Conclusie
Nummer21/05149
Inleiding
Ontvankelijkheid in cassatie
Het eerste middel
2.2 De berechting in hoger beroep heeft bij verstek plaatsgevonden. Bij de stukken van het geding bevinden zich onder meer de stukken, vermeld in de conclusie van de advocaat-generaal onder 4 onder (iii) tot en met (v). De Informatiestaat SKDB-persoon van 15 oktober 2020 houdt in dat de verdachte vanaf 8 oktober 2019 in de Basisregistratie personen (hierna: BRP) staat ingeschreven als niet-ingezetene op het adres [straat- en huisnummer], [postcode] [plaats] te België. De dagvaarding in hoger beroep is – blijkens de daarvan opgemaakte akte van uitreiking – op 15 oktober 2020 aan de verdachte betekend door rechtstreekse toezending aan het adres vermeld op die akte van uitreiking. Als adres van de verdachte houdt die akte in: [plaats] (België), [straat- en huisnummer]. Een postcode is daarbij niet vermeld.
2.3 De uitreiking van de dagvaarding in hoger beroep aan de verdachte van wie alleen een woon- of verblijfplaats in het buitenland bekend is, in deze zaak dus in België, vindt plaats door rechtstreekse toezending van die dagvaarding over de post. Nu de verdachte in de BRP was ingeschreven op een adres in België, de postcode daarvan deel uitmaakt en de akte van uitreiking niet inhoudt dat de toezending aan het adres in België heeft plaatsgevonden met vermelding van de van dat adres deel uitmakende postcode, is het oordeel van het hof dat de dagvaarding in hoger beroep geldig is betekend, niet zonder meer begrijpelijk.”