende bewijsmiddelen ten grondslag gelegd aan de schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel:
“
1. Een proces-verbaal van bevindingen met betrekking tot het ondergronds bankieren van 22 juni 2012, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant] (Rubriek 5.30, pagina 5 0263 t/m 0289).
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van voornoemde verbalisant, zakelijk weergegeven:
Summiere samenvatting ondergronds bankieren:
De verdachten, met name [verdachte] , houden zich vermoedelijk met ondergronds bankieren bezig.
Agent 01 ( [A] BV/ [verdachte] ) doet van de agenten die voor/met [A] werken verreweg de meeste transacties. Maandelijks doet ‘01’gemiddeld, gemeten over 22 maanden (periode januari 2010 tot en met oktober 2011), ongeveer 270 transacties.
Kleine klanten zijn klanten, die bedragen tussen de € 50,- en € 2.500,- bij [verdachte] / [A] , dan wel een agent van [verdachte] / [A] brengen waarna de tegenwaarde in naira’s wordt uitgekeerd in Nigeria.
Vergunning:
Blijkens DNB hebben de genoemde verdachten, [verdachte] (...), dan wel de rechtspersoon [A] BV, geen registratie op grond van de Wet inzake geldtransactiekantoren, dan wel een vergunning op grond van de Wet financieel toezicht.
Uitleg aangetroffen Excel-bestanden in image computer [verdachte] / [A] BV:
(...) en in de later op de actiedag bij [A] BV/ [verdachte] in beslag genomen digitale bestanden zijn Excel-bestanden aangetroffen, bestaande uit meerdere tabbladen die betrekking hebben op de administratie van [A] BV.
Onder andere werd een tabblad aangetroffen, aangeduid als ‘1’ en ‘CashF’.
Van deze bestanden zijn printversies gemaakt. Deze zijn bijgevoegd, respectievelijk rubriek 12.92 (‘1’, periode januari 2010 tot en met half november 2011) (...).
In deze bestanden staan transacties die [A] BV heeft uitgevoerd voor wat betreft de aan- en verkoop van euro’s en naira’s.
Uitleg codering transacties:
Elke transactie heeft zijn eigen kenmerk, zoals bijvoorbeeld [code] .
[A] staat voor [A] .
11 staat voor het jaar 2011.
01 staat voor [A] agent 01 (de transacties van deze agent zitten achter tabblad ‘1’).
01 staat voor de maand januari.
032 staat voor het feit dat dit de tweeëndertigste transactie is in die maand.
Genoemd voorbeeld [code] staat vermeld in ‘1’, rij 4290. Achter kenmerk [code] staat vermeld de naam voor wie het geld bestemd is, in dit geval [betrokkene 1] (verder [betrokkene 1] ) met bestemming/bankrekening [rekeningnummer 1] .
Volgens de overige informatie behorende bij dit kenmerk heeft er iemand bij agent 1 € 1.055,- betaald. Deze persoon heeft vermoedelijk tegen agent 1 gezegd dat er 205.000 naira betaald moet worden aan [betrokkene 1] in Nigeria. Agent 1 heeft voor deze transactie een koers aangehouden van 204 waardoor er € 1.005,- betaald moet worden voor de 205.000 naira. Aan commissie wordt voor deze transactie € 50,- (5%) berekend.
In ‘CashF’, rij 86 (zie rubriek 12.11), staat vermeld de datum 01.07.2011, het kernmerk [code] , de volledige naam van de begunstigde [betrokkene 1] , de bankrekeninggegevens idem ‘1’ rij 4290, het bedrag 205.000 dat in mindering wordt gebracht op de balans van [A] en dat er betaald is vanaf de FIB777.
Voorbeelden van ondergronds bankieren:
Hieronder staan voorbeelden van transacties waarbij euro’s in [plaats] bij [A] BV/ [verdachte] zijn betaald, waarna vervolgens aan de begunstigde in Nigeria door [A] , naira’s zijn uitbetaald.
Transactie 13 september 2010, kenmerk [code] :
Op 13 september 2010 werd er bij [A] BV/ [verdachte] te [plaats] door iemand 1.300.000 naira’s gekocht die daarvoor € 6.999,66 heeft betaald, waarna de naira’s op die dag door [A] te [plaats] zijn uitbetaald aan [betrokkene 2] . Deze uitbetaling wordt in mindering gebracht op de balans van [A] .
In de computer van [A] / [verdachte] , in beslag genomen op 22 november 2011, werd een ingescand bewijs van storting ‘transaction slip’ aangetroffen. Blijkens deze slip werd er op 13 september 2010 bij de Oceanic Bank contant 1.300.000,- gestort door [betrokkene 3] ten behoeve van [rekeningnummer 3] ten name van [betrokkene 2] .
De persoon die het geld gestort heeft, is zeer waarschijnlijk [betrokkene 3] . Zij is werkzaam bij [A] te [plaats] .
Uit de gegevens in de computer van [verdachte] / [A] blijkt dat de storting gedaan door [betrokkene 3] plaatsvond nadat iemand bij agent ‘01’ deze naira’s had gekocht.
In het bestand ‘ [A] JLY-SEP(2010)B(Autosaved)(1)br2.xls’, onder tabblad ‘01’, bij rij 2768, kenmerk [code] staat vermeld dat er (in het jaar 2010, bij agent 1, [A] / [verdachte] te [plaats] , in de maand september 09, de 80ste transactie van die maand) 1.300.000.00 naira’s zijn gekocht. Voor deze naira’s is in totaal € 6.999,66 betaald. Te zien is, dat er € 333,33 euro commissie is berekend. Als koers werd 195,00 aangehouden. In het ‘1’ bestand is niet te zien wie de betaling bij [A] heeft gedaan. Alleen de begunstigde, in dit geval [betrokkene 2] en zijn bank en bankrekening staan vermeld.
In de image van de computer van [verdachte] / [A] BV is een Excel-bestand aangetroffen met de aanduiding ‘Copy of [code] .xls’ met onder andere het tabblad aangeduid als ‘CashF’. Van de maand september 2010 in dit bestand is door collega S065 een printversie gemaakt die overeenkomt met hetgeen is aangetroffen in de image van de computer, rij 1178 t/m 1629. Deze is bijgevoegd in rubriek 12.77. Bij rij 1398, blz. 7, kenmerk [code] staat vermeld dat er 1.300.000.00 naira in mindering wordt gebracht op de balans van [A] ( [plaats] ). Vermeld staat [betrokkene 2] , [rekeningnummer 3] .
Klant [betrokkene 4] voor [betrokkene 5] :
Een NN-man die in latere TA-gesprekken ook wel [betrokkene 4] wordt genoemd zegt tegen [verdachte] dat hij een vaste klant is van [verdachte] en dat hij elke week naar [verdachte] komt. NN-man zegt dat de naam [betrokkene 5] is.
In de periode februari 2011 tot en met maart 2011 zijn er middels underground banking zevenenveertig (47) betalingen gedaan door [A] / [verdachte] naar [rekeningnummer 4] , omschrijving [betrokkene 5] .
In de computerbestanden van [verdachte] / [A] is te zien dat de betreffende naira’s (70.000 en 20.000 naira) in [plaats] , bij agent ‘01’, zijn gekocht en daadwerkelijk zijn uitbetaald aan de bij agent ‘01’ opgegeven begunstigde.
Te zien is, dat NN-man vermoedelijk contant € 353,35 en € 105,00 aan [verdachte] / [A] BV heeft betaald waarna [betrokkene 6] 70.000 en 20.000 naira heeft uitbetaald/overgemaakt naar de bankrekening van [betrokkene 5] .
Klant [betrokkene 4] voor [betrokkene 7] :
Voor genoemde NN-klant [betrokkene 4] heeft [verdachte] / [A] BV acht (8) transacties gedaan ten behoeve van [betrokkene 7] die bankrekening [rekeningnummer 5] bij de Ocean bank heeft.
De transactie waarover in bovenstaand telefoongesprek wordt gesproken is aangetroffen in het bestand van agent 01 (zie rubriek 12.92, rij 4932). Blijkens het “CashF”-bestand is de datum van de transactie 1 maart 2011. In “CashF” staat als datum 03/01/2011. Dit is de Amerikaanse weergave van de datum.
Deze datum 01.03.2011 ligt kort voor de datum van het aangehaalde telefoongesprek van 3 maart 2011. In het gesprek wordt gesproken over 20, hiermee wordt vermoedelijk 20.000 naira bedoeld en er wordt gesproken over 4, hiermee wordt vermoedelijk het referentienummer [code] bedoeld.
In het “CashF”-bestand staat, zoals hieronder weergegeven, dat het geld, bestemd voor [betrokkene 7] door [A] in Nigeria gestort is op de [rekeningnummer 5] bankrekening van [betrokkene 7] , zie rubriek 12.11, rij 1071.
Betalingen aan [B] :
Op 16 februari 2011, omstreeks 10.00 uur, TA-01, gesprek 441 werd [verdachte] gebeld vanaf [telefoonnummer 1] in gebruik bij een NN-man.
Gezien de mutaties in het “1” en “CashF”-bestand heeft vermoedelijk een NN-man € 1.040,00 bij [verdachte] gebracht waarna in opdracht van [verdachte] tegen de koers 109 (€ 1.000 x 209 naira), 209.000,00 naira’s zijn uitbetaald aan de begunstigde in [plaats] Nigeria. Dit geld is vermoedelijk contant op de bankrekening van [B] gestort omdat in rij 750, bij kolom U, omschrijving “Cash” het getal 209.000,00 staat ingevuld.
Betalingen aan [betrokkene 8] :
Op 24 februari 2011, omstreeks 13.21 uur, TA-02, gesprek 671 werd [verdachte] gebeld door [telefoonnummer 2] in gebruik bij een NN-vrouw.
Gezien de mutatie in het “CashF”-bestand heeft [verdachte] vermoedelijk opdracht gegeven om de tegenwaarde van € 100 uit te betalen aan [betrokkene 8] voornoemd. Dit geld is vermoedelijk in contant uitgekeerd of in contant op [rekeningnummer 6] bij de first Bank gestort omdat in rij 934, bij kolom U, omschrijving “Cash” het bedrag 20.800,00 staat ingevuld.
2. Een aanvullend proces-verbaal van bevindingen met betrekking tot het ondergronds bankieren en de verdiensten tot dit bankieren van 9 maart 2015, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant] (Rubriek 5.30.1, ongenummerd).
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van voornoemde verbalisant, zakelijk weergegeven:
In het eerder naar justitie gestuurde proces-verbaal (rubriek 5.30) staat onder andere vermeld dat ‘agent 01’ ( [verdachte] ) van de agenten verreweg de meeste transacties doet. Dat [verdachte] ‘agent 01’ is, is gebleken uit de telefoongesprekken die [verdachte] met zijn klanten heeft gevoerd en de transacties die hij aansluitend heeft uitgevoerd.
In het kader van verkregen voordeel in verband met het bankieren zonder vergunning is aangaande het bovenstaande nogmaals een berekening gemaakt die betrekking heeft op de periode van 1 februari 2010 tot en met 21 november 2011.
In de periode 1 februari 2010 tot en met 21 november 2011 heeft agent 01/ [verdachte] in totaal € 212.864,92 aan commissie ontvangen voor de transacties die in die periode zijn gedaan. Dit is berekend met behulp van het Excel-overzicht genaamd ‘ [A] JLY-SEP(2010)B(Autosaved)(l)br2.xls’ onder tabblad ‘01’, dat is aangetroffen in de computer die in beslag genomen is in het kantoor van [verdachte] aan [a-straat 1] . Een print van het Excel-overzicht is terug te vinden in rubriek 12.92 van het dossier. In dit overzicht staan alle transacties van agent 01/ [verdachte] vermeld. (...) De door [verdachte] ontvangen commissie is berekend door alle bedragen onder de kolom “COMM” bij elkaar op te tellen.
3. Een geschrift, te weten een Excel-bestand ‘ [A] JLY-SEP(2010)B(Autosaved)(l)br2.xls’, betreffende transacties in 2010 en 2011 met codes beginnend met [code] en [code] (Rubriek 12.92, p. 12 1287 t/m 1484).
Dit geschrift houdt onder meer in:
Rij
Code
Name
DEST
NAIRA
EUR
TOTAL
2768
[code]
[betrokkene 2]
[rekeningnummer 3]
1300000
6666,33
6999,66
4673
[code]
[B]
[rekeningnummer 2]
209000
1040
4710
[code]
[betrokkene 5]
[rekeningnummer 4]
70000
353,35
4752
[code]
[betrokkene 8]
[rekeningnummer 6]
20800
96,15
4932
[code]
[betrokkene 7]
[rekeningnummer 5]
20000
98,15
4. Een geschrift, te weten een Excel-bestand ‘ [code] .xls’, betreffende transacties in september 2010 met codes beginnend met [code] (Rubriek 12.77, p. 12 1157 t/m 1169).
Dit geschrift houdt onder meer in:
Rij
Datum
Code
Name
DEST
NAIRA
1398
13/9/2010
[code]
[betrokkene 2]
[rekeningnummer 3]
1.300.000
5. Een geschrift, te weten een Excel-bestand ‘Carved [ [nummer] ].xls’ “CashF”, betreffende transacties in 2011 met codes beginnend met [code] (Rubriek 12.11, p. 12 0217 t/m 0249).
Dit geschrift houdt onder meer in:
Rij
Datum
Code
Name
DEST
NAIRA
750
16/2/2011
[code]
[B]
[rekeningnummer 2]
209
846
22/2/2011
[code]
[betrokkene 5]
[rekeningnummer 4]
70
934
24/2/2011
[code]
[betrokkene 8]
[rekeningnummer 6]
20.8
1071
03-01-2011
[code]
[betrokkene 7]
[rekeningnummer 5]
20
6. Een geschrift, te weten een getapt telefoongesprek van 21 februari 2011 om 11:27 uur tussen [verdachte] (de rechtbank begrijpt verder: [verdachte]) (GD) en een NN-man 6111 (NN) (Rubriek 12.30, p. 12 0547).
Dit geschrift houdt onder meer in:
NN: Ik ben jouw vaste klant, ik kom elke week naar jou toe. (...)
NN: De naam is [betrokkene 5] . (...)
NN: Ik wil vandaag het geld verzenden (...). Ik wil dat het geld vandaag moet opgehaald worden. (...)
GD: Hoeveel wil je verzenden?
NN: 70.000.
GD: Oke. Je moet de informatie sturen. (...)
NN: De gegevens staan op jouw bestand. De naam is [betrokkene 5] . (...)
GD: Oke, als je klaar bent, kan je altijd langskomen. (...)
GD: Oke, ik zal dit regelen.
NN: Ik wil graag dat het bedrag vandaag wordt opgehaald.
GD: oke.
7. Een geschrift, te weten een getapt telefoongesprek van 22 februari 2011 om 10:56 uur tussen [verdachte] (G) en een NN-man 6111 (N) (Rubriek 12.30, p. 12 0549).
Dit geschrift houdt onder meer in:
(Op achtergrond is verdachte bezig met [betrokkene 6] . Hij vraagt aan [betrokkene 6] om een minuut te wachten.)
G: Ik hoop dat alles is goed gegaan i.v.m. dat ding.
N: Nee het is nog niet gelukt. Daarom bel ik.
G: Hoeveel was het?
N: 70.000 en 15.000.
G: Oke. Ik ben nu online met hen. Ik ga het checken en je terugbellen.
(Op achtergrond roept [verdachte] [betrokkene 6] ).
8. Een geschrift, te weten een getapt telefoongesprek van 22 februari 2011 om 11:07 uur tussen [verdachte] (G) en een NN-man 6111 (N) (Rubriek 12.30, p. 12 0550).
Dit geschrift houdt onder meer in:
G: Ja verwant, 70.000 was vanochtend gedaan. (...)
9. Een geschrift, te weten een getapt telefoongesprek van 24 februari 2011 om 11:27 uur tussen [verdachte] (G) en een NN-man 6111 (C) (Rubriek 12.30, p. 12 0552).
Dit geschrift houdt onder meer in:
C: (...) Ik wil dat je geld overmaakt voor mij.
G: Naar dezelfde persoon?
C: Ja. [betrokkene 5] (fon).
G: Dezelfde persoon als vorige keer?
C: Ja.
G: Hoeveel wil je overmaken? (...)
C: 20.000.
G: 20 in Nigeria?
C: Ja.
G: Oke ik zal het doen.
G: Ik kom later.
10. Een geschrift, te weten een getapt telefoongesprek van 3 maart 2011 om 12:05 uur tussen [verdachte] en [betrokkene 4] (Rubriek 12.30, p. 12 0554).
Dit geschrift houdt onder meer in, zakelijk weergegeven:
[betrokkene 4] zegt dat [het] overgemaakte geld nog niet ontvangen is sinds eergisteren.
Verdachte zegt dat het wel was gedaan en vraagt op welke naam transactie was gedaan.
[betrokkene 4] zegt op naam van [betrokkene 7] (fon).
Verdachte vraagt hoeveel het was.
[betrokkene 4] zegt 20.
Verdachte zegt het is referentienummer 4, ik zal het checken. Het is gedaan 100% en vraagt te wachten. (...) Het is wel gedaan.
11. Een geschrift, te weten een getapt telefoongesprek van 16 februari 2011 om 10:00 uur tussen [verdachte] en een NN-man 9105 (Rubriek 12.32, p. 12 0570).
Dit geschrift houdt onder meer in, zakelijk weergegeven:
NN-man vraagt of verdachte al op kantoor is.
Verdachte zegt ja. (...)
NN-man vraagt wat de koers is.
Verdachte zegt 208.
NN-man vraagt of de koers niet 209 is.
Verdachte zegt dat het geen probleem is.
NN-man vraagt of verdachte het bedrag vandaag kan uitbetalen. En hij wil meteen langskomen om het geld uit te geven.
Verdachte zegt dat de persoon het geld daar rond drie uur vandaag kan ophalen. (...)
NN-man zegt dat hij het geld tussen 30 minuten en een uur zal brengen. (...)
Verdachte vraagt de naam van de ontvangst.
NN-man zegt [B] .
Verdachte vraagt hoeveel bedrag daar moet worden uitbetaald.
NN-man zegt eenduizend.
12. Een geschrift, te weten een getapt telefoongesprek van 24 februari 2011 om 13:21 uur tussen [verdachte] en een NN-vrouw 3654 (Rubriek 12.32, p. 12 0574).
Dit geschrift houdt onder meer in, zakelijk weergegeven:
NN-vrouw bedankt verdachte voor de laatste verzending. (...)
NN-vrouw zegt dat zij nog 100 euro wil verzenden, maar ze komt volgende week langs om het geld te geven.
Verdachte vraagt wie de begunstigster is.
NN-vrouw zegt dat haar naam in het systeem staat. Haar naam is [betrokkene 8] (fone). Ze vertelt dat [betrokkene 8] werkt bij First Bank.
Verdachte zegt dat hij de naam kan herinneren. Hij vraagt of NN-vrouw hem over een uur kan terugbellen, maar het geld moet morgen opgehaald worden. (...)
Verdachte vraagt of de rente houdt bij de 100 of apart.
NN-vrouw zegt dat de persoon precies 100 euro moet ophalen en dat ze de rente zal betalen.
13. Een proces-verbaal van verhoor van getuige van 23 en 24 april 2013, opgemaakt door mr. [naam] , rechter-commissaris belast met de behandeling van strafzaken in de rechtbank Amsterdam (ongenummerd).
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van [betrokkene 9] , zakelijk weergegeven:
U vraagt mij wie de eigenaar van [A] was. Dat was [verdachte]
U vraagt mij wie binnen [A] de beslissingen neemt. Dat is meneer [verdachte] . Hoe dat in zijn werk gaat? Af en toe belde hij en af en toe stuurde hij e-mails.
U vraagt mij of ik nog collega’s had binnen het bedrijf. Ja. Wie dat waren? Dat zijn [betrokkene 3] (...).
U vraagt mij wat voor werk zij deden. Zij stonden mij bij bij het uitvoeren van opdrachten, gegeven door meneer [verdachte] .
U vraagt mij of het gebeurde dat er in Nederland bedragen werden betaald aan [A] [plaats] en dat ik vervolgens bericht kreeg uit [plaats] dat ik een bepaald bedrag in naira’s hier in Nigeria moest betalen. (...) [verdachte] gaf opdrachten om een bepaald bedrag te betalen aan de persoon die [verdachte] noemde. Hij gaf dan een naam door. Dat gebeurde vaak. U vraagt mij hoe vaak. Elke dag. Het gebeurde af en toe eens per dag, maar af en toe ook twee keer per dag.
U wilt nog even terugkomen op de geldwisselacties. U vraagt mij welke informatie ik uit Nederland nodig had om in Nigeria tot uitbetaling te komen. Ik had de referentie nodig om een transactie te doen. Ik had het bedrag in naira en de bankinformatie nodig. (...) Er zat ook een commissie aan vast.”