Conclusie
Inleiding
Het vierde middel en de bespreking daarvan
[a-straat 1]en een voor
de [b-straat 1]. Het staat vast dat [medeverdachte] en [betrokkene 2] wonen op de [c-straat 1] . De machtiging is slechts afgegeven voor [a-straat 1] . Ondanks dat de machtiging is afgeven voor [a-straat 1] en [b-straat 1] zijn de agenten de woning van [medeverdachte] , [betrokkene 2] , [verdachte] binnengetreden. Er was geen machtiging voor het binnentreden. De agenten hadden dus geen recht om de woning te betreden van [medeverdachte] en [betrokkene 2] en [verdachte] . Er was namelijk geen schriftelijke toestemming afgegeven waardoor er ook geen recht bestond om de woning te doorzoeken. Ik moge hierbij verwijzen naar een uitspraak van de Hoge Raad hieromtrent.
ECLI:NL:HR:2004: AP0169Hierdoor is er dus sprake van een onherstelbaar vormverzuim en is er dus ook sprake is van onrechtmatig verkregen bewijs nu er geen juridische grondslag was. Al hetgeen in beslag is genomen kan worden bestempeld als onrechtmatig verkregen daar er geen machtiging was afgegeven op het adres waar de heren daadwerkelijk verbleven. Hetgeen in beslag genomen dient dus te worden uitgesloten van het bewijs. Nu er sprake is van bewijsuitsluiting dient vrijspraak te volgens vanwege onvoldoende wettig en overtuigend bewijs voor feit 4.
Normschending
1. Verbalisant [verbalisant 1] heeft het volgende gerelateerd:
Op 23 december 2020 werd de woning gelegen aan de [b-straat 1] (het Hof begrijpt: de woning van de verdachte) doorzocht. In de slaapkamer van de woning werd een portable airconditioning unit aangetroffen met daarin een vuurwapen van het merk dock met daarin een volle patroonhouder en een patroon in de kamer. Tevens werd in de slaapkamer in een ladekast een lege patroonhouder aangetroffen. Bovengenoemde goederen zijn in beslag genomen.[…]”
2.Verbalisant [verbalisant 2] heeft het volgende gerelateerd:
Op 23 december 2020 werden een vuurwapen en munitie in beslag genomen tijdens een huiszoeking in de woning van de verdachte [verdachte] .
Het in mijn woning aangetroffen vuurwapen, de patroonhouders en de munitie zijn van mij.””
NJ2021/169, m.nt. Jörg uiteengezette beoordelingskader ook in het voorliggende geval geldt. Dit beoordelingskader houdt onder meer het volgende in:
Bewijsuitsluiting
aanzienlijkeschending van een strafvorderlijk voorschrift (cursivering door mij, A-G). In het verlengde van die klacht voert de steller van het middel tevens aan dat het Hof, in strijd met het in rov. 2.4.2 van 1 december 2020, ECLI:NL:HR:2020:1889,
NJ2021/169, m.nt. Jörg aangehaalde toetsingskader, heeft nagelaten te beoordelen of toepassing van bewijsuitsluiting noodzakelijk kan worden geacht als middel om toekomstige vergelijkbare vormverzuimen die onrechtmatige bewijsgaring tot gevolg hebben te voorkomen.
NJ2021/169, m.nt. Jörg, en dat voortkomt uit HR 19 februari 2013, ECLI:NL:HR:2013:BY5321,
NJ2013/308, m.nt. Keulen, door de Hoge Raad in datzelfde arrest van 1 december 2020 is bijgesteld in rov. 2.4.4. In zoverre hoefde het Hof dan ook niet te toetsen aan de in rov 2.4.2 genoemde criteria. Het hernieuwde gemeenschappelijke beoordelingskader, zoals volgt uit rov. 2.4.4, houdt kort gezegd in dat in het geval sprake is van een vormverzuim waarbij het recht op een eerlijk proces niet (rechtstreeks) aan de orde is, de rechter moet toetsen of het gaat om een
ernstigeschending van een strafvorderlijk voorschrift of rechtsbeginsel (cursivering door mij, A-G). Is van een dergelijke ernstige schending sprake, dan dient de rechter in Sint Maarten vervolgens, aan de hand van de in art. 413, zevende lid, SvSM genoemde beoordelingsfactoren en met inachtneming van het uitgangspunt van subsidiariteit, te beoordelen of bewijsuitsluiting noodzakelijk is als rechtsstatelijke waarborg en als middel om te voorkomen dat vergelijkbare vormverzuimen in de toekomst zullen plaatsvinden.
Het eerste middel en de bespreking daarvan
Feit 1 impliciet subsidiair:
1. [slachtoffer 2] deed op 31 december 2018 aangifte. Hij heeft bij die gelegenheid het volgende verklaard:
I arrived at [A] . I was with the man that got shot. His name is [slachtoffer 1] (het Hof begrijpt: [slachtoffer 1] ). I call him [slachtoffer 1] . [betrokkene 2] had a gun. I saw [betrokkene 2] pulled out the gun. When l saw that I began to run away. While I was running l was looking back to see what was taking place. I saw and heard when [betrokkene 2] shot [slachtoffer 1] . I continued running. While running [betrokkene 2] shoot after me. I got shot in my right thigh and my left arm. I had on a bulletproof vest. Because l had on the vest a couple of bullet bruised my upper body. The bullet that hit my leg broke the bone.”
Ik zie dat slachtoffer [slachtoffer 1] wegloopt en vrijwel direct vier keer beschoten wordt door verdachte [medeverdachte] . Verdachte [verdachte] doet vervolgens twee stappen naar voren en schiet ook twee keer op [slachtoffer 1] . Tegelijkertijd rent slachtoffer [slachtoffer 2] weg, [medeverdachte] draait zich om en schiet, lopend achter [slachtoffer 2] aan, één keer op [slachtoffer 2] . [verdachte] draait zich ook om richting [slachtoffer 2] en schiet vervolgens acht keer op [slachtoffer 2].”
In summary, 9 gunshot wounds, caused by 6 gunshots (3 perforating gunshots, 2 penetrating gunshots and 1 graze shot) could be found on the body.
4.Verbalisant [verbalisant 4] heeft het volgende gerelateerd:
Op 31 december 2018 ben ik naar het slachtoffer gerend dat op de parkeerplaats lag van [A] . Ik hoorde het slachtoffer zeggen dat hij [slachtoffer 2] heette. Ik zag dat hij een veiligheidsvest droeg. Ik zag dat er een kogelgat in zijn arm zat. Ik zag een wond aan zijn linker bovenbeen. Ik zag alleen een gat waar een kogel naar binnen is gegaan. Ik zag dat hij een wond had aan zijn rechter voet. Ik zag dat een kogel aan de onderkant van de schoen zat welke ik eruit getrokken heb. Ik zag bloed op zijn rug. Ik kwam erachter dat twee kogels waren tegengehouden door het vest dat het slachtoffer droeg.”
Multipel schotwonden.
Verweren ten aanzien van de strafbaarheid
5.23 secondenvan de compilatie van de verdediging.
BIJLAGE 8). [medeverdachte] noemde het al op zitting.
BIJLAGE 3). Waarom zou [slachtoffer 2] hierover liegen. Hij heeft dit gezegd en het is ook juist dat [slachtoffer 1] alcohol in zijn systeem had. Dit blijkt uit het dossier en uit de beelden. Deze verklaring kunnen wij niet zomaar passeren omdat het niet in de visie van het OM past. [slachtoffer 2] zou deze verklaring aldus het OM hebben afgelegd in opdracht van de broer van [betrokkene 2] , [betrokkene 8] . Echter niets is minder waar. [betrokkene 8] heeft de juiste kanalen bewandeld door naar de politie te gaan met de opname. Juist omdat hij het zo raar vond dat [slachtoffer 2] hem benaderde. Deze zaak is vervolgens geheel uitgekristalliseerd en geseponeerd. Wederom een bevestiging dat [slachtoffer 2] in een fantasie wereld leeft en de verklaring niet op belastende wijze mag bijdragen aan het bewijs. College, dat [slachtoffer 1] eerder die avond betrokken was bij een reeks gewelddadige incidenten blijkt tevens uit (
BIJLAGE 2). Hij was toen gewapend. Hij heeft het wapen niet thuis gelaten, nee dit heeft hij mee naar [A] meegenomen. Het feit dat het wapen ook niet thuis is aangetroffen draagt hieraan bij.
Ik zal hem vandaag vermoorden’. Als ook ‘
I will kill this motherskunt’.
now you see it is raining, that is a sign of my little homie that I should kill you’.
[slachtoffer 1] maakt zoals uit de beelden blijkt zelfs schietende bewegingen in de richting van [medeverdachte] en [verdachte]. [5] Kort daarop zegt [slachtoffer 1] tegen [verdachte] : ‘
What the fuck, do you want to die first’.
I going to kill you all today’. Tegen [verdachte] zei [slachtoffer 1] dat hij hem als eerste die dag zou doden.
BIJLAGE 4.
The witness turned his body to the left.
De verklaring van de anonieme getuige mag sowieso niet voor het bewijs worden gebruikt. Dit moet zo worden verstaan dat verklaringen van anonieme personen alleen voor het bewijs mogen worden gebruikt indien zij ten overstaan van de Rc en volgens de in art. 261 SMSv beschreven procedure zijn afgelegd. Schriftelijke bescheiden (processen-verbaal of andere geschriften) mogen voor zover zij de verklaring inhouden van een anonieme getuige niet voor het bewijs worden gebruikt, tenzij deze als bedreigde getuige is gehoord (art. 387 lid 3 SMSv). Dit zal zo moeten worden verstaan, dat alleen verklaringen, die zijn afgelegd door iemand bij gelegenheid van een hem door de Rc of overeenkomstig art. 261 lid 8 met diens toestemming door een opsporingsambtenaar afgenomen verhoor, via een proces-verbaal van de politie, voor het bewijs mogen worden gebruikt. Zijn verklaring moet dan bovendien belangrijke steun vinden in ander bewijsmateriaal.
NJ1965, 262 m.nt. W.P.). Dit was er in casu!
NJ2010, 301 en HR 12 juni 2012
NJ2012, 380).
NJ2003,512).
NJ2006, 509). Er was zijdens verdachten geen sprake van het bewust opzoeken van een gewelddadige confrontatie met [slachtoffer 1] of [slachtoffer 2] . Uit de getuigenverklaringen en beelden blijkt, dat de twee latere slachtoffers, als eerste op de verdachten zijn afgekomen en dat de verdachten vervolgens herhaaldelijk zijn belaagd met bedreigingen.
NJ2006, 343 niet bepalend voor de vraag of er al dan niet sprake is van noodweerexces).
DD. 93.141). In dit geval zijn de door cliënt gestelde feiten gezien de getuigenverklaringen en bevindingen, meer dan aannemelijk.
aannemelijkzijn geworden. De rechter mag de last tot het aannemelijk maken van die feitelijke grondslag niet uitsluitend op de verdachte leggen. Als wat er precies is gebeurd die dag, volgens het gerecht, niet helemaal boven tafel komt, is dat een wrange realiteit, maar wel één die moet worden geaccepteerd.
Het tweede middel en de bespreking daarvan
Schadevergoeding
$ 12.492,- (zegge: twaalfduizend vierhonderdtweeënnegentig Amerikaanse dollar), bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door 92 (tweeënnegentig) dagen hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
$ 711,66 (zegge: zevenhonderdelf Amerikaanse dollar en zesenzestig cent), bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door 14 (veertien) dagen hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
$ 6.975,-. (zegge: zesduizend negenhonderdvijfenzeventig Amerikaanse dollar), bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door 69 (negenenzestig) dagen hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
$ 285,-. (zegge: tweehonderdvijfentachtig Amerikaanse dollar), bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door 5 (vijf) dagen hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
Het derde middel en de bespreking daarvan
Slotsom