ECLI:NL:HR:2016:2025

Hoge Raad

Datum uitspraak
6 september 2016
Publicatiedatum
6 september 2016
Zaaknummer
15/02862
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorbereiding van diefstal met geweld en/of afpersing in vereniging met gebruik van vuurwapens en andere voorwerpen

In deze zaak gaat het om de verdachte die op 14 november 2013 in Nederland werd aangehouden ter voorbereiding van een misdrijf van diefstal met geweld en/of afpersing in vereniging. De verdachte had samen met medeverdachten een plan voorbereid om naar Arnhem te reizen met vuurwapens, waaronder twee pistoolmitrailleurs, en andere voorwerpen die bestemd waren voor het begaan van het misdrijf. De politie heeft de auto waarin de verdachte zich bevond, tot stilstand gedwongen, waarna de inzittenden probeerden te vluchten. De verdachte werd kort na de aanhouding van de bestuurder van de auto aangehouden. In de auto werden verschillende wapens en voorwerpen aangetroffen die duidden op een crimineel doel. Het hof oordeelde dat er voldoende bewijs was voor de betrokkenheid van de verdachte bij de voorbereiding van het misdrijf, ondanks de verdediging die aanvoerde dat de verdachte niet op de hoogte was van de wapens en de criminele intenties. De Hoge Raad heeft de uitspraak van het hof bevestigd, maar de opgelegde gevangenisstraf verminderd vanwege overschrijding van de redelijke termijn in de cassatiefase. De Hoge Raad vernietigde de bestreden uitspraak enkel wat betreft de duur van de gevangenisstraf, die werd verminderd van 36 naar 34 maanden.

Uitspraak

6 september 2016
Strafkamer
nr. S 15/02862
KD/AGE
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 22 januari 2015, nummer 23/003479-14, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1992.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft V.A. Groeneveld, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal P.C. Vegter heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest, maar uitsluitend wat betreft de duur van de opgelegde gevangenisstraf, tot vermindering van de hoogte daarvan naar de gebruikelijke maatstaf, en tot verwerping van het beroep voor het overige.

2.Beoordeling van het eerste middel

2.1.
Het middel klaagt dat hetgeen onder 1 is bewezenverklaard, voor zover inhoudende dat de verdachte opzettelijk voorwerpen voorhanden heeft gehad die waren "bestemd tot het in vereniging begaan" van het misdrijf "diefstal met geweld en/of afpersing in vereniging", niet uit de gebezigde bewijsvoering kan worden afgeleid.
2.2.1.
Ten laste van de verdachte is bewezenverklaard dat:
"Ten aanzien van feit 1:
hij op 14 november 2013 in Nederland, ter voorbereiding van het met anderen te plegen misdrijf van diefstal met geweld en/of afpersing in vereniging, opzettelijk drie vuurwapens (een Walther pistool en twee Skorpion machinepistolen, waarvan één doorgeladen) en twee breekijzers en twee vuisthamers en handschoenen en petten en donkere kledingstukken en shoppertassen, bestemd tot het in vereniging begaan van dat misdrijf, voorhanden heeft gehad."
2.2.2.
Deze bewezenverklaring steunt, voor zover voor de beoordeling van het middel van belang, op de volgende bewijsmiddelen:
"1. Een proces-verbaal van bevindingen van 15 en 19 november 2013, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren AOT NW 04, AOT NW 20, AOT NW 28 en AOT NW 26, doorgenummerde pagina's 153 e.v.
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als mededeling van verbalisanten (of een of meer van hen):
Op 14 november 2013 reden wij, verbalisanten, verdeeld over drie onopvallende politievoertuigen over de Apeldoornseweg te Arnhem. Wij waren belast met de opdracht om alle inzittenden van de personenauto, merk: Volkswagen, type: Golf GTI, voorzien van het kenteken [AA-00-AA] aan te houden. Ik, verbalisant AOT NW 04, heb om 19.43 uur de opdracht gegeven genoemde personenauto tot stoppen te dwingen. Omdat wij de twee rijbanen met onze politievoertuigen in beide richtingen bezetten, veroorzaakten wij een gedwongen situatie met als doel de personenauto tot stilstand te brengen. Wij, verbalisanten, zagen dat de bestuurder van de Volkswagen, op het moment dat hij onze voertuigen naderde, enige snelheid minderde en vervolgens uitstuurde naar rechts en de berm in reed, kennelijk met de bedoeling langs de positie van onze voertuigen te rijden. Wij zagen dat de vrije doorgang voor de Volkswagen door de berm geblokkeerd werd door een lichtmast. Het gevolg was dat de bestuurder van de Volkswagen met zijn rechter voorzijde tegen deze lichtmast tot stilstand kwam. Direct nadat de Volkswagen tot stilstand kwam zagen wij, verbalisanten, dat de inzittenden, via de portieren aan de rechter zijde van het voertuig, vliegensvlug uitstapten en direct vanuit de Volkswagen de groenstrook invluchten. Door het team observatie en techniek was aangegeven dat er vier personen in de Volkswagen zaten. Hierop zijn wij, verbalisanten, ook direct uit onze voertuigen gestapt en hebben de achtervolging ingezet. De bestuurder van de Volkswagen, verdachte [medeverdachte 1] , was als enige in het voertuig op zijn positie achter het stuur gebleven en kon, nadat de ruiten aan die zijde van het voertuig waren geforceerd worden aangehouden. Ik, verbalisant AOT NW 28, zag dat een van de verdachten voor mij uitrende door de bosschages gelegen tussen de Apeldoornseweg en de rijksweg A50. Deze verdachte,
[verdachte] , is door mij en verbalisant AOT NW 26 aangehouden. Ik, verbalisant AOT NW 28, heb op de gelopen route een stel 'contacthandschoenen' en een pet gevonden. Het viel mij op dat het erop leek dat deze goederen daar kort ervoor waren gevallen, omdat deze bovenop het gras lagen. Ik, verbalisant AOT NW 04, zag op de Apeldoornseweg, in de richting van Arnhem, op een afstand van ongeveer vijftien meter van waar ik stond, een manspersoon de beide rijbanen over rennen in de richting van een hek. Ik zag dat de verdachte zonder onderbrekingen zijn vluchtweg vervolgde en razendsnel het hek over klom en in het bosgebied verdween.
(...)
8. Een proces-verbaal van relaas met nummer 2013277670 van 14 november 2013, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar T-110, doorgenummerde pagina's R-004 e.v.
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als mededeling van de verbalisant:
Op 14 november 2013, omstreeks 19.40 uur, werd de Volkswagen Golf met kenteken [AA-00-AA] , op afrit 21 van de A50 aangereden teneinde verdachten aan te houden. De verdachte [medeverdachte 1] werd als bestuurder aangehouden. Omstreeks 19.45 uur werd de verdachte [verdachte] aangehouden op de Rijksweg A50. Op de achterbank van de Volkswagen Golf werden in een tas twee vuurwapens aangetroffen, gelijkend op een Skorpion machinepistool en een pistool. In de berm nabij de Volkswagen Golf werd een vuurwapen aangetroffen gelijkend op een Skorpion machinepistool.
(...)
11. Een proces-verbaal van sporenonderzoek met nummer 2013277670-36 van 18 november 2013, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 1] , doorgenummerde pagina's 110 e.v.
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven als mededeling van de verbalisant.
Na een achtervolging werden drie inzittenden van een Volkswagen Golf voorzien van kenteken [AA-00-AA] als verdachten aangehouden. In het voertuig zijn vuurwapens aangetroffen. Ik had de medewerkers van de arrestatie-eenheid telefonisch verzocht om de vuurwapens 'veilig te maken' en te verpakken in papieren zakken.
Het onderzoek werd verricht in een garage van de Forensische Opsporing te Amsterdam.
Op de achterbank, achter de rechter voorstoel, zag ik een kleine zwarte schoudertas. Ik trof in het grote vak van deze tas een pistoolmitrailleur zonder patroonmagazijn en een los patroonmagazijn aan. Ik zag dat in dit patroonmagazijn een onbekend aantal patronen aanwezig was. De pistoolmitrailleur (AAGI4356NL), het patroonmagazijn met de in het magazijn aanwezige, onbekend aantal patronen (AAGI4354NL) werden veiliggesteld. In het kleine vak van voornoemde tas zag ik een vuistvuurwapen van het merk 'Walther'. Ik zag dat in het vuurwapen een patroonmagazijn aanwezig was. Ik zag dat in dit patroonmagazijn een onbekend aantal patronen aanwezig waren. Het vuistvuurwapen (AAG14360NL) en het patroonmagazijn met een onbekend aantal patronen (AAGI4359NL) werden veiliggesteld. In de kofferbak zag ik een papieren zak met daarin een pistoolmitrailleur. Ik zag dat de houder nog in het vuurwapen aanwezig was. Ik zag dat in het patroonmagazijn een onbekend aantal patronen aanwezig waren. Tevens zag ik dat er een patroon in de kamer aanwezig was. De pistoolmitrailleur (AAGI4358NL), het patroonmagazijn met het onbekend aantal patronen en de patroon uit de kamer (AAGI4357NL) werden veiliggesteld.
12. Een proces-verbaal van wapenonderzoek met nummer 2013277670 van 19 november 2013, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 2] , tevens Taakaccenthouder (vuur)wapens en munitie, doorgenummerde pagina's 115 e.v.
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als mededeling van de verbalisant:
Op 18 november 2013 heb ik, verbalisant, een onderzoek ingesteld naar de in beslag genomen vuurwapens en munitie. Ik verklaar het volgende:
Het aangetroffen pistool met SIN: AAGI4360NL betreft een pistool van het merk Walther, model P99, kaliber .380 Auto (synoniem voor 9mmx17 of 9mm kort), oorspronkelijk 9mm P.A.K., met serienummer T 747966. Dit pistool is een vuurwapen in de zin van artikel 1 lid 1, onder 3e, gelet op artikel 2 lid 1, categorie III, onder 1e, van de Wet wapens en munitie. De aangetroffen munitie uit het patroonmagazijn van het pistool Walther, met SIN: AAG14359NL betreft het kaliber 9mmx17 of 9mm kort, van het merk Sellier en Bellot en model projectiel: Volmantelrondneus. Er zijn tien patronen aangetroffen. De patronen zijn munitie in de zin van artikel 1, onder 4e, gelet op artikel 2 lid 2, categorie III, van de Wet wapens en munitie.
Het aangetroffen pistool met SIN: AAGI4358NL betreft een pistoolmitrailleur van het merk Zastava, model 84 'Skorpion', kaliber 7.65mm Browning, met serienummer 21784. De pistoolmitrailleur was niet alleen geladen, maar ook doorgeladen en voor onmiddellijk gebruik gereed. Deze pistoolmitrailleur is een vuurwapen in de zin van artikel 1 lid 1, onder 3e, gelet op artikel 2 lid 1, categorie II, onder 2e, van de Wet wapens en munitie.
De aangetroffen munitie uit deze pistoolmiltrailleur met SIN: AAGI4357NL betreft het kaliber .32 Auto (synoniem voor 7.65mm Browning) en model projectiel: Volmantelrondneus. Er zijn zestien patronen in het patroonmagazijn aangetroffen en een in de kamer. De patronen zijn munitie in de zin van artikel 1, onder 4e, gelet op artikel 2 lid 2, categorie III, van de Wet wapens en munitie.
Het aangetroffen pistool met SIN: AAGI4356NL betreft een pistoolmitrailleur van het merk CZ, model 61 'Skorpion', kaliber 7.65mm Browning, met serienummer M8606. Deze pistoolmitrailleur is een vuurwapen in de zin van artikel 1 lid 1, onder 3e, gelet op artikel 2 lid 1, categorie II, onder 2e, van de Wet wapens en munitie.
De aangetroffen munitie uit het patroonmagazijn van deze pistoolmitrailleur met SIN: AAGI4354NL betreft kaliber 7.65mm Browning en 9mmx17 (synoniem 9mm kort) en modelprojectiel: volmantelrondneus. Er zijn twaalf patronen aangetroffen. De patronen zijn munitie in de zin van artikel 1, onder 4e, gelet op artikel 2 lid 2, categorie III van de Wet wapens en munitie.
(...)
15. Een proces-verbaal sporenonderzoek met nummer 2013277670-27 van 16 november 2014, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 3] en [verbalisant 4] , doorgenummerde pagina's 174 e.v.
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als mededeling van verbalisanten (of een van hen):
Op 15 november 2013 werd door ons een forensisch onderzoek verricht aan een Volkswagen Golf, met kenteken [AA-00-AA] (valse kentekenplaten).
Op de vloermat rechtsachter zagen wij een witte plastic tas. In deze tas zagen wij twee hamers (vuistjes) en twee big shopper tassen. Op de achterbank zagen wij een zwarte onderbroek, een zwarte onderbroek met rode strepen, een zwarte tas en een zwarte pet liggen. Op de vloermat aan de bestuurderszijde zagen wij een zwarte pet. Op de zitting van de bestuurder zagen wij een afgetrokken/afgescheurde capuchon. In de kofferbak troffen wij een grijze linker handschoen aan en twee breekijzers.
(...)
17. Een proces-verbaal van bevindingen OVC met nummer 2013277670 van 6 december 2013, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar T389, doorgenummerde pagina's 349 e.v.
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als mededeling van de verbalisant:
Op 10 november 2013 is in de Volkswagen Golf GTI met kenteken [AA-00-AA] een technisch hulpmiddel ingebouwd om de communicatie gevoerd in het voertuig op te nemen en de locatie van het voertuig vast te stellen.
Hierbij werd de volgende communicatie opgenomen en uitgeluisterd:
Gesprek 21, gevoerd op 14 november 2013 van 18.09.07 uur tot 19.51.37 uur, waarbij aanvangslocatie van het voertuig is Akbarstraat te Amsterdam en eindlocatie van het voertuig is Apeldoornseweg te Arnhem.
18.09.56:
NN: Hé wie hebt die blaadje? [...] (fon.) jij hebt die blaadje toch?...
(...)
18.15.13:
NN: Maar jij moet rechts, want jij moet de vluchtstrook kunnen pakken als er wat gebeurt he
NN: Jaaa.
NN: Dat moet jij altijd... als er wat gebeurt.
(...)
18.17.55:
NN: Hebben wij maar één scrubie (fon.) niet twee? Hebben we maar één scrubie (fon.)... met zijn vijven?
(...)
18.20.15:
NN: Hoe lang hebben jullie er toen over gedaan? Hoe lang nog dan [verdachte] ?
NN: Als je een barkie rijdt ben je er in een uur.
(...)
18.25.33:
NN: ... afslag Watergraafsmeer... voor de A1 ...
(...)
19.30.52:
NN: Hij was toch ... n.t.v. ... Arnhem ... n.t.v. ... om waarschijnlijk te doen...
NN: n.t.v. ... Apeldoornseweg N784...
19.31.10:
NN: Daar komt ie.
NN: Ja? ... De Scotu...
NN: Ga, ga, gas, gas... snelweg...
(...)
19.31.30:
::"Waar was hij dan?
NN: ... Scotu... of niet... ja?
19.32.09:
NN: ... je bent al te laat...
NN: Het is niet die kant, je moet een andere weggetje hebben... Apeldoornseweg...
19.32.46:
NN: ... bullshit... let gewoon op die ding, dit blaadje...
19.32.56:
NN: ... let gewoon op die ding... en klaar, ik weet het klaar...
NN: Je kent hier de weg toch?
19.33.26:
NN: Houdt rechts aan van Arnhem en voeg in voor Apeldoornseweg N784, pak verderop de Apeldoornseweg en sla linksaf naar de Hoeksingel...
(...)
19.34.43:
NN: ...Nooit doen met tom, nooit gelijk er naar toe, dit dat...
19.34.55:
NN: nee Scotu, Scotu. Gas, gas, ga is naar rechts...
19.35.08:
Klap te horen, geluid zacht aanhouding van verdachte(n).
(...)
20. Een proces-verbaal van bevindingen met nummer 2013277670 van 3 februari 2014, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar T-016, doorgenummerde pagina's 341 e.v.
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als mededeling van verbalisant:
Uit vijf overvallen op juweliers gepleegd in de tweede helft van 2013 valt een bepaalde modus operandi op te maken. De volgende kenmerken zijn daarbij onder meer van belang:
- overval vindt plaats op druk winkeltijdstip
- meerdere overvallers
- donkere kleding en het hoofd bedekt met muts, pet
en/of capuchon
- gebruik van één of meer (automatische) vuurwapen(s)
- gebruik van mokers c.q. (vuist-)hamers
- gebruik van sporttassen c.q. big shoppers."
2.2.3.
Het Hof heeft voorts het volgende overwogen:
"De verdediging heeft (...) vrijspraak bepleit bij gebreke van wettig en overtuigend bewijs. Hiertoe is - zakelijk weergegeven - aangevoerd dat het doel van de rit van Amsterdam naar Arnhem niet duidelijk is geworden en dat verdachte niet op de hoogte was van de aanwezigheid van de in en bij de auto aangetroffen wapens en andere voorwerpen. Daarnaast zou verdachte niet hebben geweten dat de auto waar hij in zat van misdrijf afkomstig was.
Het hof verwerpt deze verweren en overweegt daartoe het volgende.
Uit de stukken in het dossier en het verhandelde ter terechtzitting in hoger beroep blijkt het volgende.
De verdachte en zijn medeverdachten wonen in Amsterdam. Op 14 november 2013 is de verdachte in een Volkswagen Golf met zijn medeverdachten uit Amsterdam vertrokken. Met behulp van een in de auto ingebouwd technisch hulpmiddel is de in de auto gevoerde communicatie opgenomen waarbij de aanvangslocatie de Akbarstraat in Amsterdam was (18.09.07 uur) en de eindlocatie de Apeldoornseweg te Arnhem (19.51.37 uur), waar de auto door de politie tot stilstand werd gedwongen.
Uit deze opname blijkt dat één van de inzittenden vraagt wie het blaadje heeft, dat op het blaadje moet worden gelet en dat werd gezegd: "nooit doen met tom, nooit gelijk er naar toe". Voorts wordt door één van de inzittenden tegen de bestuurder gezegd dat hij naar rechts moet want dan kun je de vluchtstrook pakken als er wat gebeurt. Eén van de inzittenden vraagt: "hoe lang hebben jullie er toen over gedaan? Hoe lang nog dan [verdachte] ?" waarop door een inzittende wordt geantwoord: "als je een barkie (het hof begrijpt: 100) rijdt ben je er in een uur". Vlak voordat de auto door de politie tot stilstand wordt gedwongen, zegt één van de inzittenden: "nee scotu. Gas, ga is naar rechts".
Uit de bevindingen van de verbalisanten blijkt dat de bestuurder van de auto bij het tot stilstand dwingen hiervan uitstuurde naar rechts en de berm in reed en toen tegen een lichtmast tot stilstand kwam. Drie inzittenden verlieten vliegensvlug de auto en renden weg. De medeverdachte [medeverdachte 1] is in de auto blijven zitten en werd direct aangehouden. De verdachte is vervolgens op korte afstand van de auto door de politie aangehouden en de medeverdachte [medeverdachte 2] is later die avond door de politie aangehouden in een bus in Arnhem. Die dag was het koopavond in Arnhem.
In en bij de auto zijn voorwerpen aangetroffen waaronder een pistool en twee pistoolmitrailleurs, breekijzers, vuisthamers, handschoenen, petten, kledingstukken en plastic shoppers. Op het pistool is DNA van medeverdachte [medeverdachte 2] aangetroffen.
Het hof is van oordeel dat gelet op de hierboven vastgestelde feiten, de verdachte en zijn medeverdachten een plan hadden voorbereid om naar Arnhem te reizen met een crimineel doel hetgeen ook voor een gemiddelde rechtsgenoot duidelijk is. Er was onder meer sprake van een voorverkenning, een routebeschrijving en een vooraf bepaalde (globale) aankomsttijd. Het plan voorzag voorts in een voortijdige vluchtmogelijkheid via de vluchtstrook. Verdachten probeerden bij de politieblokkade langs de politieauto's te rijden en vervolgens toen dit niet lukte, sloegen drie inzittenden van de Volkswagen Golf op de vlucht. Het hof acht bewezen dat de verdachte een van de inzittenden was van deze auto gelet op de tijd en plaats van zijn aanhouding. Daarnaast heeft de verdachte niets willen verklaren over de reden van zijn reis naar Arnhem terwijl een ontzenuwende verklaring gelet op de hem voorgehouden verdenking toch wel voor de hand zou liggen.
Gelet op de overweging van het hof dat de verdachte een crimineel doel voor ogen had, is er bij hem sprake van opzet op het voorhanden hebben van de hierboven genoemde voorwerpen welke voorwerpen gezamenlijk naar hun uiterlijke verschijningsvorm ook bestemd zijn voor het begaan van een misdrijf.
De stelling van de verdediging dat de verdachte niet op de hoogte was van de in de auto aanwezige voorwerpen, waar onder het na het treffen met de politie in de directe nabijheid van de auto aangetroffen doorgeladen vuurwapen, acht het hof onder de beschreven omstandigheden ongeloofwaardig. Hoewel de verdediging op dit punt geen verweer heeft geformuleerd, is het hof van oordeel dat, gelet op de aard van de aangetroffen voorwerpen in onderling verband gezien en het beschreven planmatig handelen van verdachte en zijn medeverdachten, bewezen verklaard kan worden dat het gaat om de in de tenlastelegging genoemde misdrijven diefstal met geweld en/of afpersing. Het op een koopavond naar een stad rijden met vuurwapens waaronder twee pistoolmitrailleurs, waarvan één doorgeladen, munitie, verhullende kleding, breekijzers/vuisthamers en lege tassen wijst op de intentie van het toepassen van geweld en/of dreigen met geweld en het met gevulde tassen terugkomen van de reis."
2.3.
Het kennelijke oordeel van het Hof dat uit de bewijsvoering met voldoende bepaaldheid blijkt welk "crimineel doel" de verdachte met het voorhanden hebben van de in de bewezenverklaring genoemde voorwerpen voor ogen had, is niet onbegrijpelijk, nu het Hof naast de omstandigheid dat "het [op een koopavond] naar een stad rijden met vuurwapens waaronder twee pistoolmitrailleurs, waarvan één doorgeladen, munitie, verhullende kleding, breekijzers/vuisthamers en lege tassen wijst op de intentie van het toepassen van geweld en/of dreigen met geweld en het met gevulde tassen terugkomen van de reis" ook betekenis heeft toegekend aan de omstandigheid dat "er (...) onder meer sprake [was] van een voorverkenning, een routebeschrijving en een vooraf bepaalde (globale) aankomsttijd", waarmee het Hof tot uitdrukking heeft gebracht dat de verdachte en zijn medeverdachten een plan hadden voorbereid om het, naar tijd en plaats nader bepaald, in de bewezenverklaring omschreven misdrijf te plegen.
2.4.
Het middel faalt aldus.

3.Beoordeling van het tweede middel

Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4.Beoordeling van het derde middel

4.1.
Het middel klaagt dat de redelijke termijn als bedoeld in art. 6, eerste lid, EVRM in de cassatiefase is overschreden omdat de stukken te laat door het Hof zijn ingezonden.
4.2.
Het middel is gegrond. Voorts doet de Hoge Raad in deze zaak waarin de verdachte zich in voorlopige hechtenis bevindt, uitspraak nadat meer dan zestien maanden zijn verstreken na het instellen van het cassatieberoep. Een en ander brengt mee dat de redelijke termijn als bedoeld in art. 6, eerste lid, EVRM is overschreden. Dit moet leiden tot vermindering van de aan de verdachte opgelegde gevangenisstraf van 36 maanden.

5.Slotsom

Nu de Hoge Raad geen grond aanwezig oordeelt waarop de bestreden uitspraak ambtshalve zou behoren te worden vernietigd, brengt hetgeen hiervoor is overwogen mee dat als volgt moet worden beslist.

6.Beslissing

De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak, maar uitsluitend wat betreft de duur van de opgelegde gevangenisstraf;
vermindert deze in die zin dat deze 34 maanden beloopt;
verwerpt het beroep voor het overige.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren H.A.G. van Splinter-van Kan en Y. Buruma, in bijzijn van de waarnemend griffier A.C. ten Klooster, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
6 september 2016.