Conclusie
Nummer21/05279
Inleiding
Het eerste middel
(zaken witwassen- en opzettelijk niet voldoen aan aangifteplicht)
als de op 17 september 2011 afgelegde verklaring van de getuige [betrokkene 1] :
als relaas van de betreffende verbalisanten:
als relaas van de betreffende verbalisanten:
als relaas van de betreffende verbalisant:
als de op 9 september 2011 afgelegde verklaring van de verdachte:
een verklaring van [verdachte] als getuige d.d. 24 maart 2014. Het houdt onder meer in -zakelijk weergegeven-:
een verklaring van [betrokkene 9] als getuige d.d. 24 maart 2014. Het houdt onder meer in -zakelijk weergegeven-:
een in het Turks afgelegde en in het Nederlands vertaalde verklaring van de verdachte d.d. 9 juni 2014.
“Feit 6: witwassen
Als de verdachte zo’n verklaring geeft, ligt het op de weg van het openbaar ministerie nader onderzoek te doen naar die verklaring. De rechter zal dan mede op basis van de resultaten van dat onderzoek moeten beoordelen of ondanks de verklaring van de verdachte het witwassen bewezen kan worden op de grond dat (het niet anders kan zijn dan dat) het voorwerp uit enig misdrijf afkomstig is.
Als zo’n verklaring uitblijft, mag de rechter die omstandigheid betrekken in zijn overwegingen over het bewijs. (Vgl. HR 18 december 2018, ECLI:NL:HR:2018:2352.)”
Het derde middel
“Feit 5: Zaak […]
(zaak […] )
als relaas van de betreffende opsporingsambtenaar:
als de op 19 november 2012 afgelegde verklaring van [betrokkene 11] :
als de op 20 november 2012 afgelegde verklaring van [betrokkene 11] :
uitwerking van een telefoongesprek,(documentcode: 1203012217.T15). Het houdt onder meer in -zakelijk weergegeven- (blz. 1 van zaaksdossier […] ):
uitwerking van een telefoongesprek,(documentcode: 1203012219.T14). Het houdt onder meer in -zakelijk weergegeven- (blz. 2 van zaaksdossier […] ):
uitwerking van een telefoongesprek,(documentcode: 1203012323.T15). Het houdt onder meer in -zakelijk weergegeven- (blz. 6 van zaaksdossier […] ):
als de op 21 november 2012 afgelegde verklaring van [betrokkene 11] :
als relaas van de betreffende opsporingsambtenaar:
als de op 6 november 2012 afgelegde verklaring van [betrokkene 4] :
Het tweede middel
op tijdstippen gelegen in de periode[cursivering, D.P.] van 1 oktober 2011 tot en met 26 juli 2012” schuldig heeft gemaakt aan het doen van een gift of belofte aan een ambtenaar met het oogmerk om hem te bewegen in zijn bediening iets te doen of na te laten. Een dergelijke bewezenverklaring houdt niet in dat de verdachte gedurende die gehele periode de hem verweten handelingen heeft verricht. [9] Nu uit de door het hof gebezigde bewijsmiddelen genoegzaam blijkt dat de verdachte het bewezenverklaarde feit heeft gepleegd op enig moment in de periode van 1 oktober 2011 tot en met 26 juli 2012, mist het middel feitelijke grondslag. [10]