De bewijsvoering houdt onder meer het volgende in:
“Overweging met betrekking tot het bewijs
Het hof is van oordeel dat het door verdachte gevoerde verweer strekkende tot vrijspraak van het onder feit 1 en feit 2 ten laste gelegde wordt weerlegd door de gebezigde bewijsmiddelen, zoals deze later in de eventueel op te maken aanvulling op dit arrest zullen worden opgenomen. Het hof heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van die bewijsmiddelen te twijfelen.
(...)
Het hof acht de mate van betrokkenheid bij drie hennepkwekerijen ([plaats], Hilversum II en Alkmaar) zo groot dat sprake is van het medeplegen van hennepteelt. Daarvoor zijn met name de volgende feiten en omstandigheden van belang.
Algemeen
Op de laptop van medeverdachte [betrokkene 4] is een Excel-bestand aangetroffen. Dit bestand is gemaakt op een computer met de naam ‘[verdachte]’ (wat ook de voornaam van verdachte is). Uit het Excel-bestand kan worden afgeleid dat een overzicht is weergegeven van de kosten, opbrengsten en verdeelsleutel van een winst bij een hennepkwekerij. Het hof leidt dit onder meer af uit het feit dat de bedragen en afkortingen die zijn vermeld kennelijk verband houden met de hennepteelt. De afkortingen betekenen naar het oordeel van het hof: SI: slapen, St: stekken, Kn: knippen, Dr: drogen, Hu: huur, Di: diversen. Het hof leidt onder meer hieruit af dat verdachtes betrokkenheid bij een hennepkwekerij zich ook heeft uitgestrekt tot activiteiten na de opbouw van een hennepkwekerij en de inwerkingstelling daarvan.
In het bijzonder ten aanzien van de hennepplantage aan de [c-straat 1] te [plaats]
Getuige [betrokkene 5] heeft verklaard dat verdachte met anderen de opbouw van een hennepplantage heeft uitgevoerd. Uit een verklaring van getuige [betrokkene 6] komt naar voren dat verdachte met anderen in de woning aan de [c-straat] ter plaatse is geweest. Daarnaast is [betrokkene 7] als getuige gehoord. Zij heeft verklaard dat de verdachte met anderen is langsgekomen met de hennepstekjes. Zij zijn voornamelijk bezig geweest met het installeren van de plantage en het aanplanten van de stekjes. Tot slot blijkt uit afgeluisterde telefoongesprekken tussen getuige [betrokkene 5] en medeverdachte [medeverdachte 1] dat verdachte instructies heeft gegeven over de belichting en bewatering van de hennepplanten in [plaats].
In het bijzonder ten aanzien van de hennepplantage aan de [a-straat 1] te Hilversum (Hilversum II)
Uit het zaaksdossier komt naar voren dat verdachte met anderen op de [d-straat] in Utrecht voorwerpen (zakken, dozen, een rol grondkabel of waterslang en een gereedschapskoffer) in een auto heeft geladen. De verdachte is met anderen in de auto naar de loods aan de [a-straat 1] gereden en heeft de goederen binnengebracht. De verdachte is meermalen met anderen op deze locatie geweest en heeft het pand betreden. Verdachte is ook herkend op basis van zijn kleding, beweging en postuur als de persoon die de loods eenmaal heeft afgesloten. Tijdens een doorzoeking in de woning van verdachte is een schriftje aangetroffen met handgeschreven notities. Dit betreft een administratie van (installatie-/onderhouds-)kosten van een of meerdere hennepkwekerijen. De medeverdachte [betrokkene 3] heeft verklaard dat het geschrift betrekking heeft op een kostenoverzicht van de hennepplantage in Hilversum. Hij heeft de bedragen herkend die achter zijn naam zijn vermeld. Tot slot blijkt uit de inhoud van OVC-gesprekken dat verdachte met medeverdachten heeft gesproken over huurbetalingen, de datum waarop is begonnen met de hennepkwekerij en het bedrag dat verloren is gegaan na ontdekking van die kwekerij.
In het bijzonder ten aanzien van de hennepkwekerij in Alkmaar
De verhuurder van de ruimte heeft verdachte herkend als een van degenen die wel eens zijn mee geweest bij de werkzaamheden die bestonden in het timmeren in de door hem verhuurde ruimte waar de hennepkwekerij is aangetroffen. De verhuurder herkende de zoon van verdachte. Er zijn handschoenen gevonden waarop het DNA van verdachte is aangetroffen. Met de raadsman is het hof van oordeel dat uit het aantreffen van hennepresten op de handschoenen op zich niet méér kan worden afgeleid dan dat verdachte betrokken is geweest bij de opbouw van de hennepkwekerij, nu de resten daarna op de handschoenen kunnen zijn gekomen.
Er bestaan echter op essentiële punten overeenkomsten tussen deze kwekerij en de hennepkwekerijen in [plaats] en Hilversum, zoals uit de bewijsmiddelen blijkt. De hennepplantages bevonden zich in ruimtes waarin een extra ruimte is aangebracht. De technische ruimte voor de kwekerijen bevond zich niet in de binnenruimte. De huurcontracten voor de panden waarin de hennepkwekerijen zijn aangetroffen zijn afgesloten op naam van anderen (katvangers) dan verdachte of medeverdachten [medeverdachte 1], [medeverdachte 2] en [betrokkene 1]. De verdachte is telkens met deze perso(o)n(en), in wisselende samenstelling, bij de kwekerijen betrokken geweest. In alle drie de plantages is sprake geweest van een groot aantal hennepplanten en er is op een professionele wijze geteeld. Hieruit in combinatie met de grote mate van betrokkenheid van verdachte bij de eerder genoemde kwekerijen leidt het hof af dat het aandeel van verdachte niet beperkt is tot het bouwen van de hennepkwekerij maar dat verdachte ook bij deze kwekerij medepleger van het telen is geweest.
Uit de gedragingen die hiervoor zijn omschreven en de overige bewijsmiddelen leidt het hof af dat door verdachte is gehandeld in de uitoefening van beroep of bedrijf.
Uit die gedragingen leidt het hof eveneens af dat verdachte heeft deelgenomen aan een organisatie die gericht was op het plegen van misdrijven als bedoeld in artikel 11, derde en/of vijfde lid van de Opiumwet.”