Conclusie
1.Het cassatieberoep
2.Bewezenverklaring, bewijsmiddelen en bewijsoverwegingen
- een auto en
- een bivakmuts en
- een paar handschoenen en
- een machete
bestemd tot het begaan van dat misdrijf, voorhanden heeft gehad”
1. De verklaring van de verdachte, afgelegd ter terechtzitting in hoger beroep van 21 september 2023
Het hof stelt op grond van de bewijsmiddelen vast dat de verdachte op 2 september 2022 midden in de nacht in de auto van zijn moeder is gaan joyriden. Hierbij heeft hij een witte bivakmuts in de auto meegenomen. De verdachte heeft vervolgens [medeverdachte] (hierna: [medeverdachte]) opgehaald die een zwarte bivakmuts, (werk-)handschoenen en een machete bij zich had. De verdachte heeft op enig moment de machete vastgehouden waarna [medeverdachte] heeft geopperd iemand te overvallen. Vervolgens hebben de verdachte en [medeverdachte] in Abcoude rondgereden op zoek naar een slachtoffer, maar troffen daar niemand aan op straat. De verdachte en [medeverdachte] zijn toen doorgereden naar Vinkeveen waar ze een man met een Louis Vuittontas tegenkwamen. De verdachte heeft toen besloten de auto niet tot stilstand te brengen en is naar Amstelveen doorgereden en daar samen met de medeverdachte aangehouden.
3.Het eerste middel
4.Het tweede middel
geensprake was van vrijwillige terugtred. [13] Over de nieuw in te voeren exceptie van vrijwillige terugtred werd in de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel het volgende opgenomen:
grondmisdrijfniet in de weg staat. De vaststelling van het hof dat de verdachte met het vertrek uit Abcoude niet vrijwillig is teruggetreden, staat er kortom niet aan in de weg dat de verdachte dat op een later moment nog kon doen.
per plaats, dan ligt het niet voor de hand dat het hof vervolgens overweegt dat met het doorrijden van Abcoude naar Vinkeveen de vrijwillige terugtred is ‘verspeeld’. Die overweging van het hof kan beter geplaatst worden in een bewezenverklaring van één voorbereiding van diefstal met geweld, waarbij het hof vervolgens ten onrechte heeft aangenomen dat na voltooiing van de voorbereidingshandelingen in Abcoude niet meer vrijwillig zou kunnen worden teruggetreden. Het hof heeft met de overweging dat na het rondrijden in Abcoude niet meer vrijwillig kon worden teruggetreden dus, zoals gezegd, blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting, maar ik zie niet in hoe het hof in het licht van deze overwegingen blijk zou hebben gegeven de grondslag van de tenlastelegging te hebben verlaten.
nietvoor het bewijs gebezigd, maar kennelijk als ongeloofwaardig terzijde geschoven.