ECLI:NL:PHR:2025:1007
Parket bij de Hoge Raad
- Rechtspraak.nl
Ambtshalve vernietiging en terugwijzing in ontnemingszaak wegens ontbreken processtukken
In deze zaak gaat het om een conclusie van de Advocaat-Generaal (A-G) in een ontnemingsprocedure. Het gerechtshof Amsterdam heeft op 10 maart 2009 een arrest gewezen waarbij de betrokkene werd verplicht tot betaling van een bedrag van € 27.161,94 aan de staat, als ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel. Het cassatieberoep is ingesteld op 14 oktober 2024, maar de A-G constateert dat belangrijke processtukken, zoals het proces-verbaal van de terechtzitting in hoger beroep, ontbreken. Hierdoor kan het cassatiemiddel niet deugdelijk worden beoordeeld. De A-G concludeert dat het cassatieberoep ontvankelijk is, maar dat de ontnemingsmaatregel niet kan worden uitgevoerd omdat de tenuitvoerleggingstermijn nog niet is aangevangen. De conclusie strekt tot ambtshalve vernietiging van de bestreden uitspraak en terugwijzing naar het hof Amsterdam voor een nieuwe behandeling van de zaak. De A-G wijst erop dat de executieverjaringstermijn zestien jaren bedraagt, en dat de verjaring van de ontnemingsmaatregel nog niet aan de orde is, omdat het cassatieberoep tijdig is ingesteld. De A-G benadrukt het belang van de ontbrekende processtukken voor een goede beoordeling van de zaak.